Rechtbank Noord-Holland, 24-11-2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:9563, HAA - 14 _ 1761, 14 _1762, 14 _1763, 14_ 1764
Rechtbank Noord-Holland, 24-11-2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:9563, HAA - 14 _ 1761, 14 _1762, 14 _1763, 14_ 1764
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 24 november 2016
- Datum publicatie
- 29 december 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2016:9563
- Zaaknummer
- HAA - 14 _ 1761, 14 _1762, 14 _1763, 14_ 1764
Inhoudsindicatie
Er zijn geen informatiebeschikkingen gegeven. Navordering over het jaar 2010 is niet mogelijk wegens het ontbreken van een nieuw feit, niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 16 lid 2 letter c van de Awr en de afwezigheid van kwade trouw bij eiseres.
De administratie van eiseres, een coffeeshop, vertoont weliswaar (formele) gebreken, maar deze zijn niet zodanig dat kan worden gezegd dat in de jaren 2007-2009 de vereiste aangiftes niet zijn gedaan.
Vernietiging van alle navorderingsaanslagen en boetes.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummers: HAA 14/1761, HAA 14/1762, HAA 14/1763 en HAA 14/1764
(gemachtigde: mr. W.J.L.H. Oomen)
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2007 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [A NUMMER] ) vennootschapsbelasting (hierna: vpb) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 255.137, vermeerderd met een bedrag van € 2.939 aan heffingsrente. Daarbij is voorts bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 5.000 (zaaknummer HAA 14/1761).
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2008 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [B NUMMER] ) vpb opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 374.972, vermeerderd met een bedrag van € 3.081 aan heffingsrente. Daarbij is voorts bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 7.000 (zaaknummer HAA 14/1762).
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2009 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [C NUMMER] ) vpb opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 398.362, vermeerderd met een bedrag van € 1.586 aan heffingsrente. Daarbij is voorts bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 5.700 (zaaknummer HAA 14/1763).
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2010 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [D NUMMER] ) vpb opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 458.135, vermeerderd met een bedrag van € 1.145 aan heffingsrente. Daarbij is voorts bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 7.000 (zaaknummer HAA 14/1764).
Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren tegen de navorderingsaanslagen ongegrond verklaard en de boetes verminderd tot respectievelijk € 4.625 (2007), € 6.475 (2008), € 5.272 (2009) en € 6.475 (2010).
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Beide partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Tot de door verweerder overgelegde stukken behoren in geanonimiseerde vorm opgemaakte rapporten van boekenonderzoeken, in verband waarmee verweerder een beroep op artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft gedaan. Nadat de geheimhoudingskamer van deze rechtbank bij beslissing van 31 maart 2016 heeft bepaald dat beperking van de kennisgeving voor de geanonimiseerde delen gerechtvaardigd is, heeft eiseres toestemming gegeven als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 juni 2016 te Haarlem. Op deze zitting zijn tevens behandeld de beroepen van [A] , bij de rechtbank geregistreerd onder de nummers HAA 14/1765, HAA 14/1768, HAA 14/5314 en HAA 14/5315.
Namens eiseres is verschenen [A] , bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.N.A.H. Renckens, H.J. Otte, F. Hommersom en C. Tompot.
Overwegingen
Feiten
1. [A] is enig aandeelhouder en bestuurder van [A BEDRIJF] B.V. die 100% van de aandelen houdt in eiseres.
2. Eiseres exploiteert vanaf februari 2007 een coffeeshop. De coffeeshop richt zich op de verkoop van softdrugs, koffie, thee en frisdrank.
3. Op 6 september 2011 heeft verweerder schriftelijk aangekondigd dat een boekenonderzoek wordt ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften vpb, loonheffing en inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: ib/pvv) over de jaren 2007 tot en met 2010.
4. Het boekenonderzoek is op 26 september 2011 gestart met een inleidend gesprek met [A] . Op 4, 7, 10, 26 en 31 oktober 2011 hebben bij eiseres bedrijfsbezoeken plaatsgevonden. Op 25 oktober en 7 december 2011 en 25 januari 2012 heeft verweerder schriftelijk nadere vragen gesteld die door [B] van [B BEDRIJF] zijn beantwoord.
5. Van het boekenonderzoek is een conceptrapport opgemaakt dat op 22 augustus 2012 aan de gemachtigde van eiseres is verzonden. Het conceptrapport is ook het definitieve rapport geworden. Het rapport luidt, voor zover van belang:
“1.3Reikwijdte onderzoek
Conform hetgeen daarover is vermeld in de brief van 06 september 2011 zijn de volgende aangiften in het onderzoek betrokken:
-Vennootschapsbelasting van [X] BV over de jaren 2007 tot en met 2010;
-Loonheffing van [X] BV over de tijdvakken 01 januari 2007 tot en met 31 december 2010;
-Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van de heer [A] over de jaren 2007 tot en met 2009. De aangifte IB/PH over het jaar 2010 was op 01 mei 2012 nog niet ingediend.
[…]
De administratie bestaat uit:
-dagafschriften van de ondernemersrekening bij de [A BANK] met nummer [E NUMMER] ;
-dagafschriften van de ondernemersrekening bij de [A BANK] met nummer [F NUMMER] ;
-afschriften van de internetspaarrekening bij de [A BANK] met nummer [G NUMMER] ;
-dagelijkse afrekeningen van de omzet per dienst (opgesteld door het dienstdoende personeelslid);
-omzetverslagen per maand, welke in de kas worden geboekt door [B BEDRIJF] .
-inkoopfacturen tabak, onkostennota’s;
-kopie ID-bewijzen, arbeidsovereenkomsten.
Een kasboek waarin naast de omzet hash, wiet en joints ook de inkopen softdrugs zijn genoteerd, is niet bijgehouden. In de onderzochte jaren is aan het einde van elke maand telkens 60% van de omzet softdrugs als inkoopwaarde geboekt.
Om de volgende redenen geeft de gevoerde (kas)administratie geen volledig en juist beeld van de feitelijke bedrijfsvoering.
Inkopen softdrugs
Van de inkopen softdrugs wordt geen enkele aantekening (datum, soort, prijs en gewicht/aantallen) gehouden. De inkoopwaarde van de softdrugs is aan het einde van de maand telkens vastgesteld op 60% van de in die maand geboekte omzet softdrugs. Feitelijk wordt er dagelijks wiet ingekocht en drie of vier keer per week hash en joints.
In zijn brief van 20 maart 2012 voert de heer Oomen de volgende argumenten tegen onze bevinding (het niet boeken van de feitelijke inkopen) aan:
A. Het kasregister geeft in detail (soort, gewicht, prijs en datum bijvullen en voorraadpositie per begin en eind van de dienst) de inkopen van de softdrugs weer.
B. De betalingen worden in het kasboek geboekt. De inkopen worden volgens cliënt van één leverancier gekocht. Levering geschiedt doorlopend. Er wordt achteraf per maand betaald op basis van de verkochte goederen. De afspraak is dat 60% van de omzet als inkoop wordt aangemerkt. De betaling geschiedt na de verkoop.
Onze reactie op de door de heer Oomen aangevoerde argumenten luidt als volgt:
Ad A. Het kasregister geeft uitsluitend de bijvullingen van de softdrugs in de coffeeshop weer, maar geeft geen informatie over de daadwerkelijk ingekochte (buiten de coffeeshop aangehouden) soorten en hoeveelheden softdrugs.
Ad B. Om de volgende redenen zijn de door de heer Oomen aangevoerde argumenten ons inziens niet valide:
1. Tijdens het op 26 september 2011 met de heer [A] gevoerde inleidend gesprek (zie hiervoor het verslag van 27 september 2011) vertelde de heer [A] dat hij:
-zich voornamelijk bezig houdt met de inkoop;
-het beheer van de voorraad heeft uitbesteed aan een derde.
2. Tijdens het inleidend gesprek hebben wij de heer [A] uitdrukkelijk naar de door hem betaalde inkoopprijzen gevraagd. De heer [A] verstrekte onder andere de volgende inkoopprijzen:
-Kleine wiet joint € 1,50 per stuk
-Afghaan € 2,00 per gram
-Polm € 3,75 per gram
-Sativa’s € 3,80 a € 4,50 per gram
Voor de sativa’s is in het verslag van het inleidend gesprek door ons een inkoopprijs van € 3,80 a € 4,- per gram genoteerd. Op 03 oktober 2011 ontvingen wij van de heer [B] de opmerking dat de inkoopprijzen van de sativa’s € 3,80 tot € 4,50 per gram bedragen.
3. Bij de hiervoor door de heer [A] genoemde inkoopprijzen behoren volgens de prijslijst navolgende verkoopprijzen:
-Kleine wiet joint € 3,00 per stuk
-Afghaan € 6,00 per gram
-Polm € 6,50 per gram
-Aanbieding Polm € 5,50 per gram (verkoop 5 gram voor € 27,50)
Dit zou tot de volgende inkoopprijzen moeten leiden:
-Kleine wiet joint 60% van € 3,00 = € 1,80
-Afghaan 60% van € 6,00 = € 3,60
-Polm 60% van € 6,50 = € 3,90
-Aanbieding Polm 60% van € 5,50 = € 3,30
Laatstgenoemde inkoopprijzen stroken niet met de door de heer [A] genoemde inkoopbedragen. Het is onwaarschijnlijk dat [X] BV niet tegen reguliere/wisselende marktprijzen zou inkopen. Zie hiervoor ook hoofdstuk 3.6 (brutowinstmarge softdrugs) van dit verslag.
4. Het is tevens zeer onwaarschijnlijk dat een leverancier in deze riskante markt geen directe betaling voor daadwerkelijk geleverde softdrugs eist, maar genoegen neemt met een (tot 30 dagen later) uit te betalen percentage van de opbrengst van de geboekte omzet softdrugs in de coffeeshop, terwijl deze leverancier geen invloed op de geboekte omzet heeft.
Wij concluderen dat bijna dagelijks softdrugs door de heer [A] zijn ingekocht en betaald. Ook is het onwaarschijnlijk dat een coffeeshop afhankelijk is van slechts één leverancier.
Voorraad softdrugs
Op de balans per 31 december 2007 is geen voorraad rookwaren (tabak, hash, wiet en joints) opgenomen. Op de balansen per 31 december 2008, 2009 en 2010 is de voorraad rookwaren zonder nadere specificaties telkens vastgesteld op een bedrag van € 2.500,-.
In zijn brief van 20 maart 2012 schrijft de heer Oomen: Cliënt heeft slechts die voorraad in bezit welke in de coffeeshop ligt. Betaling van de geleverde goederen vindt pas na levering plaats.
[…]
Kassaldo
Het kassaldo van [X] BV bedraagt volgens de jaarrekening per 31 december 2009 € 29.000,-. Dit afgeronde administratieve saldo is nimmer vergeleken met het feitelijk aanwezige kasgeld. Behoudens de dagelijkse kasafsluiting vond een volledige kascontrole nimmer plaats. In zijn brief van 20 maart 2012 schrijft de heer Oomen hierover:
Belanghebbende geeft per balansdatum het kassaldo door aan het administratiekantoor en deze boekt het saldo. Het verschil met het administratieve saldo wordt naar de rekening betalingsverschillen geboekt. De controle van de kas is voldoende omdat een zeer geavanceerd kasregister de omzet en de inkopen registreert en dit wordt vergeleken met de werkelijke ontvangsten en uitgaven. Er is sprake van controle van het boekhoudkundige kassaldo met het werkelijke kassaldo. Daarnaast is sprake van functiescheiding omdat in slechts enkele gevallen de kas wordt opgemaakt door cliënt.
Ons commentaar op bovenstaande opmerkingen luidt:
Het kasregister registreert niet de inkopen softdrugs van [X] BV, maar uitsluitend de bijvullingen van de voorraad softdrugs in de coffeeshop. De aankoop van de op 01 september 2009 in de auto van de heer [A] aangetroffen voorraad hash is bijvoorbeeld niet geboekt. Zie hiervoor hoofdstuk 3.2.3 van dit verslag.
[…]
Theoretische omzetberekening Joints
Voor de jaren 2007 en 2008 hebben wij een theoretische omzetberekening joints op basis van de ingekochte hoeveelheid tabak gemaakt. Om de volgende redenen deelt belanghebbende onze berekeningsmethode en de daaruit voortvloeiende conclusie niet. Zie hiervoor bladzijde 4 van de brief van de heer Oomen van 20 maart 2012.
A. De hoeveelheid tabak is een globale schatting;
B. De hoeveelheid tabak wordt in tegenstelling tot de softdrugs niet gewogen bij het maken van joints;
C. Tabak wordt voor meerdere doeleinden gebruikt, zoals draaien sigaretten, gratis ter beschikking stellen aan klanten die softdrugs hebben gekocht (voor het draaien van een joint), eigen gebruik en gebruik personeel (o.a. voor sigaretten).
D. Hulzen zouden voor het maken van theoretische omzetberekeningen joints meer geschikt zijn, omdat hulzen niet gebruikt worden bij het draaien van sigaretten. De hoeveelheid ingekochte hulzen over de periode 2006 tot januari 2012 komt overeen met de hoeveelheid verkochte joints en de voorraad hulzen op 10 januari 2012.
Ons commentaar op vorenstaande opmerkingen luidt:
A. De totale hoeveelheid tabak vloeit voort uit de inkoopfacturen tabak en is derhalve niet op een globale schatting gebaseerd; Een verdeling in 1/3 wiet/hash en 2/3 tabak is ons inziens gebruikelijk en blijkt ook uit de verklaring van de heer [A]
B. Op 25 oktober 2011 hebben wij schriftelijk vragen over de receptuur van de joints gesteld. Het schriftelijk antwoord van 23 november 2011 luidt: [X] BV levert de shag en de hulzen en de leverancier vermengt de wiet/hash met de shag. De mengverhouding is 100 gram tabak op 50 gram wiet. Een grote joint is 1,5 gram en een kleine joint 1,2 gram.
Ons inziens wordt de hoeveelheid tabak wel gewogen bij het bestellen c.q. maken van de joints, omdat anders grote verschillen in de kwaliteit van de joints zouden ontstaan.
C. Tijdens onze bedrijfsbezoeken hebben wij niet vastgesteld dat tabak gratis ter beschikking wordt gesteld aan klanten die softdrugs kopen. Dit is ongebruikelijk in de branche en zou ons inziens tot een run op coffeeshop [X] leiden.
Op de in ons bezit zijnde shiftrapporten komt de verkoop van tabak evenmin voor. Sigaretten en shag zijn via een automaat te koop. De bevoorrading geschiedt door [C BEDRIJF] . Tijdens het inleidend gesprek op 26 september 2011 vertelde de heer [A] dat personeel voor wiet en hash de normale verkoopprijs dient te betalen.
Ons inziens wordt (buiten de automaat om) geen voorraad tabak in de coffeeshop aangehouden, zodat hiervan ook niets gebruikt kan worden door medewerkers.
D. In tegenstelling tot tabak worden hulzen, zoals gebruikelijk is wel los verkocht in de coffeeshop. De theoretische berekening op basis van de hulzen hebben wij overigens niet ontvangen.
Berekening joints 2007
[…]
In een kleine joint is 0,8 gram tabak verwerkt. In een grote joint is 1 gram tabak verwerkt.
Voor de in totaal geboekte 59.159 verkochte kleine joints was 48 kg tabak nodig.
Voor de in totaal geboekte 12.325 verkochte grote joints was 12,5 kg tabak nodig.
Totaal benodigde hoeveelheid tabak 60,5 kg tabak
[…]
In 2007 zijn de volgende hoeveelheden tabak ingekocht:
[…]
Totaal 76 kg.
Benodigd voor de verkochte joints 60,5 kg. -/-
Tabak over 15,5 kg.
Met laatstgenoemde hoeveelheid tabak zijn 15.500 grote joints of 19.375 kleine joints te maken.
[…]
Berekening joints 2008
Voor de in totaal geboekte 73.472 verkochte kleine joints was maximaal 59 kg tabak nodig.
Voor de in totaal geboekte 15.502 verkochte grote joints was 15,5 kg tabak nodig.
Totaal benodigde hoeveelheid tabak 74,5 kg tabak
In 2008 zijn de volgende hoeveelheden tabak ingekocht:
[…]
Totaal 100 kg.
Benodigd voor de verkochte joints 74,5 kg.
Tabak over 25,5 kg.
Met laatstgenoemde hoeveelheid tabak zijn 25.500 grote joints of 31.875 kleine joints te maken.
Brutowinstmarge softdrugs
Volgens jaarrekeningen 2007 2008 2009 2010
Omzet softdrugs € 7.075.336,- € 1.358.157,- € 1.419.266,- € 1.516.181,-
Inkoop softdrugs en tabak € 651.913,- € 832.835,- € 850.389,- € 920.667.-
Brutowinst € 423.423,- € 525.322,- € 568.877 € 595.514,-
Brutowinstmarge inkoopwaarde 65% 63% 67% 65%
Tijdens het inleidend gesprek op 26 september 2011 ontvingen wij van de heer [A] :
- de omzetgegevens over de periode 01 september 2011 tot en met 25 september 2011;
- informatie over de inkoopprijzen.
Op basis van de door de heer [A] verstrekte informatie volgen hierna voor enkele produkten de van 01 september 2011 tot en met 25 september 2011 behaalde winstmarges.
Aandeel in omzet september 2011 9,4% 11,8% 27,6%
Amnesia PP Aanbieding wiet
Verkoopprijs per gram € 10,- € 10,- € 8,- € 8,- € 6,45 € 6,45
Inkoopprijs per gram € 5,- € 6. € 3,80 € 4,50 € 3,80 € 4,50
Brutowinst € 5,- € 4,- € 4,20 € 3,50 € 2,65 € 1,95
Brutowinstmarge inkoopprijs 100% 67% 110% 78% 70% 43%
De brutowinstmarge op de inkoopwaarde joints (16% van de omzet in september 2011) beloopt
exclusief tabak 100% en inclusief tabak (€ 0,12 per gram) 88%.
De reeds jaren gelijkblijvende winstmarges in de maandstaten zijn niet in overeenstemming met de feiten. Geen rekening wordt gehouden met de wisselende marktomstandigheden (veel of weinig aanbod, dalende of stijgende inkoopprijzen) en de inkoop van verschillende soorten en/of hoeveelheden wiet en hash. Zie hiervoor ook hoofdstuk 3.1 (inkopen softdrugs) van dit verslag.
De brutowinstmarges zijn te laag in vergelijking met elders in de regio boven het Noordzeekanaal bij coffeeshops bevonden winstmarges. In zijn brief van 20 maart 2012 schrijft de heer Oomen dat de winstmarges van [X] BV passen binnen de behaalde marges van coffeeshops zoals deze bekend zijn bij de belastingdienst. Deze stellingname van de heer Oomen strookt niet met onze onderzoeksbevindingen en de ervaringscijfers uit het rapport BOOM.
[…]
Conclusie en correcties
Op grond van de in hoofdstuk 3.1 tot en met hoofdstuk 3.7 van dit verslag genoemde controle bevindingen, stellen wij dat de vereisten aangiften niet zijn gedaan. Dit kan leiden tot omkering van de bewijslast. Wij corrigeren de volgende bedragen.
Brutowinst 2007 2008 2009 2010
Meer omzet/minder
inkopen c.q. meer
brutowinst softdrugs € 80.000,- € 110.000,- € 95.000,- € 110.000,-
[…]
5. Navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting met boete
2007 2008 2009 2010
Eerder vastgesteld
belastbaar bedrag € 191.801,- € 284.018,- € 326.175,- € 365.515,-
Hoofdstuk 3.8.1
meer brutowinst € 80.000,- € 110.000,- € 95.000,- € 110.000,-+
Hoofdstuk 3.8.3
meer loonkosten € 16.664,- € 19.046,- € 22.813,- € 17.380,- -/-
Nader vastgesteld
belastbaar bedrag € 255.137,- € 374.972,- € 398.362,- € 458.135,-
[…]”
6. Verweerder heeft de primitieve aanslagen vpb 2007, 2008, 2009 en 2010 zonder nader onderzoek op respectievelijk 14 februari 2009, 31 oktober 2009, 8 januari 2011 en 1 oktober 2011 overeenkomstig de aangiften opgelegd.
7. De onderhavige navorderingsaanslagen zijn op basis van de bevindingen van het boekenonderzoek opgelegd op respectievelijk 13 oktober 2012 (2007), 20 oktober 2012 2008), 3 november 2012 (2009) en 10 november 2012 (2010).