Rechtbank Noord-Holland, 02-11-2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:9126, AWB - 13 _ 3879
Rechtbank Noord-Holland, 02-11-2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:9126, AWB - 13 _ 3879
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 2 november 2016
- Datum publicatie
- 7 november 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2016:9126
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHAMS:2018:1071, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 13 _ 3879
Inhoudsindicatie
“Verweerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat belastingplichtige gedurende de jaren 2007 tot en met 2009 inwoner was van Nederland. Daartoe acht de rechtbank het volgende redengevend. Belastingplichtige heeft niet de Nederlandse nationaliteit, was niet ingeschreven in het Nederlandse bevolkingsregister, had geen bankrekening in Nederland, was geen lid van enige vereniging en niet aannemelijk is dat belastingplichtige in Nederland werkzaam was, omdat verweerder zijn vermoeden dat sprake was van winsten behaald met de handel in cocaïne niet aannemelijk heeft gemaakt. Voorts is de rechtbank van oordeel dat belastingplichtige in de onderhavige jaren niet buitenlands belastingplichtig was. De aanslagen en bijbehorende beschikkingen dienen te worden vernietigd.”
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 13/3879, HAA 16/4161 en HAA 16/4162
(gemachtigde: mr. S.J. van der Woude),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiser voor de jaren 2007, 2008 en 2009 aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (ib/pvv), alsmede aanslagen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd. Gelijktijdig met de aanslagen ib/pvv zijn bij beschikkingen boetes opgelegd en bij de aanslag ib/pvv voor het jaar 2009 is tevens bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht.
Eiser heeft op 15 juli 2013 beroep ingesteld wegens het niet (tijdig) doen van uitspraken op bezwaar met betrekking tot de tegen de aanslagen en beschikkingen ingediende bezwaarschriften.
Verweerder heeft vervolgens op 27 augustus 2013 (in één geschrift vervatte) uitspraken op bezwaar gedaan, waarbij de aanslagen en beschikkingen zijn gehandhaafd.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 september 2016 te Haarlem. Eiser heeft zich daarbij laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde voornoemd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. H.W.G. Sweerts en W.J. Kuijper.
Overwegingen
Feiten
Ten aanzien van (de woonplaats van) eiser
1. Eiser is geboren te [A] (Italië) en heeft de Italiaanse nationaliteit. Hij en zijn echtgenote [B] (geboren te [C] , Italië, hierna: de echtgenote) hebben samen een kind, [D] , geboren te [C] , Italië op [# 1] .
2. Eiser heeft tot medio 2007 in [E] , Duitsland, een pizzeria geëxploiteerd onder de naam [F] .
3. Naar aanleiding van een zesvoudige moord gepleegd in [G] in de nacht van [# 2] 2007, waarvan eiser verdacht werd (tezamen met zijn zwagers [H] en [I] ), en een verzoek van de Duitse justitiële autoriteiten om uitlevering vindt op [# 3] 2009 een inval (hierna: de inval) plaats in de huurwoning [# 4] te [J] (hierna: [# 4] ). Daar is eiser samen met zijn zwager [H] aangetroffen en aangehouden. In [# 4] zijn ook de echtgenote en het kind van eiser aanwezig. Bij die inval vindt tevens huiszoeking plaats en worden naast onder meer een vuurwapen en vervalste identiteitsbewijzen, een bedrag aan contanten van in totaal € 546.275, horloges en een plastic tas met aankoopbonnen gevonden en in beslag genomen. Bovendien worden een huurcontract betreffende een appartement [K] (hierna: [K] ) en kwitanties van huurbetalingen betrekking hebbend op [K] aangetroffen. Uit de op de aanhouding van eiser gevolgde politieverhoren wordt duidelijk dat eiser met echtgenote en kind verblijft in slaapkamer 3 en zijn zwager in slaapkamer 1 van de door verweerder overgelegde plattegrond van [# 4] . Zowel eiser als [H] bevestigt dat de in elk van de als zodanig door verweerder geduide slaapkamers gevonden contanten en horloges toebehoren aan degene die in de betreffende kamer verbleef.
4. Bij de in onderdeel 3 genoemde huiszoeking wordt tevens aangetroffen een visitekaartje van [L] . Zij is verhoord door de politie. Uit haar verhoor blijkt dat zij bemiddeld heeft in de verhuur van [# 4] aan een onbekende man. De huur is ingegaan op 1 februari 2009. De huur is contant betaald. Er is geen huurcontract.
5. Het in onderdeel 3 genoemde huurcontract [K] staat op naam van [M] . De huur is ingegaan op 1 december 2005. Van de contant betaalde huur zijn verscheidene kwitanties bij de in onderdeel 3 genoemde huiszoeking gevonden.
6. Uit Italiaanse rechtshulpverzoeken van [# 6] en [# 7] 2008 volgt dat de zusters van eiser, [N] , [O] (echtgenote van [H] ) en [P] (echtgenote van [I] ) samen met een neef op [# 8] 2008 vanuit Italië zijn vertrokken en na een lange reis door Italië, Frankrijk en België in Nederland zijn aangekomen. Naar aanleiding van de rechtshulpverzoeken is de verblijfplaats van de zussen ontdekt: [Q] . Op [# 9] 2008 is de zwager van eiser, [I] , aangehouden op [R] . De zussen van eiser zijn aangehouden aan de [Q] , eveneens op [# 9] 2008.
7. Op [# 10] 2009 is eiser uitgeleverd aan Italië. Op [# 11] 2011 is hij in Italië tot levenslang veroordeeld voor de moorden in [G] . Hij is sinds zijn uitlevering gedetineerd in Italië.
8. Op 14 mei 2009 laat het Openbaar Ministerie weten eiser niet strafrechtelijk in Nederland te vervolgen. Aanvankelijk was eiser verdacht van witwassen en het in het bezit hebben van een vals document. Beiden verdenkingen zijn geseponeerd wegens onvoldoende nationaal belang en de verdenking van witwassen is voorts geseponeerd omdat een ander dan strafrechtelijk ingrijpen prevaleerde. Uit de brief van het Openbaar Ministerie blijkt verder dat “onder hem” in beslag zijn genomen een horloge en € 40.100 aan contanten.
9. Tegen eiser was een Europees Arrestatiebevel uitgevaardigd. In verband met een uitleveringsverzoek heeft het Italiaanse Ministerie van Justitie op 8 april 2009 informatie verstrekt over onder meer de periode eind 2006 tot en met [# 15] 2007, waaruit blijkt dat eiser van [# 12] 2006 tot [# 13] 2007 gedetineerd was in Italië, tot [# 14] 2007 huisarrest had in Italië, vervolgens naar Duitsland is gegaan en in ieder geval tot [# 15] 2007 in Duitsland heeft verbleven.
Ten aanzien van de aanslagen
10. Verweerder heeft op 28 april 2009 voorlopig aanslagen ib/pvv voor (onder meer) de jaren 2007 tot en met 2009 aan eiser opgelegd. Bij brief van eveneens 28 april 2009 worden eiser aangiftebiljetten ib/pvv voor de jaren 2007 en 2008 uitgereikt en worden vragen gesteld op grond van artikel 47 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) met betrekking tot zijn woonplaats, [F] en het bij de inval aangetroffen geld. De aangiftebiljetten 2007 en 2008 zijn niet ingediend door eiser. Het aangiftebiljet ib/pvv voor het jaar 2009 is op 10 juni 2011 uitgereikt. Dit biljet is door verweerder (met begeleidend schrijven van de gemachtigde van eiser) oningevuld retour ontvangen op 10 augustus 2011.
11. De onderhavige aanslagen ib/pvv en Zvw zijn opgelegd op 31 december 2010 (2007 en 2008), respectievelijk 31 december 2012 (2009). De aanslagen ib/pvv zijn opgelegd naar de volgende bedragen:
Jaar200720082009
Belastbaar inkomen box 1 € 660.875 € 612.875 € 560.525
Belastbaar inkomen box 3 € 636.875 € 586.700 € 280.262
Bij de aanslagen ib/pvv zijn vergrijpboetes opgelegd van 100% tot bedragen van € 340.751 (2007), € 315.054 (2008) en € 284.068 (2009). Bij de aanslag ib/pvv voor het jaar 2009 is een bedrag van € 25.512 aan heffingsrente in rekening gebracht.
12. Verweerder heeft de aanslagen ib/pvv 2007 en 2008, alsmede de daarbij opgelegde vergrijpboetes toegelicht bij brief van 23 december 2010. Daarin is vermeld:
“Aanleiding opleggen aanslagen
Naar aanleiding van een verzoek om uitlevering van de Duitse justitiële autoriteiten bent u samen met uw zwager [H] op [# 3] 2009 door opsporingsmedewerkers van de Nationale Recherche aangehouden op het adres [# 4] , [# 16] te [J] , alwaar ook uw echtgenote en uw kind verbleven. Bij deze aanhouding zijn diverse zaken en vermogensbestanddelen in beslag genomen. Naar aanleiding van uw aanhouding is door de Nationale Recherche een strafrechtelijk onderzoek ingesteld. De resultaten van dit onderzoek zijn met toestemming van de Officier van Justitie aan de Belastingdienst ter beschikking gesteld. Aan de hand van deze onderzoeksresultaten zijn uw belastbare inkomens voor de jaren 2007 en 2008 als volgt vastgesteld: