Rechtbank Noord-Holland, 04-05-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3262, AWB - 18 _ 5095
Rechtbank Noord-Holland, 04-05-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3262, AWB - 18 _ 5095
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 4 mei 2020
- Datum publicatie
- 18 mei 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:3262
- Zaaknummer
- AWB - 18 _ 5095
Inhoudsindicatie
Meerder navorderingsaanslagen IB/PVV. Er is een nieuw feit en er is geen sprake van een ambtelijk verzuim. Het beroep op he gelijkheidsbeginsel bij de toepassing van het correctiebeleid slaagt niet. Ondanks de gegrondverklaring van de bezwaren maakt eiser geen aanspraak op een proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase, nu hij de gevraagde bescheiden eerder had kunnen overleggen. Verzoek immateriële schadevergoeding voor samenhangende zaken toegewezen.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 18/5095, HAA 18/5096, HAA 18/5097 en HAA 18/5098
(gemachtigde: M. Collij),
en
Procesverloop
Met dagtekening 2 september 2017 heeft verweerder aan eiser voor het jaar 2012 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 25.224.
Met dagtekening 2 september 2017 heeft verweerder aan eiser voor het jaar 2013 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 24.514.
Met dagtekening 2 september 2017 heeft verweerder aan eiser voor het jaar 2014 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 29.800.
Met dagtekening 2 september 2017 heeft verweerder aan eiser voor het jaar 2015 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 32.229.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 2 oktober 2018 de navorderingsaanslag 2012 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van € 24.356.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 2 oktober 2018 de navorderingsaanslag 2013 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van € 23.646.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 2 oktober 2018 de navorderingsaanslag 2014 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van € 29.423.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 2 oktober 2018 de navorderingsaanslag 2015 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van € 31.536.
Eiser heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld.
Verweerder heeft op de gedingen betrekking hebbende stukken en verweerschriften ingediend. Voor één van de bijlagen bij het verweerschrift (bijlage 45) heeft verweerder een beroep gedaan op geheimhouding als bedoeld in artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Van de betreffende bijlage is een geschoonde versie overgelegd. Verweerder heeft verzocht om beperkte kennisneming van de ongeschoonde versie. De geheimhoudingskamer heeft bij beslissing van 27 juni 2019 het verzoek van verweerder tot beperkte kennisneming voor de betreffende bijlage toegewezen.
Eiser vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 november 2019 te Haarlem. Eiser is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door V.D.R.M. van Schijndel en mr. W. van Wendel de Joode.
Overwegingen
Feiten
1. Eiser is geboren op [#] en hij was gedurende de in geding zijnde belastingjaren gehuwd met [A] .
2. In zijn aangiften heeft eiser onder meer specifieke zorgkosten afgetrokken.
Met betrekking tot het belastingjaar 2012
Op 18 maart 2013 heeft verweerder van eiser een digitale aangifte IB/PVV 2012 ontvangen. Het aangegeven belastbaar inkomen uit werk en woning bedraagt € 23.799. De aangifte bevat een aftrek specifieke zorgkosten ter grootte van € 1.576.
Met dagtekening 29 november 2013 heeft verweerder aan eiser een definitieve aanslag IB/PVV en Zorgverzekeringswet (ZVW) 2012 opgelegd waarbij het aangiftebiljet 2012 geheel is gevolgd en het belastbaar inkomen is vastgesteld op € 23.799.
Met dagtekening 14 maart 2017 heeft verweerder eiser verzocht om nadere stukken toe te sturen inzake de in de aangiftebiljet 2012 opgegeven aftrekposten.
Op 21 juni 2017 heeft verweerder een reactie van eiser op het verzoek ontvangen.
Bij brief van 3 juli 2017 heeft verweerder eiser een kennisgeving tot navordering 2012 toegezonden, waarop eiser bij brief van 27 juli 2017 heeft gereageerd.
Met dagtekening 2 september 2017 heeft verweerder aan eiser een navorderingsaanslag IB/PVV 2012 opgelegd. Bij het opleggen van de navorderingaanslag zijn de aftrekbare zorgkosten gecorrigeerd. Het belastbaar inkomen is vastgesteld op
€ 25.224. Deze correctie leidt tot een te betalen bedrag van € 695, inclusief € 97 aan belastingrente.
Op 13 oktober 2017 heeft eiser bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslag IB/PVV 2012.
Eiser en zijn gemachtigde en eiser zijn uitgenodigd voor een hoorgesprek, dat heeft plaatsgevonden op 7 mei 2018. Van dit hoorgesprek is een verslag opgemaakt.
Met dagtekening 2 oktober 2018 is uitspraak op bezwaar gedaan. Het belastbaar inkomen voor het belastingjaar 2012 is daarbij vastgesteld op € 24.356.
Met betrekking tot het belastingjaar 2013
Op 28 februari 2014 heeft verweerder van eiser een digitale aangifte IB/PVV 2013 ontvangen. Het aangegeven belastbaar inkomen bedraagt € 22.962. De aangifte bevat een aftrek specifieke zorgkosten ter grootte van € 1.734.
Met dagtekening 23 mei 2014 heeft verweerder aan eiser definitieve aanslagen IB/PVV en ZVW 2013 opgelegd waarbij het aangiftebiljet 2013 geheel is gevolgd en het belastbaar inkomen is vastgesteld op € 22.962.
Met dagtekening 14 maart 2017 heeft verweerder eiser verzocht om nadere stukken toe te sturen inzake de in de aangiftebiljet 2013 opgegeven aftrekposten.
Op 21 juni 2017 heeft verweerder een reactie van eiser op het verzoek ontvangen.
Bij brief van 3 juli 2017 heeft verweerder eiser een kennisgeving tot narvordering 2013 toegezonden, waarop eiser bij brief van 27 juli 2017 heeft geregeerd.
Met dagtekening 2 september 2017 heeft verweerder aan eiser een navorderingsaanslag IB/PVV 2013 opgelegd. Bij het opleggen van de navorderingaanslag zijn de aftrekbare zorgkosten gecorrigeerd. Het belastbaar inkomen is vastgesteld op
€ 24.514. Deze correctie leidt tot een te betalen bedrag van € 738 inclusief € 85 aan belastingrente.
Op 13 oktober 2017 heeft eiser bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslag IB/PVV 2013.
Eiser en zijn gemachtigde en eiser zijn uitgenodigd voor een hoorgesprek, dat heeft plaatsgevonden op 7 mei 2018. Van dit hoorgesprek is een verslag opgemaakt.
Met dagtekening 2 oktober 2018 is uitspraak op bezwaar gedaan. Het belastbaar inkomen voor het belastingjaar 2013 is daarbij vastgesteld op € 23.646.
Met betrekking tot het belastingjaar 2014
Op 20 maart 2015 heeft verweerder van eiser een digitale aangifte IB/PVV 2014 ontvangen. Het aangegeven belastbaar inkomen bedraagt € 28.655. De aangifte bevat een aftrek specifieke zorgkosten ter grootte van € 1.145.
Met dagtekening 30 mei 2015 heeft verweerder aan eiser definitieve aanslagen IB/PVV en ZVW 2014 opgelegd waarbij het aangiftebiljet 2014 geheel is gevolgd en het belastbaar inkomen is vastgesteld op € 28.655.
Met dagtekening 14 maart 2017 heeft verweerder eiser verzocht om nadere stukken toe te sturen inzake de in de aangiftebiljet 2014 opgegeven aftrekposten.
Op 21 juni 2017 heeft verweerder een reactie van eiser op het verzoek ontvangen.
Bij brief van 3 juli 2017 heeft verweerder eiser een kennisgeving tot narvordering 2014 toegezonden, waarop eiser bij brief van 27 juli 2017 heeft geregeerd.
Met dagtekening 2 september 2017 heeft verweerder aan eiser een navorderingsaanslag IB/PVV 2014 opgelegd. Bij het opleggen van de navorderingaanslag zijn de aftrekbare zorgkosten gecorrigeerd. Het belastbaar inkomen is vastgesteld op
€ 29.800. Deze correctie leidt tot een te betalen bedrag van € 548 inclusief € 45 aan belastingrente.
Op 13 oktober 2017 heeft eiser bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslag IB/PVV 2014.
Eiser en zijn gemachtigde en eiser zijn uitgenodigd voor een hoorgesprek, dat heeft plaatsgevonden op 7 mei 2018. Van dit hoorgesprek is een verslag opgemaakt.
Met dagtekening 2 oktober 2018 is uitspraak op bezwaar gedaan. Het belastbaar inkomen voor het belastingjaar 2014 is daarbij vastgesteld op € 29.423.
Met betrekking tot het belastingjaar 2015
Op 8 maart 2016 heeft verweerder van eiser een digitale aangifte IB/PVV 2015 ontvangen. Het aangegeven belastbaar inkomen bedraagt € 31.263. De aangifte bevat een aftrek specifieke zorgkosten ter grootte van € 966.
Met dagtekening 9 september 2016 heeft verweerder aan eiser definitieve aanslagen IB/PVV en ZVW 2015 opgelegd waarbij het aangiftebiljet 2015 geheel is gevolgd en het belastbaar inkomen is vastgesteld op € 31.263.
Met dagtekening 14 maart 2017 heeft verweerder eiser verzocht om nadere stukken toe te sturen inzake de in de aangiftebiljet 2015 opgegeven aftrekposten.
Op 21 juni 2017 heeft verweerder een reactie van eiser op het verzoek ontvangen.
Bij brief van 3 juli 2017 heeft verweerder eiser een kennisgeving tot narvordering 2015 toegezonden, waarop eiser bij brief van 27 juli 2017 heeft geregeerd.
Met dagtekening 2 september 2017 heeft verweerder aan eiser een navorderingsaanslag IB/PVV 2015 opgelegd. Bij het opleggen van de navorderingaanslag zijn de aftrekbare zorgkosten gecorrigeerd. Het belastbaar inkomen is vastgesteld op
€ 32.229. Deze correctie leidt tot een te betalen bedrag van € 449 inclusief € 21 aan belastingrente.
Op 13 oktober 2017 heeft eiser bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslag IB/PVV 2015.
Eiser en zijn gemachtigde en eiser zijn uitgenodigd voor een hoorgesprek, dat heeft plaatsgevonden op 7 mei 2018. Van dit hoorgesprek is een verslag opgemaakt.
Met dagtekening 2 oktober 2018 is uitspraak op bezwaar gedaan. Het belastbaar inkomen voor het belastingjaar 2015 is daarbij vastgesteld op € 31.536.