Rechtbank Noord-Holland, 18-05-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:4373, AWB - 15 _ 4355
Rechtbank Noord-Holland, 18-05-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:4373, AWB - 15 _ 4355
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 18 mei 2018
- Datum publicatie
- 25 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2018:4373
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHAMS:2019:1980
- Zaaknummer
- AWB - 15 _ 4355
Inhoudsindicatie
Naheffingsaanslag loonheffingen 2009, pseudo-eindheffing. In geschil is onder meer of sprake is van een dienstbetrekking. De rechtbank komt tot het oordeel dat sprake is van een dienstbetrekking en dat deze is geëindigd in 2009 zodat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Voorts oordeelt de rechtbank dat de pseudo-eindheffing niet in strijd is met de artikelen 6, 7 en 14 van het EVRM, artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM en artikel 26 van het IVBPR.
Uitspraak
Rechtbank noord-holland
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer: HAA 15/4355
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 mei 2018 in de zaak tussen
[X] B.V., gevestigd te [Z] , eiseres
(gemachtigde: prof. mr. F.P.G. Pötgens),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 met dagtekening 28 november 2014 een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd ten bedrage van € 1.424.901 (hierna: de naheffingsaanslag). Bij gelijktijdig gegeven beschikking is heffingsrente in rekening gebracht ten bedrage van € 200.297.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift aan de wederpartij verstrekt.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 april 2018 te Haarlem. Namens eiseres zijn verschenen haar gemachtigde en mr. [A] , advocaat. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.P.M. Steur, mr. P.T. van Arnhem, D. Varkevisser, W. Kwakman en mr. M. Haakma.
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres is de houdstermaatschappij van een Nederlandse groep vennootschappen. De activiteiten van deze groep vennootschappen omvatten het investeren in en managen van belangen in energie, vastgoed en private equity. De enig aandeelhouder van eiseres is [B] S.A., gevestigd in [C] .
2. De Energie Divisie van het concern bestaat uit verschillende vennootschappen. Deze zijn gestructureerd onder [D] BV, waarvan eiseres sinds 1981
alle aandelen houdt.
3. Vanaf 1 maart 1982 verricht de heer [E] werkzaamheden als bedrijfskundige verbonden aan de Energie Divisie van [D] BV. Op
15 januari 1982 is daartoe een schriftelijke arbeidsovereenkomst gesloten tussen de heer [E] en eiseres. In de overeenkomst is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“Betreft: Staffunctionaris Energie Divisie
Geachte Heer [E] ,
Op grond van de met U gevoerde besprekingen terzake van de in de aanhef vermelde vacature berichten wij U als volgt.
Onder het hierna vermelde voorbehoud biedt onze Vennootschap U aan bij haar in dienst te treden als bedrijfskundige, verbonden aan de Energie Divisie, standplaats ’ [F] , zulks tegen de navolgende voorwaarden:
a. Het bruto-salaris, bij de aanvang van de dienstbetrekking (d.i. uiterlijk 1 maart 1982), is op een bedrag van f. 5.235,-- per maand vastgesteld.
(…)
i. De arbeidsovereenkomst zal gelden voor onbepaalde tijd, met een wederzijdse opzegtermijn van ten minste 3 maanden; opzegging mag alleen geschieden tegen de eerste dag van enige kalendermaand.”
4. Het salaris dat de heer [E] ontving voor zijn werkzaamheden bij de Energie Divisie van [D] BV, werd uitbetaald door eiseres en vervolgens doorbelast aan [D] BV. Eiseres droeg de verschuldigde loonbelasting af.
5. Met ingang van 15 april 1988 (tot 1 oktober 2007) is de heer [E] enig bestuurder van [G] BV, een dochtervennootschap van [D] BV. [G] BV voert vanaf 18 september 1987 tot 22 december 2000 het bestuur van [H] BV.
6. Op 1 juli 1994 treedt de heer [E] als CEO toe tot het bestuur van
[D] BV.
7. Op 1 maart 1999 treedt de heer [E] toe tot het bestuur van eiseres. Per brief van 26 februari 1999, afkomstig van eiseres, wordt zijn toetreding tot het bestuur bevestigd en zijn de arbeidsvoorwaarden hernieuwd. In de brief is, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“1. Algemeen / Verantwoordelijkheden
U bent op 1 maart 1982 indienstgetreden en zult per 1 maart 1999 worden benoemd tot Directeur van de Vennootschap. (…). Binnen de Directie zal door u een aantal specifieke taken worden vervuld, die zullen worden vastgelegd in overleg en met goedkeuring van de Raad van Commissarissen. In het bijzonder zult u belast zijn met de dagelijkse leiding van de Energiesector.
Uit hoofde van uw lidmaatschap van de Directie van de Vennootschap zult u functies vervullen bij dochterondernemingen en deelnemingen van de Vennootschap en gelieerde ondernemingen. Deze functies zullen worden geacht verbonden te zijn met uw Directiefunctie en vervallen van rechtswege bij het eindigen van uw dienstverband, tenzij anders wordt overeengekomen.
2 Remuneratie
Uw wereldwijde inkomen, als Directeur van de Vennootschap, zal ingaande 1 maart 1999 bestaan uit een vast jaarsalaris van f. 350.000,-- (driehonderdenvijftigduizend gulden) te betalen in twaalf gelijke maandelijkse termijnen. Buiten dit salaris ontvangt u geen vakantietoeslag.
Het salaris zal jaarlijks aan een herbeschouwing worden onderworpen en wel op zodanige wijze dat tenminste aanpassing zal plaatsvinden conform de algemene salarisaanpassing binnen de Vennootschap.
Voorts zal u jaarlijks een bonus worden toegekend welke maximaal 50% van uw vaste jaarsalaris zal bedragen. (…).
Gezien de internationale spreiding van de activiteiten en werkzaamheden zal een deel van uw hierboven genoemde inkomsten aan u kunnen worden uitbetaald ten laste van buitenlandse dochterondernemingen en deelnemingen van de Vennootschap. De Raad van Commissarissen bepaalt de spreiding en mate waarin dit geschiedt.
Inkomen genoten uit functies bij dochterondernemingen en deelnemingen, welke verbonden zijn aan de functie van Directeur van de Vennootschap, zullen in mindering worden gebracht op bovengenoemde inkomsten, tenzij de Raad van Commissarissen in voorkomend geval anders beslist.
3 Pensioenregeling
U kunt deelnemen aan de bij de Vennootschap geldende pensioenregeling, bestaande uit oudedagspensioen, weduwe- en wezenpensioen, tijdelijk weduwepensioen en ‘bovenwettelijk’ arbeidsongeschiktheidspensioen. De premie is voor rekening van de Vennootschap. (…).
4 Ongevallenverzekering / ‘WAO-gat’-verzekering
Te uwen behoeve zal door de Vennootschap een adequate ongevallenverzekering worden afgesloten, waarvan de premie door de Vennootschap wordt gedragen.
Ter dichting van het zogenaamde ‘WAO-gat’ zal door de Vennootschap een verzekering worden gesloten waarvan de premie voor de helft voor rekening van de Vennootschap is.