Home

Rechtbank Noord-Holland, 23-03-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:4565, AWB - 16 _ 747

Rechtbank Noord-Holland, 23-03-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:4565, AWB - 16 _ 747

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
23 maart 2017
Datum publicatie
6 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2017:4565
Zaaknummer
AWB - 16 _ 747
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 16

Inhoudsindicatie

De rechtbank oordeelt dat verweerder redelijkerwijs heeft mogen verwachten dat eiseres gelet op de afspraken in de VSO uitdrukkelijk en zonder voorbehoud afstand deed van rechtsmiddelen tegen de navorderingsaanslag, ook voor zover die zien op de (verlengde) navorderingstermijn.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer: HAA 16/747

(gemachtigde: mr. M.C.J. Schoenmakers),

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2008 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [# 1] .H.87) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 57.015 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 855.558.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de navorderingsaanslag gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna verweerder schriftelijk heeft gedupliceerd.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 februari 2017 te Haarlem.

Namens eiseres is haar gemachtigde verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.T. Driedonks en C. Vrijland.

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres heeft op 17 februari 2014 via haar gemachtigde een inkeermelding verstuurd aan verweerder. Verweerder heeft deze melding ontvangen op 19 februari 2014. In het inkeerverzoek maakt eiseres melding van een aangehouden vermogen bij een tweetal Zwitserse bankinstellingen. Het betreft een rekening met nummer [# 2] bij [A] Bank en een rekening met nummer [# 3] bij [B] . Eiseres heeft aangegeven dat de rekening bij [A] Bank is geopend op 22 mei 1984 en de rekening bij [B] begin 2001/2002.

2. Er is met de gelden op de Zwitserse bankrekeningen belegd in onder andere verschillende valuta’s en aandelen. Eind 2012 bedroeg het aangehouden vermogen op de Zwitserse bankrekeningen € 1.378.428.

3. Eiseres heeft in de inkeermelding voorts verklaard dat zij nimmer gelden op de Zwitserse bankrekeningen heeft gestort die afkomstig zijn van niet aangegeven box 1-inkomsten en dat evenmin gelden van de Zwitserse bankrekeningen zijn overgeboekt naar andere zwarte rekeningen.

4. Eiseres heeft de tegoeden op de Zwitserse bankrekeningen niet vermeld in haar aangiften IB/PVV 2002 tot en met 2012.

5. Verweerder heeft een door hem op 5 maart 2014 ondertekende vaststellingsovereenkomst verzonden aan gemachtigde. In de begeleidende brief van verweerder van 5 maart 2014 staat:

“Ik verzoek u zorg te dragen voor ondertekening en één exemplaar aan mij terug te zenden. Hierna zal de in de vaststellingsovereenkomst vermelde navorderingsaanslag opgelegd worden.”

6. Tot de gedingstukken behoort een door verweerder en eiseres ondertekende vaststellingsovereenkomst. De vaststellingsovereenkomst is door eiseres en gemachtigde ondertekend op 26 maart 2014. Deze luidt - voor zover hier van belang - als volgt:

“U heeft op 17 februari 2014 verklaard gerechtigd te zijn (geweest) tot niet eerder aangegeven buitenlandse vermogensbestanddelen. Ingevolge de vanaf 10 augustus 2011 van toepassing zijnde inkeerregeling en naar aanleiding van deze verklaring - welke onder de redactie van artikel 67n van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna Awr) geldt als een vrijwillige verbetering van reeds ingediende aangiften inkomstenbelasting en/of vermogensbelasting (inkeerregeling) - is, na onderling overleg, besloten in het kader van een compromis een vaststellingsovereenkomst te sluiten als bedoeld in artikel 7:900, lid 1 Burgerlijk Wetboek tussen:

[namen en gegevens eiseres (sub 1) en gemachtigde verweerder (sub 2)]

Onderwerp van deze vaststellingsovereenkomst is de van partij sub 1 na te vorderen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2002 tot en met 2012 alsmede de heffingsrente daarover.

Partijen verklaren zich jegens elkaar te binden ten aanzien van deze onderwerpen, waarbij zij uitdrukkelijk verklaren dat de overeenkomst ook zal gelden indien en voor zover zij afwijkt van een rechtens bestaande toestand tussen partijen.

Navordering

Uw aangiften over de hiervoor genoemde jaren zijn geregeld voordat de Belastingdienst over deze informatie kon beschikken. Daarom zijn deze aanslagen tot een te laag bedrag vastgesteld en leg ik u op grond van artikel 16 Awr een navorderingsaanslag op.

Omschrijving buitenlandse vermogensbestanddelen

Heffingsrente

Deze vaststellingsovereenkomst is gesloten onder de volgende voorwaarden:

Geschil 8. In geschil is of de navorderingsaanslag dient te worden vernietigd wegens het niet voldoen aan de voortvarendheidseis als bedoeld de arresten van de Hoge Raad van 26 februari 2010, nr. 43050bis, ECLI:NL:HR:2010:BJ9092, BNB 2010/199 en nr. 43670bis, ECLI:NL:HR:2010:BJ9120, BNB 2010/200.

Beslissing

Rechtsmiddel