Home

Rechtbank Noord-Holland, 03-07-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:4724, AWB - 20 _ 792

Rechtbank Noord-Holland, 03-07-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:4724, AWB - 20 _ 792

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
3 juli 2020
Datum publicatie
16 juli 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:4724
Zaaknummer
AWB - 20 _ 792

Inhoudsindicatie

Beroep kennelijk niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 20/792

en

Procesverloop

Eiseres heeft bij brief van 20 december 2019, ter griffie binnengekomen op 31 december 2019, beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van verweerder.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, tweede lid, van de Awb bij zijn beroepschrift zo mogelijk een kopie van het bestreden besluit bijvoegen. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.

3. Eiseres heeft geen kopie van het besluit bijgevoegd bij het beroepschrift. Eiseres heeft evenmin het beroepsschrift voorzien van de adresgegevens van eiseres en een schriftelijke machtiging overgelegd. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 18 februari 2020 verzocht om binnen vier weken deze verzuimen te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien eiseres niet aan dit verzoek voldoet, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Deze brief heeft de rechtbank retour ontvangen van het postbedrijf met de mededeling dat deze brief niet is afgehaald. Vervolgens heeft de griffier deze brief, als bedoeld in artikel 8:38, eerste lid, van de Awb, overeenkomstig het bepaalde in dat artikel ter kennisname per gewone post verzonden.

4. Bij brief van 18 maart 2020 heeft eiseres de rechtbank verzocht om een langere termijn om de verzuimen te herstellen. Bij brief van 23 maart 2020 heeft de rechtbank aan eiseres medegedeeld dat de rechtbank uitstel verleent tot 4 weken na de datum van deze brief. Eiseres heeft de opgevraagde stukken niet binnen de gestelde termijn overgelegd.

5. Eiseres heeft geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging.

6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 3 juli 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel