Rechtbank Noord-Holland, 24-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:2996, AWB - 20_441
Rechtbank Noord-Holland, 24-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:2996, AWB - 20_441
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 24 april 2020
- Datum publicatie
- 8 mei 2020
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:2996
- Zaaknummer
- AWB - 20_441
Inhoudsindicatie
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/441
(gestelde gemachtigde: [A] ),
en
Procesverloop
Eiseres heeft bij brief van 29 november 2019 beroep ingesteld.
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, tweede lid, van de Awb bij zijn beroepschrift zo mogelijk een kopie van het bestreden besluit bijvoegen. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiseres heeft geen kopieën van de bestreden besluiten waar het beroep zich tegen richt overgelegd. Eiseres heeft evenmin een uittreksel uit het handelsregister, een kopie van de statuten en de gevraagde machtiging overgelegd. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 24 januari 2020 verzocht om binnen vier weken deze verzuimen te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien eiseres niet aan dit verzoek voldoet, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek heeft uitgewezen dat deze brief op 25 januari 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend. Eiseres heeft niet gereageerd.
4. Eiseres heeft geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus geen verontschuldiging voor deze verzuimen.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 24 april 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: