Home

Rechtbank Noord-Holland, 15-01-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:596, HAA 13/3178

Rechtbank Noord-Holland, 15-01-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:596, HAA 13/3178

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
15 januari 2014
Datum publicatie
28 januari 2014
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2014:596
Zaaknummer
HAA 13/3178
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-08-2024]

Inhoudsindicatie

De rechtbank is op basis van de afdruk van het microfiche en de ambtsedige verklaring van oordeel dat vaststaat dat eiser en/of zijn echtgenote in 1994 gerechtigd waren tot een bankrekening bij de Kredietbank Luxembourg. Op grond daarvan is het vermoeden gerechtvaardigd dat de door verweerder gevraagde gegevens en inlichtingen van belang zijn voor de bepaling van de hoogte van de op te leggen aanslag inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen over 2009 tot (minimaal) het genoemde saldo van ruim f 23.000.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 13/3178

Uitspraakdatum: 15 januari 2014

Uitspraak van de meervoudige kamer in het geding tussen

[X] te [Z], eiser,

en

de inspecteur van de Belastingdienst Amsterdam, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Verweerder heeft met dagtekening 17 september 2012 op naam van eiser een informatiebeschikking in de zin van artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) genomen met betrekking tot een op te leggen aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het belastingjaar 2009.

1.2.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 4 juni 2013 de beschikking gehandhaafd.

1.3.

Eiser heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

1.4.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 december 2013. Eiser is daar in persoon verschenen, bijgestaan door [A]. Namens verweerder zijn verschenen mrs. D.P. Laansma en V.P. Wakkerman. De zaak is ter zitting gelijktijdig behandeld met de zaak van [A], nummer 13/3179.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Eiser, geboren in [JAARTAL], is gehuwd met [A], geboren in [JAARTAL].

2.2.

Tot de stukken behoort:

- een afdruk van een microfiche, afkomstig van de [NAAM BANK] met de vermelding:

[TEKST] ;

- een ambtsedige verklaring van 2 augustus 2013 van een medewerker van de Belastingdienst FIOD waarbij deze aangeeft dat slechts één persoon als mogelijke rekeninghouder in aanmerking komt, te weten eiser.

2.3.

Eiser heeft in zijn aangifte inkomstenbelasting over 2009 melding gemaakt van banktegoeden, maar niet van in het buitenland aangehouden rekeningen.

2.4.

Verweerder heeft over eerdere jaren dan 2009 inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen geheven terzake van inkomsten uit buitenlandse bankrekeningen. Verweerder heeft nog geen uitspraak gedaan op het bezwaar tegen de over die jaren opgelegde belastingaanslagen.

2.5.

Op 8 juni 2012 heeft verweerder met betrekking tot het belastingjaar 2009 vragen gesteld aan eiser. Deze heeft op 24 juni 2012 geantwoord dat hij geen bankrekening in het buitenland had aangehouden en daarom de gestelde vragen niet kon beantwoorden. In aansluiting hierop heeft verweerder de in geschil zijnde beschikking genomen met herhaling van de gestelde vragen.

2.6.

Op 11 november 2013 heeft de voorzieningenrechter bepaald dat eiser en zijn echtgenote op verbeurte van een dwangsom moeten voldoen aan het nakomen van de verplichtingen op grond van het bepaalde in artikel 47 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Eiser en zijn echtgenote hebben aansluitend contact gezocht met [NAAM BANK].

3 Geschil

In geschil is of de informatiebeschikking terecht is genomen.

Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en van de beschikking.

Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing