Home

Rechtbank Noord-Holland, 24-04-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:4000, HAA 13/4672 & 13/4673

Rechtbank Noord-Holland, 24-04-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:4000, HAA 13/4672 & 13/4673

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
24 april 2015
Datum publicatie
20 mei 2015
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2015:4000
Zaaknummer
HAA 13/4672 & 13/4673
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024]

Inhoudsindicatie

Boekenonderzoek coffeeshop. Verwerping administratie. Voor 2004 wel nieuw feit, voor 2005 staan de eerder gehouden WTP’s aan het aannemen van een nieuw feit in de weg. Omdat kwade trouw ontbreekt, geen bevoegdheid tot navordering. Hoewel uitspraak op bezwaar dateert van na 1 juli 2011, oordeelt de rechtbank dat nu de navorderingaanslag Vpb 2004 reeds vóór 1 juli 2011 is opgelegd met toepassing van de omkering en verzwaring van de bewijslast in verband met het niet voldoen aan de administratieplicht van artikel 52 van de AWR, het rechtsgevolg van omkering reeds is ingetreden en verweerder dus geen informatiebeschikking behoefde te nemen. Schatting redelijk. Boete wegens voorwaardelijk opzet voor 2004 terecht.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 13/4672 en 13/4673

uitspraak van de meervoudige kamer van 24 april 2015 in de zaken tussen

[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres

(gemachtigde: mr. L.C. de Jager),

en

13/4672

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres met dagtekening 9 oktober 2010 voor het jaar 2004 een navorderingaanslag vennootschapsbelasting (Vpb) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 496.636. Tevens is bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 85.045.

Verweerder heeft aan eiseres met dagtekening 20 augustus 2011 voor het jaar 2005 een navorderingaanslag Vpb opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 524.493. Tevens is bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 82.097.

Naar aanleiding van het ingediende bezwaar heeft op 26 maart 2013 een hoorgesprek plaatsgevonden. Hiervan is een verslag opgemaakt. Op 24 juni 2013 heeft eiseres een reactie op het hoorverslag gegeven.

Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 10 oktober 2013 de aanslagen en boetebeschikkingen gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Partijen hebben gerepliceerd en gedupliceerd.

Eiseres heeft bij brief van 3 juli 2014 een aanvulling op de conclusie van repliek toegezonden. Deze is in afschrift verstrekt aan verweerder.

De rechtbank heeft op 2 december 2014 een nader stuk van eiseres ontvangen en in kopie doorgezonden naar verweerder.

De rechtbank heeft op 18 december 2014 een nader stuk van verweerder ontvangen en in kopie doorgezonden naar eiseres.

De rechtbank heeft op 29 januari 2015 een nader stuk van verweerder ontvangen en doorgestuurd naar eiseres.

De rechtbank heeft op 29 januari 2015 een nader stuk van eiseres ontvangen en doorgestuurd naar verweerder.

Op verzoek van de rechtbank heeft eiseres op 12 februari 2015 enkele ontbrekende stukken aan de rechtbank gestuurd. Deze stukken waren reeds in het bezit van verweerder. De rechtbank heeft een kopie van de begeleidende brief van eiseres d.d. 12 februari 2015 ter zitting aan verweerder overhandigd.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 februari 2015 te Haarlem.

Namens eiseres is verschenen [A]. Voorts is verschenen haar gemachtigde, vergezeld van [B]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden mr. R.J. Spoorenberg en R.J. Wolfs.

De rechtbank heeft het onderzoek geschorst teneinde eiseres in de gelegenheid te stellen een ordner met door haar tijdens het hoorgesprek geselecteerde stukken uit het dossier van verweerder over te leggen. Voorts is eiseres in de gelegenheid gesteld een complete versie van de bijlagen 13 en 15 van de conclusie van repliek aan de rechtbank toe te sturen.

De rechtbank heeft op 16 februari 2015 de gevraagde bijlagen ontvangen alsmede twee ter zitting getoonde pagina’s betreffende brutowinstpercentages.

De rechtbank heeft partijen bij brief van 23 februari 2015 verzocht of zij de rechtbank toestemming geven uitspraak te doen zonder nadere zitting.

Nadat beide partijen hiervoor toestemming hebben gegeven, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres is opgericht op 25 april 2003.

Eiseres exploiteert een horecabedrijf, waaronder begrepen de exploitatie van

een coffeeshop. De coffeeshop is gevestigd op de eerste verdieping van het

pand [ADRES]

De aandelen zijn als volgt verdeeld:

[A] 30%

[C] 30%

[D] 20%

[E] 20%

De heer [A] is de bestuurder.

2. Op 14 juli 2006 heeft verweerder bij eiseres een waarneming ter plaatse (hierna: WTP) gehouden. In het rapport van 20 juli 2006 staat onder meer:

“1 Reikwijdte van het bezoek

Het doel van het bezoek is:

- Het beoordelen van de administratieve organisatie en interne controle;

- Het beoordelen van de voorraadadministratie;

- Het verstrekken van inlichtingen over en het wijzen op de administratieve verplichtingen overeenkomstig de eisen van het bedrijf;

- Het verzamelen van actuele informatie;

Met nadruk wordt erop gewezen dat aan dit bezoek geen vertrouwen kan worden ontleend betreffende de aanvaardbaarheid van enige fiscale aangifte.

(…)

- Voor hoeveelheden van meer dan 500 gram wordt gebruik gemaakt van een zgn.

“safehouse’. Tot voor een maand geleden was dit bij de heer [A] thuis; na

een inbraak wordt de voorraad bewaard door een aantal vrienden c.q. kennissen. De heer [A] vervoert de softdrugs van de “safe-houses” naar het bedrijfsadres.

- Er wordt geen administratie bijgehouden van de voorraden in het “safehouse”.

- De inkopen soft drugs (ruw materiaal) worden in het kasboek vermeld zonder

vermelding van soort en hoeveelheid.

3.1.

Kasverantwoording

Belastingplichtige en een werkneemster ([F]) houden een geschreven kasboek bij. Dagelijks worden de omzetten frisdrank e.d. en softdrugs, contant betaalde facturen en bedragen en de pinontvangsten in het kasboek vermeld. Er wordt geen kassaldo bepaald. De omzet horeca wordt bepaald aan de hand van de Z-afslag van de computerkassa (groepenkassa) en het tellen van het aanwezige kasgeld. De omzet softdrugs wordt op dezelfde manier bepaald. De Z-afslagen van softdrugs worden niet bewaard. Deze afslagen vermelden informatie over de aanwezige voorraad per soort softdrugs, de bijvullingen per soort en de verleende kortingen. In het verleden is hier een afspraak over gemaakt met de heer Diependaal van de Belastingdienst, aldus de heer [A]. Uit deze afslagen blijkt dat de administratieve voorraad hoger is dan toegestaan (> 500 gram). Bij een politiecontrole zou het kunnen zijn, dat de politie hier melding van zal maken bij de gemeente Haarlem.

Bij wisseling van de dienst worden de kassa’s afgeslagen.

De inkopen wordt als volgt verwerkt in het kasboek:

De omzet softdrugs wordt over een aantal dagen opgeteld, waarna het inkoopbedrag op 60% van dat saldo wordt bepaald. Dat bedrag wordt dan contant afgerekend met de leveranciers. Het bedrag wordt in één keer in het kasboek gezet. Soms worden er kortingen verleend door de leveranciers. M.a.w.

de leveranciers worden achteraf betaald.

Bij aanvang van de werkdag wordt de aanwezige voorraad gecontroleerd met het computeroverzicht. Na controle wordt dit overzicht weggegooid (zie hierboven).

(…)

Belastingplichtige wordt er op gewezen dat de administratie van een coffeeshophouder, die hasj en wiet versnijdt in de coffeeshop, tenminste de volgende vastleggingen dient te bevatten:

Inkoopadministratie:

- Datum;

- Soort;

- Hoeveelheid in grammen uitgedrukt;

- Bedrag.

Voorraadadministratie:

- Datum;

- Soort;

- Beginvoorraad per soort in grammen uitgedrukt;

- Bijvullingen per soort in grammen uitgedrukt;

- Eindvoorraad per soort in grammen uitgedrukt;

- Representatie/eigen gebruik;

- Kortingen;

- Totaalkolom verkocht in hoeveelheid en waarde.

Aan de heer [A] zijn voorbeelden uitgereikt over hoe een inkoop- en voorraadadministratie bijgehouden kan worden.

Tijdens het gesprek is onder meer de bewaarplicht ter sprake gekomen. Middels een schrijven van 17 juli 2006 is er op de bewaarplicht gewezen en zijn er vervolgvragen gesteld die eventueel beantwoordt moeten worden door de leverancier van het systeem.

Omdat we tijdens de openingsuren in de zaak aanwezig waren en het programma niet wilde onderbreken, hebben wij niet kunnen constateren of aan de bewaarverplichtingen wordt voldaan. Uit de ons ter beschikking staande documentatie over het EB-POS programma en uw verklaring dat er geen backups worden gemaakt van de gegevens, lijkt het ons niet waarschijnlijk dat er aan de bewaarplicht wordt voldaan.

(…)

De bevindingen zullen worden opgenomen in het belastingdossier. De bevindingen zijn (nog) niet vergeleken met de door de ondernemer in het verleden gedane belastingaangiften. De ondernemer kan aan dit bezoek dan ook niet het vertrouwen ontlenen dat de door de ondernemer in het verleden ingediende aangiften daarmee zijn gecontroleerd en akkoord bevonden. Het is zeer wel mogelijk dat de verantwoordelijke belastinginspecteur bij de beoordeling van door de ondernemer ingezonden aangiftebiljetten, nog op deze waarnemingen terugkomt. Bijvoorbeeld in de vorm van aanvullende vragen.

Wellicht ten overvloede wordt nog opgemerkt dat de administratie zelf niet is beoordeeld. Uiteraard kan dan ook niet geconcludeerd worden dat de Belastingdienst aan die administratie haar goedkeuring verleent.

De ondernemer is er op attent gemaakt dat eventuele vervolgbezoeken in het kader van de waarneming ter plaatse voortaan niet meer zullen worden aangekondigd. Tevens is aan belastingplichtige medegedeeld dat bij deze (vervolg)bezoeken kan worden nagegaan:

- Welke voorraad softdrugs aanwezig is;

- Hoeveel het aanwezige kasgeld bedraagt;

- Welke personeelsleden in en voor de onderneming werkzaam zijn;

- Of wordt voldaan aan de verplichtingen met betrekking tot de administratie en aan de verplichtingen als werkgever.”

In het rapport van 3 november 2006 van de WTP gehouden op 26 oktober 2006 staat onder meer:

“De wijze van administreren van de aanwezige voorraad en de inkopen is niet veranderd sinds het vorige bezoek. De heer [A] heeft aangegeven vanaf 26 oktober 2006 de inkopen van softdrugs per soort, per hoeveelheid en per bedrag in het kasboek te gaan vermelden. Door het aanpassen van de computersoftware was hij hier nog niet aan toe gekomen. In het kasboek dienen de inkopen per

soort, per hoeveelheid en bedrag vastgelegd te worden.

Belastingplichtige wordt er nogmaals op gewezen dat van een coffeeshophouder, die hasj en wiet versnijdt in de coffeeshop, de administratie tenminste de volgende vastleggingen dient te bevatten:

Inkoopadministratie:

Voorraadadministratie:

Inkoopadministratie:

Voorraadadministratie:

Inkoopadministratie:

Voorraadadministratie:

Beslissing

Rechtsmiddel