Rechtbank Noord-Holland, 12-09-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:8035, AWB - 17 _ 3358
Rechtbank Noord-Holland, 12-09-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:8035, AWB - 17 _ 3358
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 12 september 2018
- Datum publicatie
- 27 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2018:8035
- Zaaknummer
- AWB - 17 _ 3358
- Relevante informatie
- Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025]
Inhoudsindicatie
Eiser heeft in 2015 geen verrekenbare verliezen meer, alle verliezen zijn verdampt. De in december 2015 afgegeven verliesverrekeningsbeschikking waarop een nog te verrekenen verlies staat vermeld, ziet op het jaar 2007. De stelling van eiser dat deze eerder vastgestelde verliezen middels de verliesverrekeningsbeschikking zijn gaan herleven vindt geen steun in de wet. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt, er is geen sprake van een bewuste standpuntbepaling door verweerder. De omstandigheid dat in de beschikking niet staat vermeld dat de verliezen niet verrekenbaar zijn met aanslagen IB/PVV over de jaren 2015 en verder is onvoldoende om een impliciete standpuntbepaling aan te nemen. Ook de omstandigheid dat de verliesverrekeningsbeschikking, in afwijking van het bepaalde in artikel 3.152, tweede lid, van de Wet IB 2001, niet gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag IB/PVV 2007 is gegeven, brengt evenmin met zich dat eiser een gerechtvaardigd beroep kan doen op de indruk van een bewuste standpuntbepaling.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 17/3358
(gemachtigde: mr. U.J. van der Veldt),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2015 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.446.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard en de aanslag gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 juli 2018 te Haarlem. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. B.J.E. Lodder en mr. C.A. Roep.
Ter zitting is tevens behandeld de zaak met nummer HAA 17/861 betreffende het beroep tegen de voorlopige aanslag IB/PVV 2015. Eiser heeft dit beroep ter zitting ingetrokken.
Overwegingen
Feiten
1. Eiser heeft op 5 maart 2016 aangifte IB/PVV 2015 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.446.
2. Met dagtekening 27 januari 2017 is de onderhavige aanslag aan eiser opgelegd.
3. Eiser heeft hiertegen op 9 maart 2017 bezwaar gemaakt waarbij eiser zich op het standpunt heeft gesteld dat bij het opleggen van de aanslag ten onrechte geen rekening is gehouden met een bedrag van € 532.261 aan verrekenbare verliezen.
4. Op 10 mei 2017 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden.
5. Verweerder heeft op 13 juni 2017 uitspraak op bezwaar gedaan waarbij het bezwaar van eiser ongegrond is verklaard.
6. Tot de gedingstukken behoort een beschikking IB/PVV 2007, met dagtekening
16 december 2015. Hierin staat vermeld dat de aanslag IB/PVV 2007 van eiser opnieuw is berekend. De beschikking luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
“De verschuldigde [IB/PVV] is niet gewijzigd. Het verzamelinkomen is opnieuw vastgesteld. Ter informatie zijn, indien van toepassing, ook de verliesstanden en de stand van de persoonsgebonden aftrek opgenomen.
Verzamelinkomen
Inkomen uit werk en woning € 21 629
Nieuw verzamelinkomen € 21 629