Rechtbank Noord-Holland, 03-07-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:4723, AWB - 20 _ 723
Rechtbank Noord-Holland, 03-07-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:4723, AWB - 20 _ 723
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 3 juli 2020
- Datum publicatie
- 16 juli 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:4723
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 723
Inhoudsindicatie
Beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 20/723 en 20/724
en
Procesverloop
Eiser heeft bij brief van 21 november 2019 tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 18 november 2019 een bezwaarschrift inzake de aanslagen Inkomstenbelasting/Premie volksverzekeringen 2015 en premie Zorgverzekeringswet 2015 ingediend bij verweerder.
Verweerder heeft deze brief aangemerkt als beroepschrift en bij brief van 3 februari 2020 op
grond van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ter verdere behandeling
aan deze rechtbank doorgezonden.
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, tweede lid, van de Awb bij zijn beroepschrift zo mogelijk een kopie van het bestreden besluit bijvoegen. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiser heeft geen kopie van het besluit bijgevoegd bij het beroepschrift. Eiser heeft evenmin het beroepsschrift voorzien van de adresgegevens van eiser en een schriftelijke machtiging overgelegd. De rechtbank heeft eiser bij aangetekende brief van 12 februari 2020 verzocht om binnen vier weken deze verzuimen te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien eiser niet aan dit verzoek voldoet, de beroepen niet-ontvankelijk kunnen worden verklaard. Nader onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 13 februari 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend. Eiser heeft niet gereageerd.
4. Eiser heeft geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging.
5. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 3 juli 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: