Rechtbank Noord-Holland, 24-01-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:393, AWB - 13 _ 2307
Rechtbank Noord-Holland, 24-01-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:393, AWB - 13 _ 2307
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 24 januari 2020
- Datum publicatie
- 19 maart 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:393
- Zaaknummer
- AWB - 13 _ 2307
Inhoudsindicatie
Naast een aantal formele punten is in geschil of een boekenonderzoek en/of de aanslagregeling bij eiseres tot het gerechtvaardigde vertrouwen leiden dat bij de vaststelling van de aanslagen vpb over de thans in geschil zijnde jaren geen correctie op grond van artikel 10d van de Wet Vpb zal plaatsvinden.
Uitspraak
Bestuursrecht
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummers: HAA 13/2307, 13/2308, 15/2039 en 15/2040
(gemachtigde: ir. [A] )
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2008 een aanslag vennootschapsbelasting (hierna: vpb) opgelegd, berekend naar een belastbare winst van € 770.793 en een belastbaar bedrag van nihil. Daarbij is bij beschikking een vergrijpboete van € 26.691 opgelegd (zaak 13/2307).
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2009 een aanslag vpb opgelegd, berekend naar een belastbare winst van € 878.187 en een belastbaar bedrag van nihil. Daarbij is bij beschikking een vergrijpboete van € 45.669 opgelegd (zaak 13/2308).
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2010 een aanslag vpb opgelegd, berekend naar een belastbare winst van € 737.923 en een belastbaar bedrag van € 505.544. Daarbij is bij beschikkingen een bedrag aan heffingsrente in rekening gebracht van € 11.184 en een vergrijpboete van € 28.791 opgelegd (zaak 15/2039).
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2011 een aanslag vpb opgelegd, berekend naar een belastbare winst en een belastbaar bedrag van € 870.078. Daarbij is bij beschikkingen een bedrag aan heffingsrente in rekening gebracht van € 14.487 en een vergrijpboete van € 90.822 opgelegd (zaak 15/2040).
Alle zaken
Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar de aanslagen, de beschikkingen heffingsrente en de boetes gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft verweerschriften ingediend.
Partijen hebben vóór het onderzoek ter zitting de rechtbank schriftelijk verklaard akkoord te gaan met de behandeling van de zaken door rechtbank Noord-Holland in plaats van rechtbank Den Haag.
Bij schriftelijk verzoek van 5 januari 2015 heeft eiseres in de onderhavige zaken, tezamen met [B] B.V. in de zaken met zaaknummers HAA 13/2258, 13/2259, 15/2033 en 15/2034, de wraking verzocht van mrs. [C] en [D] . De wrakingskamer heeft dit wrakingsverzoek bij beslissing van 6 maart 2015 afgewezen.
Bij schriftelijk verzoek van 12 oktober 2016 heeft eiseres in de onderhavige zaken, tezamen met [E] B.V. in de zaken met zaaknummers HAA 15/196, 15/372 en 15/1342 en met [B] B.V. in de zaken met zaaknummers HAA 13/2258, 13/2259, 15/2033 en 15/2034, de wraking verzocht van genoemde rechters. De wrakingskamer heeft dit wrakingsverzoek bij beslissing van 23 november 2016 afgewezen.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting in de onderhavige zaken heeft plaatsgevonden op 24 juni 2019. Tegelijkertijd zijn behandeld de beroepen van [B] B.V. (zaaknummers HAA 13/2258, 13/2259, 15/2033 en 15/2034). Namens eiseres zijn verschenen haar gemachtigde, bijgestaan door mr. [F] . Namens verweerder zijn verschenen mr. R. Sachs, W. Meijer, mr. H.K. Nijkamp MSRE en mr. J.B. Wieken.
Eiseres heeft na sluiting van het onderzoek nog een nader stuk ingediend. De rechtbank ziet hierin geen aanleiding tot heropening van het onderzoek.
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres is opgericht op 15 juni 1987. [E] B.V. (hierna: [E] ) is sinds 19 mei 2004 enig aandeelhouder en tevens bestuurder van eiseres.
2. [E] is tevens enig aandeelhouder van [G] B.V., [H] B.V. en [B] B.V. (hierna: [B] ).
3. Sinds 11 augustus 1975 is [F] bestuurder van [E] . Vanaf 16 november 1978 is mevrouw [I] , de echtgenote van [F] , tevens bestuurder van [E] . Beide bestuurders waren alleen/zelfstandig bevoegd. Met ingang van 20 oktober 2005 is ir. [A] (gemachtigde), zoon van [F] en [I] , toegetreden tot het bestuur.
4. [J] AG, gevestigd te [K] , Zwitserland, is enig aandeelhouder van [E] .
5. Bij de aanslagregeling is een deel van de betaalde rente aan verbonden lichamen gecorrigeerd op basis van de vaste ratio van artikel 10d van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: de Wet Vpb). Hieronder is de berekening van de correcties opgenomen (bedragen in € per 31 december):
2008 2009 2010 2011
Teveel aan vreemd vermogen:
Gemiddeld vreemd vermogen 16.138.065 15.688.459 15.325.732 15.193.362
Af: gemiddeld eigen vermogen maal 3 3 3 3 3
franchise 500.000 500.000 500.000 500.000
Teveel aan vreemd vermogen (10d, vierde lid) 15.638.062 15.188.456 14.825.729 14.693.359
Verhouding teveel VV ten opzichte van het totaal VV 0,96902 0,96813 0,97 0,97
Rente betaald aan verbonden lichamen 237.286 395.387 239.833 787.516
Niet aftrekbare rente vaste ratio artikel 10d 229.934 382.786 239.833 761.587
6. De gecomprimeerde fiscale balansen van eiseres afgeleid uit de aangiften vpb 2007 tot en met 2011 luiden als volgt (bedragen in € per 31 december):