Rechtbank Noord-Holland, 30-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3190, HAA 19/5542 V
Rechtbank Noord-Holland, 30-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3190, HAA 19/5542 V
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 30 april 2020
- Datum publicatie
- 14 mei 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:3190
- Zaaknummer
- HAA 19/5542 V
Inhoudsindicatie
In verzet is vastgesteld dat opposant het verzuim tijdig per fax heeft hersteld. Het betreffende faxbericht was per abuis niet in het dossier gevoegd.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 19/5542 V
(gemachtigde: mr. A. Bakker).
Procesverloop
Opposant heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van 20 september 2019 van de heffingsambtenaar van Consensus (hierna: de heffingsambtenaar) inzake de vastgestelde WOZ-waarde van de woning gelegen aan de [a] voor het jaar 2019.
Bij uitspraak van 2 maart 2020 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Opposant heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld.
Overwegingen
1. De rechtbank heeft in de beroepszaak uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat opposant niet binnen de gestelde termijn de gronden van het beroep zou hebben ingediend.
2. Opposant stelt dat de rechtbank ten onrechte tot de conclusie is gekomen dat het verzuim niet binnen de gesteld termijn is hersteld. Opposant stelt dat hij per faxbericht op 16 januari 2020, en derhalve binnen de gestelde termijn, de ontbrekende stukken heeft ingediend. Opposant legt als bewijs hiervan een faxbevestiging over.
3. De rechtbank heeft thans in verzet vastgesteld dat opposant per faxbericht van 16 januari 2020 het beroep heeft gemotiveerd. Het betreffende faxbericht was per abuis niet in het dossier gevoegd. Gelet hierop heeft opposant het verzuim inderdaad binnen de gestelde termijn hersteld. De uitspraak waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard, kan dan ook niet in stand kan blijven.
4. Gelet op het voorgaande dient het verzet gegrond te worden verklaard. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak vervalt en de rechtbank het onderzoek hervat in de stand waarin dat zich bevond voordat die buiten-zittinguitspraak werd gedaan. De zaak wordt hierna alsnog op een zitting behandeld.
5. De rechtbank veroordeelt de heffingsambtenaar in de door opposant voor het verzet gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 262,50 (0,5 punt voor het indienen van het verzetschrift, met een waarde per punt van € 525 en een wegingsfactor 1).
Beslissing
De rechtbank:
- -
-
verklaart het verzet gegrond;
- -
-
veroordeelt de heffingsambtenaar in de kosten van het verzet van opposant tot een bedrag van € 262,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.K.A. Efstratiades, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. De uitspraak is gedaan op 30 april 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken
griffier rechter
Afschrift verzonden op