Rechtbank Noord-Holland, 04-02-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:714, AWB-13_3696
Rechtbank Noord-Holland, 04-02-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:714, AWB-13_3696
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 4 februari 2014
- Datum publicatie
- 5 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2014:714
- Zaaknummer
- AWB-13_3696
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-08-2024]
Inhoudsindicatie
Naheffingsaanslag premies werknemersverzekeringen is terecht opgelegd aan eiseres. Dat de loonadministratie was uitbesteed en dat de onjuiste heffing niet aan eiseres is te wijten, maken dit niet anders. Lange duur van boekenonderzoek leidt niet tot verlaging of vernietiging van de aanslag, en wordt voldoende gecompenseerd door een vermindering van de te betalen heffingsrente.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 13/3696
Uitspraakdatum: 4 februari 2014
Uitspraak van de meervoudige kamer in het geding tussen
[X] , gevestigd te [Z], eiseres,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Almere, verweerder.
1 Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd tot een bedrag van € 67.091. Gelijktijdig is bij beschikking een bedrag aan heffingsrente in rekening gebracht van € 7.430.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 28 juni 2013 de naheffingsaanslag gehandhaafd en de heffingsrente verminderd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 januari 2014. Voor eiseres zijn verschenen [A] en [B], bijgestaan door mr. H.K. Jap-a-joe. Namens verweerder is verschenen H. Willekes, bijgestaan door R. Zondervan.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
Eiseres drijft een onderneming, bestaande uit een taxibedrijf. Zij had in de periode 2007 tot en met 2010 gemiddeld circa 18 werknemers in dienstbetrekking. De loonadministratie van eiseres werd tot december 2010 verzorgd door Administratiekantoor [A BEDRIJF] (hierna: het administratiekantoor).
Verweerder is op 21 december 2009 aangevangen met een boekenonderzoek bij eiseres. De reikwijdte van het onderzoek betrof uiteindelijk de aanvaardbaarheid van de aangiften loonheffingen over de tijdvakken januari 2006 tot en met december 2010. In het van het boekenonderzoek opgemaakte rapport van 12 juni 2012 is onder meer vastgesteld dat de werknemers in de loonadministratie in het geheel niet of slechts voor een deel waren aangegeven als verzekerden voor de werknemersverzekeringen. Hieruit wordt in het rapport geconcludeerd dat de over het loon verschuldigde loonheffingen (premies werknemersverzekeringen) onjuist zijn berekend. De totale correctie loonheffingen bedraagt volgens het rapport over het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 € 67.091.
Aan eiseres is met dagtekening 12 december 2012 een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd overeenkomstig de uitkomst van het boekenonderzoek.
3 Geschil
In geschil is of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Eiseres heeft aangevoerd:
- dat in het systeem zoals gebruikt door het administratiekantoor een fout zat waardoor te weinig premie is betaald, maar dat dit niet aan eiseres kan worden verweten;
- dat de Belastingdienst meerdere malen is benaderd met vragen over de hoogte van de af te dragen premies, omdat deze vanaf 2005 ineens zoveel lager waren dan in voorgaande jaren, maar dat nooit te kennen is gegeven dat sprake zou kunnen zijn van een fout;
- dat sprake is van schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, alsmede van artikel 6 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM), gelet op de lange duur van het boekenonderzoek; en
- dat verweerder de te weinig ontvangen premies op het administratiekantoor zou moeten verhalen.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de naheffingsaanslag.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.