Rechtbank Noord-Holland, 19-11-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:10012, AWB - 17 _ 4489
Rechtbank Noord-Holland, 19-11-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:10012, AWB - 17 _ 4489
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 19 november 2018
- Datum publicatie
- 10 april 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2018:10012
- Zaaknummer
- AWB - 17 _ 4489
Inhoudsindicatie
Douane. In geschil is of de bti’s voor de juiste GS-post zijn afgegeven. In het bijzonder is in geschil of het bovendeel van de schoenen van leder of van bont is.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 17/4489 tot en met HAA 17/4498
uitspraak van de meervoudige douanekamer van 19 november 2018 in de zaken tussen
(gemachtigde: mr. B.A. Kalshoven),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Rotterdam Rijnmond, verweerder.
Procesverloop
Verweerder heeft op 18 mei 2017 tien bti’s afgegeven aan eiseres waarbij evenzoveel schoenen zijn ingedeeld onder GN-code 6405 90 10 .
Verweerder heeft bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar het bezwaar afgewezen en de bti’s gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Verweerder heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan eiseres.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2018 te Haarlem.
Namens eiseres is verschenen haar gemachtigde en diens kantoorgenoot mr. drs. E.P. Pulles. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde mr. A.A. Kop, bijgestaan door dr. B.N. Zegers en M. Koppes.
Overwegingen
Feiten
1. Op 7 november 2016 heeft eiseres 10 bti’s aangevraagd voor schoenen.
Voor de schoenen met de handelsbenamingen [A BENAMING] (2 uitvoeringen), [B BENAMING] , [C BENAMING] , [D BENAMING] , [E BENAMING] en [F BENAMING] is verzocht deze in te delen onder GN-code 6403 91 18 .
Voor de schoenen met de handelsbenamingen [G BENAMING] , [H BENAMING] en [I BENAMING] is verzocht deze in te delen onder GN-code 6403 99 98 .
2. Op 18 mei 2017 heeft verweerder 10 bti’s afgegeven waarbij alle schoenen zijn ingedeeld onder GN-code 6405 90 10 .
3. De schoenen hebben een buitenzool van rubber of van kunststof en een bovendeel van gelooide runderhuid waarop kortgeschoren haren aanwezig zijn.
Geschil 4. In geschil is of de bti’s voor de juiste GS-post zijn afgegeven. In het bijzonder is in geschil of het bovendeel van de schoenen van leder of van bont is.
5. Eiseres stelt zich op het standpunt dat het bovendeel van de schoenen van leder is, omdat de runderhuid na het looien is bewerkt én onthaard. Ook het kort afknippen van het dierenhaar dient als ontharen te worden aangemerkt. De schoenen dienen daarom onder GS-post 6403 te worden ingedeeld.
6. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het bovendeel van de schoenen van bont is, aangezien het bovendeel van de schoenen bestaat uit runderhuid waarop nog korte beharing aanwezig is zodat het niet onthaard is. De schoenen dienen daarom onder GS-post 6405 te worden ingedeeld.
7. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.
Relevante regelgeving
8. Post 6403 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Schoeisel met buitenzool van rubber, van kunststof, van leder of van kunstleder en
met bovendeel van leder:”
9. Aantekening 3 op hoofdstuk 64 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden:
a) (…)
b) Als “leder” aangemerkt de producten bedoeld bij de posten 4107 en 4112 tot en met 4114 .”
10. Post 4107 luidt:
“Leder dat na het looien of het drogen verder is bewerkt, alsmede tot perkament verwerkte huiden en vellen, van runderen (buffels daaronder begrepen), van paarden of paardachtigen, onthaard, ook indien gesplit, andere dan de producten bij post 4114 .”
De Engelse tekst van deze post luidt:
“Leather further prepared after tanning or crusting, including parchment-dressed leather, of bovine (including buffalo) or equine animals, without hair on, whether or not split, other than leather of heading 4114 ”
De Franse tekst van deze post luidt:
“Cuirs préparés après tannage ou après dessèchement et cuirs et peaux parcheminés, de bovins (y compris les buffles) ou d'équidés, épilés, même refendus, autres que ceux du no 4114 ”
11. Aantekening 1 op hoofdstuk 41 (huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder) luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Dit hoofdstuk omvat niet:
a) (…)
b) (…)
c) niet-onthaarde huiden en vellen, ongelooid, gelooid of anderszins bereid, bedoeld bij hoofdstuk 43. Tot hoofdstuk 41 behoren evenwel: niet-onthaarde, ongelooide huiden en vellen van runderen (buffels daaronder begrepen), van paarden en van paardachtigen, van schapen (andere dan Astrakan-, Breitschwanz-, Karakoel-, Persianer en dergelijke lammeren, alsmede Indische, Chinese, Mongoolse en Tibetaanse lammeren), van geiten (andere dan zogenaamde Yemengeiten, Mongoolse geiten en Tibetaanse geiten), van varkens (muskuszwijnen daaronder begrepen), van gemzen, van gazellen, van kamelen en dromedarissen, van rendieren, van elanden, van herten, van reeën en van honden.”
De Engelse tekst van deze aantekening luidt:
“This chapter does not cover:
(a) (…)
(b) (…)
(c) hides or skins, with the hair or wool on, raw, tanned or dressed (Chapter 43); the following are, however, to be classified in Chapter 41, namely, raw hides and skins with the hair or wool on, of bovine animals (including buffalo), of equine animals, of sheep or lambs (except Astrakhan, Broadtail, Caracul, Persian or similar lambs, Indian, Chinese, Mongolian or Tibetan lambs), of goats or kids (except Yemen, Mongolian or Tibetan goats and kids), of swine (including peccary), of chamois, of gazelle, of camels (including dromedaries), of reindeer, of elk, of deer, of roebucks or of dogs.”
De Franse tekst van deze aantekening luidt:
“Le présent chapitre ne comprend pas:
a) (…);
b) (…);
c) les cuirs et peaux bruts, tannés ou apprêtés, non épilés, d'animaux à poils (chapitre 43). Entrent toutefois dans le chapitre 41 les peaux brutes non épilées de bovins (y compris les buffles), d'équidés, d'ovins (à l'exclusion des peaux d'agneaux dits «astrakan», «breitschwanz», «caracul», «persianer» ou similaires, et des peaux d'agneaux des Indes, de Chine, de Mongolie ou du Tibet), de caprins (à l'exclusion des peaux de chèvres, de chevrettes ou de chevreaux du Yémen, de Mongolie ou du Tibet), de porcins (y compris le pécari), de chamois, de gazelle, de chameau et dromadaire, de renne, d'élan, de cerf, de chevreuil ou de chien.”
12. Aantekening 1 op hoofdstuk 43 (pelterijen en bontwerk; namaakbont) luidt als volgt:
“Afgezien van pelterijen bedoeld bij post 4301 , moet in de nomenclatuur onder “bont (pelterijen)” worden verstaan, de niet-onthaarde, gelooide of anderszins bereide huiden en vellen van alle dieren.”
De Engelse tekst van deze aantekening luidt:
“Throughout the nomenclature, references to ‘furskins’, other than to raw furskins of heading 4301 , apply to hides or skins of all animals which have been tanned or dressed with the hair or wool on.”
De Franse tekst van deze aantekening luidt:
“Indépendamment des pelleteries brutes du no 4301 , le terme «pelleteries», dans la nomenclature, s'entend des peaux tannées ou apprêtées, non épilées, de tous les animaux.”
13. Post 6405 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ander schoeisel:”
14. De toelichting IDR op GS-post 6405 houdt, voor zover van belang, in:
“Met inachtneming van de Aantekeningen 1 en 4 IDR op dit hoofdstuk omvat deze post al het schoeisel met een buitenzool en een bovendeel van een materiaal of een combinatie van materialen, niet genoemd in de voorgaande posten van dit hoofdstuk.”
Beoordeling van het geschil
15. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) dat, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie recent HvJ 26 april 2017, C-51/16 (Stryker EMEA Supply Chain Services BV), r.o. 39 en 45).
16. In de gecombineerde nomenclatuur wordt de gelooide runderhuid die is onthaard als leder aangemerkt en wordt de gelooide runderhuid die niet-onthaard is als bont aangemerkt. Mede gelet op de authentieke Engelse en Franse taalversies van GS-post 4107 is een dierenhuid onthaard als er geen haar aanwezig is (“without hair on” en “épilés”). Nu tussen partijen niet in geschil is, en de rechtbank aan de hand van de ter zitting getoonde monsters ook heeft geconstateerd, dat het bovendeel van de schoenen bestaat uit gelooide runderhuid waarop nog haren aanwezig zijn, is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van bont. Aangezien uit het Unierecht de betekenis van de begrippen ‘onthaard’, ‘niet-onthaard’ en ‘bont’ volgt, is er geen reden om voor de uitleg daarvan terug te vallen op de gebruikelijke betekenis die deze begrippen volgens eiseres in de omgangstaal hebben. Verweerder heeft de bti’s voor de schoenen derhalve terecht afgegeven voor GS-post 6405 .
17. Gelet op het vorenoverwogene dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard.
Proceskosten
18. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.