Home

Rechtbank Noord-Holland, 30-01-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:172, AWB-13_2683

Rechtbank Noord-Holland, 30-01-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:172, AWB-13_2683

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
30 januari 2014
Datum publicatie
5 maart 2014
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2014:172
Zaaknummer
AWB-13_2683
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024]

Inhoudsindicatie

Eiseressen worden – ook na verhuizing van de werkelijke leiding naar Japan – op grond van artikel 2, lid 4, van de Wet Vpb geacht in Nederland gevestigd te zijn en zijn aldus binnenlands belastingplichtig, en als zodanig voor de Vpb verplicht aangifte te doen. Dat sprake was van nihilaangiften leidt niet tot een ander oordeel.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht, meervoudige kamer

Zaaknummer: AWB 13/2683, 13/2684 en 13/3150

Uitspraakdatum: 30 januari 2014

Uitspraak in de gedingen tussen

[X1] , statutair gevestigd te [Z], eiseres 1,

[X2] , statutair gevestigd te [Z], eiseres 2,

[X3] , statutair gevestigd te [Z], eiseres 3,

hierna tezamen: eiseressen,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Limburg/kantoor Buitenland, verweerder.

1 Ontstaan en loop van de gedingen

1.1.

Verweerder heeft aan eiseressen voor het jaar 2011 ambtshalve aanslagen vennootschapsbelasting (Vpb) opgelegd, elk berekend naar een belastbaar bedrag van nihil. Bij genoemde aanslagen heeft verweerder bij afzonderlijke beschikkingen verzuimboetes opgelegd ten bedrage van telkens € 2.460.

1.2.

Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 23 april 2013 de verzuimboetes gehandhaafd.

1.3.

Eiseressen hebben daartegen elk afzonderlijk op 22 mei 2013 beroep ingesteld bij rechtbank Zeeland-West-Brabant. De beroepschriften van eiseressen 1 en 2 en bijbehorende (nadere) stukken zijn vervolgens op de voet van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) doorgestuurd naar rechtbank Noord-Holland en het beroepschrift van eiseres 3 is doorgestuurd naar rechtbank Den Haag. Rechtbank Den Haag heeft het beroepschrift vervolgens op de voet van artikel 8:13, eerste lid, van de Awb doorgestuurd naar rechtbank Noord-Holland. Het beroep van eiseres 1 is bij de rechtbank geregistreerd onder zaaknummer 13/2683, het beroep van eiseres 2 onder nummer 13/2684 en het beroep van eiseres 3 onder nummer 13/3150.

1.4.

Verweerder heeft op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.

1.5.

Eiseressen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.

1.6.

Voorafgaand aan de zitting heeft verweerder een pleitnota ingediend. Dit stuk is in afschrift verstrekt aan eiseressen.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 december 2013.

1.8.

Namens verweerder zijn verschenen A.H.M. Buis en J.P.E.M. Mevissen. Eiseressen zijn door de griffier bij aangetekende brieven, verzonden op 16 oktober 2013 op het adres [adres 1], t.a.v. [A], onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Eiseressen zijn, zonder kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. Nu genoemde brieven niet ter griffie zijn terugontvangen en uit informatie van PostNL is gebleken dat de brieven op 21 oktober 2013 aan eiseressen op genoemd adres zijn uitgereikt, is de rechtbank van oordeel dat de uitnodigingen om op de zitting te verschijnen op juiste wijze, tijdig op het juiste adres zijn aangeboden. De rechtbank merkt hierbij op dat eiseressen blijkens de beroepschriften domicilie hebben gekozen ten huize van [B], [adres 2], maar dat [A] op 18 juni 2013 heeft gebeld met de griffie van de rechtbank met het verzoek de post te versturen naar het adres in [LAND].

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Eiseres 1 vormde met haar twee dochtervennootschappen eiseressen 2 en 3 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.

2.2.

De heer [A] had de feitelijke leiding van eiseressen. In 2004 verhuisde [A] naar [LAND].

2.3.

Tot de gedingstukken behoort een brief van de Belastingdienst/kantoor Rotterdam van 29 april 2009, die – voor zover hier van belang – als volgt luidt:

“Ik heb mijn best gedaan u en uw partner voor de inkomstenbelasting af te voeren daar er geen sprake is van buitenlandse belastingplicht. Naar mijn mening zijn ook geen aangiften 2008 meer verzonden.

Voor de vennootschapsbelasting heb ik dezelfde inspanning geleverd eerst recentelijk hoorde ik dat een BV eerst na liquidatie kan worden afgevoerd. In die zin dient aangifte gedaan te worden weliswaar naar een nihil bedrag in Nederland. Ik zal uw dossier op termijn overdragen naar Heerlen Buitenlanders.”

2.4.

Tot de gedingstukken behoort een brief van de Belastingdienst/Limburg/kantoor Buitenland van 3 juni 2010, die – voor zover hier van belang – als volgt luidt:

“Naar aanleiding van uw schrijven dd 20-05-2010 deel ik U mede dat een BV aangifteplichtig is voor de vennootschapsbelasting (zolang ze niet ontbonden zijn bij de Kamer van Koophandel).

Ongeacht waar de BV gevestigd is en of er in Nederland inkomsten zijn, moet er aangifte gedaan worden.

In uw geval zijn dat 3 BV s die aangifteplichtig zijn nm (…) [X1] B.V (…) [X3] B.V. (…) [X2] BV

Voor het jaar 2009 kunt U volstaan met de jaarstukken van de BV s (en een begeleidend schrijven dat er geen belastbare inkomsten in NL zijn), deze kunt U ter attentie van mij opsturen

Voor de latere jaren zorg ik ervoor dat U wachtwoorden krijgt om digitaal aangifte te kunnen doen.”

2.5.

Verweerder heeft eiseressen bij brieven van 29 juni 2012 een herinnering gestuurd tot het doen van aangiften Vpb 2011. Bij brieven van 3 september 2012 heeft verweerder eiseressen een aanmaning verstuurd tot het doen van aangiften Vpb 2011. In de aanmaningen zijn eiseressen erop gewezen dat een verzuimboete van minimaal € 2.460 tot € 4.920 kan worden opgelegd als de aangifte niet op tijd wordt ontvangen. Vervolgens zijn met dagtekening 15 december 2012 (eiseressen 1 en 2) en 29 december 2012 (eiseres 3) de onderhavige aanslagen Vpb 2011 met verzuimboetes opgelegd.

2.6.

Eiseressen zijn in liquidatie blijkens uittreksels uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Het ontbindingsbesluit is van 1 februari 2013. [A] is de vereffenaar.

3 Geschil

In geschil is of terecht en tot de juiste bedragen de verzuimboetes zijn opgelegd aan eiseressen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing