Home

Rechtbank Noord-Holland, 09-12-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:11713, AWB - 14 _ 2149

Rechtbank Noord-Holland, 09-12-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:11713, AWB - 14 _ 2149

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
9 december 2014
Datum publicatie
12 december 2014
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2014:11713
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 14 _ 2149
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-08-2024]

Inhoudsindicatie

Artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964 vormt voldoende basis voor de “crisisheffing” over regulier loon uit 2012.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht, meervoudige kamer

Zaaknummer AWB 14/2149

Uitspraakdatum 9 december 2014

Uitspraak in het geding tussen

[X] B.V. te [Z], eiseres,

(gemachtigden: mr. J.W. de Tombe en S.C. den Hartog),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Zaandam, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

Eiseres heeft voor het tijdvak maart 2013 aangifte loonheffingen gedaan. Het te betalen bedrag van € 9.103 bestond voor € 1.826 uit de pseudo-eindheffing hoog loon van 16%, berekend over een grondslag van € 11.414.

Tegen de voldoening van dit bedrag heeft eiseres bezwaar gemaakt.

Bij uitspraak op bezwaar van 22 april 2014 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend. Met verwijzing naar het karakter van het geding als proefprocedure, heeft verweerder verzocht om een versnelde behandeling met toepassing van 8:52 van de Algemene wet bestuursrecht.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2014. Namens eiseres zijn verschenen de beide gemachtigden, vergezeld van[A] en [B]. Namens verweerder zijn verschenen dr. E. Poelmann, mr. P.W. Hoogstraten en V.E.J. Foederer.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Eiseres, een 100%-dochter van [C] BV, oefent een notarispraktijk uit in een samenwerkingsverband met [D]. Zij heeft aan haar enige werknemer in 2012 een loon betaald van € 161.414.

2.2.

Het bedrag van de pseudo-eindheffing hoog loon (hierna: crisisheffing) heeft eiseres berekend over een bedrag van € 11.414, te weten € 161.414 minus het drempelbedrag van € 150.000.

3 Geschil en standpunten van partijen

3.1.

Eiseres stelt dat de wettelijke bepalingen van de crisisheffing in strijd zijn met de systematiek van de Wet op de loonbelasting 1964, het internationale recht en de in dat recht besloten rechtsbeginselen.

3.2.

Verweerder is van mening dat van de hiervoor beschreven strijdigheid geen sprake is.

3.3.

Voor de onderbouwing van de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de gedingstukken. Niet in geschil is dat eiseres de crisisheffing heeft berekend overeenkomstig de wettelijke bepalingen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing