Rechtbank Noord-Holland, 06-02-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:822, AWB-13_3169
Rechtbank Noord-Holland, 06-02-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:822, AWB-13_3169
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 6 februari 2014
- Datum publicatie
- 22 mei 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2014:822
- Zaaknummer
- AWB-13_3169
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-08-2024]
Inhoudsindicatie
Erfbelasting. Bepaling van de waarde van de woning.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 13/3169
Uitspraakdatum: 6 februari 2014
Uitspraak van de meervoudige kamer in het geding tussen
[X] , wonende te[Z], eiseres,
gemachtigde: [A],
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor [P], verweerder.
1 Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft aan eiseres met dagtekening 19 maart 2013 een aanslag erfbelasting opgelegd van € 5.983 voor een verkrijging van € 78.951. Voorts is bij beschikking een bedrag van € 131 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 mei 2013 de aanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 januari 2014.
Eiseres is daar in persoon verschenen, bijgestaan door de gemachtigde en door haar echtgenoot[B]. Namens verweerder is verschenen mr. A.J. Janssen.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
Op 6 september 2011 is [C] (hierna: erflater) overleden. Erflater heeft eiseres bij testament tot enig erfgenaam benoemd.
Tot de nalatenschap behoort het woonhuis met aanhorigheden gelegen aan de[D] (hierna: de woning). De WOZ-waarde van de woning bedraagt voor het kalenderjaar 2011 (waardepeildatum 1 januari 2010) € 232.000 en voor het kalenderjaar 2012 (waardepeildatum 1 januari 2011) als gevolg van een uitspraak van de rechtbank te Amsterdam € 200.000.
De woning is in augustus 2012 verkocht voor € 190.000.
In de aangifte is als waarde van de woning € 190.000 vermeld.
3 Geschil en standpunten van partijen
In geschil is voor welke waarde de woning in aanmerking dient te worden genomen. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de door de rechtbank Amsterdam vastgestelde WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2011 (€ 200.000) moet worden gevolgd. Eiseres is van mening dat onverkorte toepassing van artikel 21, vijfde lid, van de Successiewet 1956 (hierna: Sw) (tekst 2011) in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EP), aangezien dit voor eiseres een individuele en buitensporige last tot gevolg heeft. Verweerder stelt zich op het standpunt dat overeenkomstig de in 2011 luidende tekst van artikel 21, vijfde lid, van de Sw de WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2010 (€ 232.000) dient te worden gehanteerd. Dit leidt voor eiseres weliswaar tot een belastingdruk die 6,8 procentpunt hoger is, maar dat levert geen individuele en buitensporige last op, aldus verweerder.