Rechtbank Noord-Holland, 26-02-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:1670, 16/4412
Rechtbank Noord-Holland, 26-02-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:1670, 16/4412
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 26 februari 2018
- Datum publicatie
- 12 maart 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2018:1670
- Zaaknummer
- 16/4412
Inhoudsindicatie
Gelet op artikel 11, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt de belastingschuld van een bij wege van aanslag geheven belasting geacht te zijn ontstaan op het tijdstip waarop het belastingtijdvak eindigt. Het (definitief) vaststellen van een belastingschuld vóór dat tijdstip is in strijd hiermee. De aanslagen zijn voortijdig opgelegd en kunnen dus niet in stand blijven.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer: HAA 16/4412
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 februari 2018 in de zaak tussen
de erven van [X], gevestigd te [Z] , eisers
(gemachtigde: M. Brugman ),
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Medemblik, verweerder.
16/4412
Procesverloop
Verweerder heeft aan [X] (hierna: [X] ) voor het jaar 2015 voor de percelen [PERCELEN] (hierna: de percelen) drie aanslagen toeristenbelasting met dagtekening 21 februari 2015 ten bedrage van € 569,20 opgelegd (hierna: de aanslagen).
Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de aanslagen gehandhaafd.
[X] heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 maart 2017 te Alkmaar door de enkelvoudige kamer van deze rechtbank. Namens eisers is verschenen de gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door T.J. de Lange, bijgestaan door [A] . De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst en bepaalt dat het vooronderzoek zal worden hervat. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgesteld dat aan partijen is toegezonden.
Het onderzoek ter zitting is, na verwijzing, voortgezet door de meervoudige kamer van deze rechtbank op 15 januari 2018 te Alkmaar. Eisers zijn verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door T.J. de Lange.
Partijen hebben vóór de zitting van 15 januari 2018 nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Overwegingen
Feiten
1. [X] , overleden in 2016, had tot 18 juni 2015 het recht van erfpacht op de percelen. Op de percelen stonden drie chalets die werden gebruik als recreatiewoningen.
2. De aanslagen zijn forfaitair berekend op basis van 3,5 slaapplaatsen, 152 overnachtingen en een tarief per overnachting van € 1,07.
3. Op 21 november 2016 zijn voor het jaar 2015 aangiften toeristenbelasting ingediend voor de chalets [A PERCEEL] en [B PERCEEL] , naar 60 respectievelijk 58 overnachtingen.
Geschil 4. In geschil zijn de aanslagen.
5. Eisers stellen dat vanaf 17 maart 2015 het recht van erfpacht is geëindigd zodat vanaf dat moment geen toeristenbelasting kan worden geheven. De op 21 november 2016 ingediende aangiften 2015 zijn onjuist omdat sinds december 2014 niemand meer in de chalets heeft overnacht. De aanslagen zijn opgelegd in 2015, terwijl het aantal overnachtingen en dus de hoogte van de aanslagen pas na afloop van het jaar kan worden vastgesteld. Ook is ten onrechte het forfait toegepast, omdat geen verzoek om toepassing van het forfait als bedoeld in artikel 5 van de Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2015 van de gemeente Medemblik (hierna: de Verordening) is ingediend, aldus eisers. Eisers concluderen tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vermindering van de aanslagen tot nihil.
6. Verweerder stelt dat de aanslagen forfaitair zijn berekend omdat [X] geen aangiften voor de toeristenbelasting pleegde in te dienen en de chalets permanent werden bewoond. Er wordt geen beroep gedaan op omkering van de bewijslast. De toeristenbelasting is een tijdvakbelasting, maar als het forfait wordt toegepast kan de aanslag in de loop van een jaar worden opgelegd. De aanslagen zijn geen voorlopige aanslagen. Als na afloop van een jaar alsnog aangifte wordt gedaan, wordt de aanslag verminderd. De op 21 november 2016 ingediende aangiften kunnen echter niet juist zijn, aldus verweerder, dus zijn de aanslagen niet verminderd. Wel dienen de aanslagen tijdsevenredig te worden verminderd in verband met het einde van de erfpacht. Verweerder concludeert tot gegrondverklaring van het beroep en vermindering van de aanslagen, alsmede toekenning van € 74,16 aan proceskosten voor beroep.
7. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.
Regelgeving
8. De Verordening luidt – voor zover van belang – als volgt:
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.