Rechtbank Noord-Holland, 24-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3002, AWB - 20_292
Rechtbank Noord-Holland, 24-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3002, AWB - 20_292
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 24 april 2020
- Datum publicatie
- 8 mei 2020
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:3002
- Zaaknummer
- AWB - 20_292
Inhoudsindicatie
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep.
Uitspraak
Zittingsplaats Alkmaar
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 20/292 en 20/293
(gestelde gemachtigde: G. Gieben),
en
Procesverloop
Eiseres heeft bij brief van 29 november 2019 tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 18 oktober 2019, gericht tegen de vastgestelde WOZ-waarde en de daarop gebaseerde aanslag onroerendezaakbelasting betreffende het object [A] (NH), beroep ingesteld.
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Uit het beroepschrift blijkt dat G. Gieben niet de bedoeling heeft voor zichzelf in beroep te komen. Iemand - niet zijnde een advocaat - die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim binnen een haar daartoe gestelde termijn te herstellen.
3. Indien de (gestelde) procespartij een rechtspersoon is, vraagt de rechtbank tevens om een uittreksel uit het handelsregister om te kunnen beoordelen of de opdracht tot het instellen van beroep bevoegd is gegeven.
4. De rechtbank heeft G. Gieben bij aangetekende brief van 21 januari 2020 verzocht om binnen vier weken een machtiging waaruit blijkt dat zij gemachtigd is beroep in te stellen namens [X 1] hodn [X 2] en een uittreksel uit het handelsregister over te leggen en daarmee de verzuimen te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien niet aan dit verzoek wordt voldaan, de beroepen niet-ontvankelijk kunnen worden verklaard. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek in Track & Trace van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 22 januari 2020 is bezorgd. G. Gieben heeft niet gereageerd.
5. G. Gieben heeft geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor deze verzuimen.
6. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 24 april 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: