Rechtbank Noord-Holland, 18-10-2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:8558, C/15/246579 / KG ZA 16-585
Rechtbank Noord-Holland, 18-10-2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:8558, C/15/246579 / KG ZA 16-585
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 18 oktober 2016
- Datum publicatie
- 1 november 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2016:8558
- Zaaknummer
- C/15/246579 / KG ZA 16-585
Inhoudsindicatie
Maatstaf uitleg referentie-eis. Tussenkomende partij
Uitspraak
vonnis
Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/246579 / KG ZA 16-585
Vonnis in kort geding van 18 oktober 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ODV MARITIEM B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudend te Almelo,
eiseres,
advocaat mr. L.E.M. Haverkort te Deventer,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
PROVINCIE NOORD HOLLAND,
zetelend te Haarlem,
gedaagde,
advocaat mr. L.M. Engels te 's-Gravenhage.
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRIGION SERVICES B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudend te Schiedam,
verzoekster in het incident,
advocaat mr. L.J.W. Sueters te ’s-Hertogenbosch.
Partijen zullen hierna ODV, de Provincie en Trigion genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding
- -
-
de incidentele conclusie primair tot tussenkomst, subsidiair tot voeging van Trigion
- -
-
de mondelinge behandeling
- -
-
de pleitnota van ODV
- -
-
de pleitnota van de Provincie
- -
-
de pleitnota van Trigion.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
Op 18 juni 2015 heeft de Provincie de Europese openbare aanbesteding voor ‘outsourcing bediening kunstwerken’ aangekondigd. De aanbestedingsstukken bestaan uit
- -
-
de Offerteaanvraag, met als bijlage A het Programma van eisen en als bijlage B de uitbestedingsovereenkomst
- -
-
de Nota van inlichtingen 1 d.d. 23 juli 2015
- -
-
de Nota van inlichtingen 2 d.d. 30 juli 2015 en 5 augustus 2015.
Op pagina 3 van de aankondiging staat:
‘De opdracht heeft betrekking op het bedienen van objecten, het overnemen van de operationele aansturing van de taak bediening kunstwerken en het overnemen en inzetten van de huidige provinciale bedienaren. De dienstverlening betreft:
- -
-
het organiseren en verzorgen van de bediening van bruggen, sluizen en veerponten;
- -
-
het overnemen van de zorg voor het huidige provinciale bedieningspersoneel;
- -
-
het deelnemen aan overleg met aanbesteder waar het dienstverlening en/of provinciale aspecten van de samenwerking betreft;
- -
-
het afstemmen van de bediening op renovatie en groot onderhoud van (vaar)wegen;
- -
-
het initiëren van en deelnemen aan projecten om de dienstverlening en de samenwerking verder te ontwikkelen;
- -
-
het monitoren van de prestaties en periodiek rapportage.’
In totaal heeft de opdracht betrekking op vijftig objecten. In bijlage 1 bij het Programma van eisen staat op welke 48 objecten (bruggen, sluizen en veerponten) de opdracht exact betrekking heeft.
Op grond van de Offerteaanvraag dient de inschrijver in een referentie aan te tonen dat hij ervaring heeft opgedaan met de volgende twee kerncompetenties, geldend als geschiktheidseis:
‘1) Eerder gerealiseerde insourcing van taken met bijbehorend personeel. Vergelijkbaar wil zeggen dat er tussen de tien en vijftien mensen zijn overgenomen dan wel gedetacheerd.
2) Een opdracht met een minimale contractduur van twee jaar met betrekking tot eerder verrichte objectbediening met een minimum van 10.000 bedieningsuren op jaarbasis.
Hierbij dient de referentie een opdracht te betreffen die gedurende de afgelopen drie jaar werd verricht.’
ODV heeft tijdig en geldig ingeschreven. Op 12 juli 2016 heeft de Provincie aangegeven voornemens te zijn de opdracht te gunnen aan Trigion. ODV is als tweede geëindigd.
ODV kon zich hiermee niet verenigen en heeft op 19 september 2016 geschreven aan de Provincie:
‘Het gunningsvoornemen riep bij ons vragen op omdat Trigion niet (zelfstandig) voldoet aan een ervaringseis die door de Provincie is gesteld (meer specifiek: kerncompetentie 2). Wij hebben dat ook benadrukt in het gesprek met de Provincie dat op 19 juli 2016 heeft plaatsgevonden. Namens de Provincie werd toen aangegeven dat onder ‘objectbediening’ zoals genoemd in de aanbestedingsstukken ook tunnelbediening moet worden verstaan.
Naar aanleiding van deze opmerking is bij ons het sterke vermoeden ontstaan dat Trigion heeft ingeschreven met een beroep op een referentie van Trigion Beveiliging B.V. op het gebied van tunnelbediening. Omdat een dergelijke referentie niet voldoet aan de door de Provincie gestelde ervaringseis zijn wij een kort geding gestart.’
Bij e-mailbericht van 22 september 2016 heeft de Provincie aan ODV bevestigd dat ‘Trigion een referentie van Trigion Beveiliging B.V. op het gebied van tunnelbediening bij haar inschrijving heeft gevoegd.’
3 Het geschil
ODV vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
de Provincie te gebieden de voorlopige gunningsbeslissing van 1 juli 2016 in te trekken en de inschrijving van Trigion ongeldig te verklaren en de Provincie te verbieden de opdracht - indien zij deze nog wenst te gunnen- aan een ander te gunnen dan ODV, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 1.000.000,00 ineens aan ODV, mocht de Provincie niet aan dit vonnis voldoen, kosten rechtens, waaronder begrepen de nakosten en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis.
De gemeente heeft verweer gevoerd.
Trigion vordert, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
in het incident: primair te worden toegelaten in het rechtsgeding als tussenkomende partij, subsidiair als voegende partij aan de zijde van de Provincie,
in de hoofdzaak: primair dat ODV niet ontvankelijk wordt verklaard in haar vorderingen, althans dat de vorderingen worden afgewezen, subsidiair de Provincie te verbieden de opdracht aan een ander dan Trigion te gunnen, voor zover de Provincie de opdracht nog wenst te gunnen,
in het incident en in de hoofdzaak: veroordeling van ODV in de proceskosten van Trigion, nakosten daaronder begrepen en te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de veertiende dag na dagtekening van dit vonnis.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.