Rechtbank Noord-Holland, 03-04-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:3032, HAA 14/1670
Rechtbank Noord-Holland, 03-04-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:3032, HAA 14/1670
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 3 april 2015
- Datum publicatie
- 10 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2015:3032
- Zaaknummer
- HAA 14/1670
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024]
Inhoudsindicatie
Omdat inspecteur heeft ter zake van de geldswaarde van beide percelen van verschillende grootte ten tijde van de ruiling niets gesteld, volgt de rechtbank de stelling van eiser dat de waarde in het economische verkeer per m² van de geruilde grond (en daarmee de kostprijs) ten tijde van de ruiling min of meer gelijk was aan de prijs per m² waartegen de verkregen grond uiteindelijk aan projectontwikkelaar is verkocht. Derhalve is niet aannemelijk geworden dat eiser met de aan- en wederverkoop van de aan de orde zijnde grond enig voordeel heeft behaald.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer: HAA 14/1670
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 april 2015 in de zaak tussen
[X] , wonende te [woonplaats 1], eiser
(gemachtigde: mr. J.J.[LETTER 2]. Bleeker RB),
en
13/4857
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiser met dagtekening 19 december 2012 voor het jaar 2009 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (ib/pvv) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 417.806.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 260.572.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft een conclusie van repliek ingediend.
Verweerder heeft een conclusie van dupliek ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 maart 2015 te Haarlem.
Eiser is verschenen met zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door W.N.[LETTER 2]. Doedens, bijgestaan door mr. J.N.A.H. Renckens.
Overwegingen
Feiten
1. Op 23 juni 2009 hebben eiser en zijn broer percelen landbouwgrond gekocht, kadastraal bekend onder onderscheidenlijk gemeente [PLAATSNAAM 1], sectie [LETTER 1], nummer [NUMMER 1], groot 0.89.70 ha, en onder gemeente [PLAATSNAAM 2], sectie [LETTER 2], nummer [NUMMER 2], groot 1.11.20 ha alsmede nummer [NUMMER 3], groot 0.14.10 ha. De koopsom bedroeg € 300.000 en de aankoopkosten beliepen € 19.367. De percelen, met een totale oppervlakte van 2.15.00 ha, zijn op 26 juni 2009 aan eiser en zijn broer geleverd.
2. Een deel van de hiervoor bedoelde landbouwgrond is door belanghebbende en zijn broer verkocht en op 18 september 2009 geleverd aan [A] en [B]. De akte van levering van 18 september 2009 bepaalt – voor zover van belang – het volgende:
“KOOPOVEREENKOMST
Verkoper en koper zijn met betrekking tot na te melden registergoed op elf september tweeduizend negen een koopovereenkomst aangegaan.
De koopovereenkomst werd niet ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland.
De termijn van de wettelijke bedenktijd is niet van toepassing.
LEVERING, REGISTERGOED, GEBRUIK
Blijkens gemelde koopovereenkomst heeft verkoper aan koper verkocht en levert op grond daarvan aan koper, die blijkens voormelde overeenkomst van verkoper heeft gekocht en bij deze, ieder voor de onverdeelde helft, aanvaardt:
een perceel landbouwgrond gelegen aan de [ADRES], gemeente [PLAATSNAAM 2], kadastraal bekend als gemeente [PLAATSNAAM 2], sectie [LETTER 2], nummer [NUMMER 2], groot één hectare elf are en twintig centiare (1.11.20 ha.) en [PLAATSNAAM 1], sectie [LETTER 1], nummer [NUMMER 3] groot veertien are en tien centiare (14.10 are)”.
3. Eiser en zijn broer hebben op hun beurt van [A] percelen cultuurgrond gekocht met een totale oppervlakte van 1.69.90 ha. Het gaat om de percelen kadastraal bekend onder gemeente [PLAATSNAAM 2], sectie [LETTER 2], nummer [NUMMER 4] (gedeeltelijk) en gemeente [PLAATSNAAM 1], sectie [LETTER 1], nummer [NUMMER 5] (gedeeltelijk), gezamenlijk groot 0.36.50 ha, gemeente [PLAATSNAAM 2], sectie [LETTER 2], nummer [NUMMER 6], groot 0.01.80 ha, alsmede gemeente [PLAATSNAAM 1], sectie [LETTER 1], nummer [NUMMER 6], groot 1.31.60 ha. De desbetreffende koopovereenkomst is door partijen op 18 september 2009 ondertekend en op 21 september 2009 ingeschreven in de openbare registers. De levering van de grond heeft plaatsgevonden op 27 november 2009.
4. De ter zake van beide hiervoor bedoelde transacties overeengekomen koopsom bedroeg € 84.950, hetgeen ter zake van de door belanghebbende en zijn broer verworven grond neerkomt op een prijs van € 5 per [LETTER 2]². Het initiatief tot de transacties is genomen door [A]. Omdat het perceel waarop zijn woning is gebouwd, is gelegen naast de door hem verworven percelen met een totale oppervlakte van 1.25.30 ha, was hij bereid om percelen met een grotere oppervlakte (namelijk 1.69.90 ha) af te staan. Voor eiser en zijn broer resulteerden de transacties dan ook in een toename van de oppervlakte van hun grond met 0.44.60 ha tot 2.59.60 ha.
5. Aan de hiervoor bedoelde transacties zijn verschillende e-mails vooraf gegaan. Op 23 augustus 2009 heeft [A] aan [C] van [A BEDRIJF] Makelaardij te [PLAATSNAAM 3] (hierna: [A BEDRIJF]) het volgende gemaild:
“In het laatste gesprek met de familie [X] hebben we het over de door ons voorgestelde grondruil achter ons huis gehad. Zij zouden dan wel eerst het weilandje van de buren moeten kopen. Tot nog toe staat het huis nog te koop en ik ga er van uit dat het weilandje ook nog niet door ze is aangekocht. (…) Nu hadden we in ons voorstel de aankoopdatum op 1 september gesteld en dat is al dinsdag over een week. Misschien is het verstandig om weer een keer contact met ze op te nemen om te horen hoe het er voor staat.”
Op donderdag 10 september 2009 bericht [A BEDRIJF] aan eiser en zijn broer:
“Bijgaand doe ik u het concept voorstel van [A] toekomen.
(…)
Het voorstel is tevens aan [A] verzonden ter beoordeling.”
In het document dat aan dit e-mailbericht is gehecht, is het volgende opgemerkt: