Rechtbank Noord-Holland, 16-07-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:6545, AWB - 16 _ 4974
Rechtbank Noord-Holland, 16-07-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:6545, AWB - 16 _ 4974
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 16 juli 2018
- Datum publicatie
- 8 augustus 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2018:6545
- Zaaknummer
- AWB - 16 _ 4974
Inhoudsindicatie
Beroep tegen het niet (tijdig) doen van uitspraak op bezwaar is vanwege het ontbreken van belang niet-ontvankelijk. Beroep tegen de aanslag IB/PVV is gegrond. De rechtbank is, anders dan verweerder, van oordeel dat sprake is van een zakelijke lening. De rechtbank stelt het bedrag van de afwaardering van de vordering in goede justitie vast. Eiser heeft geen recht op een integrale proceskostenvergoeding en krijgt een vergoeding op grond van de forfaitaire bedragen.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 16/4974
(gemachtigde: R.M. Kalshoven),
en
Procesverloop
Verweerder heeft met dagtekening 19 maart 2016 aan eiseres voor het jaar 2013 een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 118.801 (hierna: de aanslag).
Eiseres heeft hiertegen op 21 april 2016 bezwaar gemaakt.
Op 26 juli 2016 heeft eiseres verweerder in gebreke gesteld wegens niet (tijdig) doen van uitspraak op bezwaar.
Op 4 november 2016 heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet (tijdig) doen van uitspraak op bezwaar door verweerder.
Verweerder heeft op 8 november 2016 alsnog uitspraak op bezwaar gedaan en daarbij de aanslag gehandhaafd. Bij brief van 30 november 2016 heeft eiseres gronden gericht tegen de uitspraak op bezwaar ingediend.
Verweerder heeft bij beschikking van 11 november 2017 aan eiseres een dwangsom toegekend van € 1.260.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 maart 2018 te Haarlem. Namens eiseres is verschenen [A] , bijgestaan door haar gemachtigde en mr. [B] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. R.J. Spoorenberg, M. Boelhouwer en mr. P.G.J.Q. Lemmen.
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres is opgericht in 1995. Alle aandelen in eiseres worden gehouden door haar bestuurder [A] (directeur-grootaandeelhouder, ofwel dga). Eiseres houdt alle aandelen in [A BEDRIJF] BV en in [B BEDRIJF] BV.
2. De activiteiten van [B BEDRIJF] BV zijn het vervaardigen van keramiekovens en het verkopen van hulpmaterialen en keramiekovens aan particulieren, scholen en instellingen. [A BEDRIJF] BV verhuurt het bedrijfspand waarin de activiteiten worden uitgeoefend aan [B BEDRIJF] BV.
3. Eiseres heeft in 2003 een rekening-courant vordering van € 356.561 op [B BEDRIJF] BV. Tot 23 december 2003 wordt op de rekening-courant vordering 4 procent rente berekend.
4. Op 23 december 2003 verkoopt eiseres alle aandelen in [B BEDRIJF] BV aan [C BEDRIJF] BV voor een bedrag van € 675.000.
5. [A BANK] ” U.A. (hierna: de [A BANK] ) heeft leningen verstrekt aan [C BEDRIJF] BV voor de koop van de aandelen in [B BEDRIJF] BV. Deze aandelen dienen als onderpand voor de banklening en eiseres heeft zich verplicht om op eerste verzoek van de [A BANK] de aandelen [B BEDRIJF] BV terug te kopen voor € 675.000. In de zogenoemde Koopverklaring roerende zaken van 23 december 2003 is dienaangaande, voor zover hier van belang, het volgende overeengekomen:
“Debiteur
Statutaire Naam [C BEDRIJF] B.V.
(…)
hierna te noemen: debiteur;
Koper
Statutaire Naam [eiseres]
(…)
hierna te noemen: koper;