Home

Rechtbank Noord-Holland, 17-07-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:5195, AWB - 19 _ 4845

Rechtbank Noord-Holland, 17-07-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:5195, AWB - 19 _ 4845

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
17 juli 2020
Datum publicatie
24 november 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:5195
Zaaknummer
AWB - 19 _ 4845
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 6:5

Inhoudsindicatie

Beroep kennelijk niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Zittingsplaats Alkmaar

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 19/4845

en

Procesverloop

Eiser heeft bij brief van 19 september 2019, ter griffie ontvangen op 23 september 2019, beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 12 augustus 2019 inzake de aanslag onroerendezaakbelastingen en WOZ-beschikking over het jaar 2019 voor de woning aan de [adres] .

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.

3. Eiser heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiser bij aangetekende brief van 20 februari 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Nader onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 21 februari 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend. Eiser heeft niet gereageerd.

4. Eiser heeft binnen de gestelde termijn geen gronden ingediend. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.

5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 17 juli 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel