Rechtbank Noord-Holland, 24-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3009, HAA 20/650
Rechtbank Noord-Holland, 24-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3009, HAA 20/650
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 24 april 2020
- Datum publicatie
- 24 november 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:3009
- Zaaknummer
- HAA 20/650
Inhoudsindicatie
beroep kennelijk niet ontvankelijk
Eiser heeft het beroepschrift niet ondertekend. De rechtbank heeft eiser bij aangetekende brief verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Eiser heeft het verzuim niet hersteld . Beroep kno
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 20/650 en 20/651
en
Procesverloop
Eiser heeft op 15 december 2019 bij verweerder beroep ingesteld gericht tegen de aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2013 tot en met 2017 en de daarbij in rekening gebrachte kosten en opgelegde boetes.
Verweerder heeft dit beroepschrift bij brief van 29 januari 2020 op grond van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ter verdere behandeling aan deze rechtbank doorgezonden.
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting. Het beroep ziet mede op de opgelegde boete. De rechtbank is van oordeel dat de vereisten van een behoorlijk proces niet nopen tot een behandeling ter zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb het beroepschrift ondertekenen. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiser heeft het beroepschrift niet ondertekend. De rechtbank heeft eiser bij aangetekende brief van 6 februari 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Nader onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 7 februari 2020 is bezorgd.
4. Eiser heeft binnen die termijn geen ondertekend beroepschrift ingediend.
5. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
6. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 24 april 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: