Home

Rechtbank Noord-Holland, 09-12-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:11791, AWB - 14 _ 1918

Rechtbank Noord-Holland, 09-12-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:11791, AWB - 14 _ 1918

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
9 december 2014
Datum publicatie
12 december 2014
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2014:11791
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 14 _ 1918
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027]

Inhoudsindicatie

Artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964 vormt voldoende basis voor de “crisisheffing” over regulier loon uit 2012.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht, meervoudige kamer

Zaaknummer: HAA 14/1918

Uitspraakdatum: 9 december 2014

Uitspraak in het geding tussen

[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Zaandam, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

Eiseres heeft voor het tijdvak maart 2013 aangifte loonheffingen gedaan. Het te betalen bedrag bestond voor € 4.264 uit de pseudo-eindheffing hoog loon van 16%.

Tegen de voldoening van dit bedrag heeft eiseres bezwaar gemaakt.

Bij uitspraak op bezwaar van 7 april 2014 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2014. Namens eiseres is verschenen mr. [A], bijgestaan door[B]. Namens verweerder zijn verschenen mr. P.J. Hoogstraten, dr. E. Poelmann, mr. H.E. Erceylan en mr. S.R. Mohamed Hoesein.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

Eiseres oefent een belastingadviespraktijk uit.

[C] B.V. is 100% aandeelhoudster van eiseres. Eiseres,[C] B.V. en[D] B.V. vormen samen een fiscale eenheid.

Eiseres heeft aan haar directeur-aandeelhouder in 2012 het loonbedrag van in totaal € 176.655 betaald. De ingehouden loonheffingen bedragen € 80.949. De door eiseres op aangifte afgedragen pseudo-eindheffing hoog loon van 16% voor het tijdvak maart 2013 bedraagt € 4.264.

3 Geschil

3.1.

Eiseres stelt dat de wettelijke bepalingen van de crisisheffing in strijd zijn met de systematiek van de Wet op de loonbelasting 1964, het internationale recht en de in dat recht besloten rechtsbeginselen.

3.2.

Verweerder is van mening dat van de hiervoor beschreven strijdigheid geen sprake is.

3.3.

Voor de onderbouwing van de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de gedingstukken. Niet in geschil is dat eiseres de crisisheffing heeft berekend overeenkomstig de wettelijke bepalingen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing