Rechtbank Noord-Holland, 06-03-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:1672, AWB - 12 _ 134
Rechtbank Noord-Holland, 06-03-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:1672, AWB - 12 _ 134
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 6 maart 2015
- Datum publicatie
- 11 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2015:1672
- Zaaknummer
- AWB - 12 _ 134
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024]
Inhoudsindicatie
Eiseres mag niet verder ten laste van haar winst doteren aan haar voorziening voor borgstellingverplichtingen. De mogelijkheid van doteren aan de voorziening kan ook niet worden ontleend aan een gesloten compromis of gewekt vertrouwen.
Een op basis van het huurgarantiearrest (HR 3 december 2010, nr. 09/01513, ECLI:NL:HR:2010:BL2098) gebaseerd winstuitstel in combinatie met het vormen van een voorziening is evenmin mogelijk.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer: HAA 12/134
gemachtigden: mr. M.L. Molenaars en mr. R.A. de Boer,
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2008 een aanslag vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 15.939.767. Hierbij is heffingsrente in rekening gebracht en een verzuimboete van € 567 opgelegd.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 2 december 2011 de aanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd en de verzuimboete vernietigd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken/conclusies ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 november 2014. Namens eiseres zijn verschenen haar gemachtigden en drs. [A], bijgestaan door [B], [C], [D] en [E]. Namens verweerder zijn verschenen mr. A.G.G. van Asten en mr. G.J. Lamers, bijgestaan door M.M. van Aardrijk en E.A. Timmermans.
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres is opgericht in 1983. Zij heeft tot taak de toegang tot de kapitaalmarkt voor de aangesloten woningcorporaties te bevorderen tegen de laagst mogelijke kosten onder gunstige condities. Daartoe staat zij borg voor rente en aflossingsverplichtingen van de deelnemers. Volgens het jaarverslag van eiseres van 2010 is 96% van de woningcorporaties aangesloten bij eiseres en wordt 96% van de activiteiten van de aangesloten corporaties gefinancierd onder borging door eiseres. Het jaarlijkse rentevoordeel als gevolg van de borging door eiseres bedraagt € 500 tot € 800 miljoen. Dit rentevoordeel komt ten goede aan de deelnemende corporaties. Dit jaarverslag van 2010 vermeldt verder dat dankzij de stringente risicomonitoring de zekerheidsstructuur van eiseres in 27 jaar nog nooit was aangesproken.
2. Eiseres verleent borgstelling aan geldgevers voor leningen aan de deelnemende woningcorporaties voor nieuwbouw, woningverbetering, aankoop van woningen, verzorgings-/verpleegtehuizen en andere activa met een maatschappelijke functie (niet-woningen). Uitsluitend organisaties die op grond van artikel 70 van de Woningwet de status van “toegelaten instelling” hebben, kunnen voor borgstellingen door eiseres in aanmerking komen. Het is eiseres niet toegestaan om leningen te borgen die zijn aangegaan met het oog op de bouw van commercieel vastgoed.
3. Teneinde de corporaties in de gelegenheid te stellen om leningen tegen gunstige condities aan te trekken is een zekerheidsstructuur ontwikkeld, die bestaat uit drie lagen.
De primaire zekerheid voor de leningen welke worden geborgd door eiseres bestaat uit het eigen vermogen van de betreffende woningcorporaties. De woningcorporaties dienen in eerste instantie zelf zorg te dragen voor de betaling van rente en aflossing van de lening. Eiseres stelt bij het beoordelen van een aspirant deelnemer eisen aan haar kredietwaardigheid. Hierbij wordt onder meer de zogenoemde 2%-aflossingsfictie gehanteerd, waarbij de norm is dat de kasstromen positief moeten zijn na aftrek van 2% aflossing op de leningen en de corporatie in staat is haar leningenportefeuille in 50 jaar af te lossen met de gegenereerde operationele kasstromen. Indien een woningcorporatie niet kredietwaardig is, komt zij niet in aanmerking voor de borgingsfaciliteiten van eiseres.
Indien een corporatie desondanks in de financiële problemen komt, heeft het Centraal Fonds Volkshuisvesting (hierna: het CFV) tot taak om de betreffende corporatie te saneren. Deze taak vloeit voort uit de Woningwet. De wijze waarop het CFV de sanering uitvoert is de verantwoordelijkheid van het CFV. Het CFV wordt net als eiseres gevuld met financiële bijdragen van de woningcorporaties. In een convenant tussen CFV en eiseres (Convenant Naadloze Aansluiting; zie hierna) is nader uitgewerkt hoe beide organisaties hun werkzaamheden op elkaar afstemmen. De middelen die het CFV op jaarbasis ter beschikking staan om de sanering uit te voeren, zijn op basis van het Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting gelijk aan 1% van de totale huursom.
4. De secundaire zekerheid voor de leningen die zijn geborgd door eiseres bestaat uit het eigen vermogen van eiseres. Dit komt aan de orde in geval de corporatie niet voldoet aan haar rente- en aflossingsverplichtingen en sanering door het CFV niet plaatsvindt dan wel sanering geen afdoende oplossing vormt voor de financiële problemen van de betreffende corporatie. De mogelijke verplichtingen die voortvloeien uit de borgstelling, worden gedekt uit het zogenoemde garantievermogen. Het garantievermogen is opgebouwd uit het eigen vermogen/risicovermogen van eiseres en de door de deelnemers aan te houden obligo’s. Uit de achtervangovereenkomsten volgt dat het risicovermogen bestaat uit het eigen vermogen van eiseres minus vlottende activa. Obligo’s zijn de bedragen die eiseres van de deelnemende corporaties zal invorderen indien het risicovermogen het garantieniveau onderschrijdt. Het garantieniveau bedraagt 0,25% van de som van het schuldrestant per 31 december van het laatst verstreken kalenderjaar (garantievolume of totaal geborgde leningen). Met deze obligo’s staan deelnemers onderling garant voor elkaar. De hoogte van het obligotarief is vastgesteld op 3,85% over het schuldrestant van de geborgde leningen.
5. De tertiaire zekerheid voor de geborgde leningen bestaat uit de achtervang van Rijk en gemeenten. Indien na het invorderen van de obligo’s het risicovermogen nog steeds onder het garantieniveau van 0,25% blijft, hebben Rijk en gemeentes, ieder voor de helft, de verplichting om op eerste verzoek van eiseres renteloze leningen aan haar te verstrekken. Terugbetaling van de renteloze leningen komt aan de orde als het garantievermogen 1% van de uitstaande schuldrestanten bedraagt. Tot de gedingstukken behoren de zogenoemde achtervangovereenkomsten van eiseres met Rijk en gemeenten (VNG), waarin onder meer beperkingen zijn gesteld aan de borgingsmogelijkheden van eiseres, zoals de bepaling dat eiseres zich maximaal borg kan stellen voor een bedrag dat gelijk is aan 50% van de WOZ-waarde van het door de deelnemer aangeboden onderpand.
6. Eiseres staat borg voor de rente- en aflossingsverplichtingen van deelnemers tot maximaal 50% van de WOZ-waarde van de onroerende zaken die de woningcorporaties als onderpand hebben ingebracht. De afslag van 50% is gebaseerd op de fictie dat de verkoopwaarde van verhuurde wooneenheden slechts 70% van de WOZ-waarde (waarde in onverhuurde staat) bedraagt. Daarnaast geldt nog een risicobuffer van 30%, waardoor de 70% van de WOZ-waarde nogmaals met 30% wordt verlaagd. Per saldo is de berekening 70% maal 70% van de WOZ-waarde van het bezit, ofwel 49% (afgerond 50%) van de WOZ-waarde van het ingebrachte onderpand dat voor borgstelling in aanmerking komt.
7. Indien eiseres wordt aangesproken op grond van de borgstelling verkrijgt zij een regresrecht op de betreffende deelnemer. Rente en aflossing dienen uit dien hoofde te worden vergoed aan eiseres. De woningcorporaties hebben zich verplicht hun bezit vrij te houden van overige rechten van derden. Op eerste verzoek van eiseres zal de woningcorporatie een recht van hypotheek vestigen ten behoeve van eiseres op het bezit dat als onderpand voor de borgstelling is ingebracht.
8. Voor borgstellingsovereenkomsten tot 1 juli 2007 was eenmalig disagio verschuldigd bij de ondertekening van de borgtochtovereenkomst. Vanaf 1 juli 2007 is geen disagiovergoeding meer verschuldigd, maar brengt eiseres per kwartaal een borgstellingsvergoeding in rekening over het actuele schuldrestant van de lening. Deze vergoeding bedraagt € 69 per € 1 miljoen aan schuldrestant en wordt per kwartaal gefactureerd en als bate verantwoord door eiseres.
9. Het “Reglement van deelneming [X]” zoals dat gold per 1 juli 2007 houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
“Artikel 17. Beoordeling
1. De stichting kan zich borg stellen nadat is gebleken, dat de deelnemer op dat moment nog voldoet aan de voorwaarden voor inschrijving en beschikt over voldoende faciliteringsvolume als omschreven in artikel 18.
2. De stichting kan geldleningen borgen die voldoen aan de voorwaarden van de standaardovereenkomsten tot geldlening, de voorwaarden vastgelegd in dit reglement en de overige door het bestuur van de stichting vastgestelde richtlijnen, passend in het risicobeheersingsbeleid. Van vaststelling of wijziging van de richtlijnen zal onverwijld mededeling worden gedaan aan de deelnemers.