Rechtbank Noord-Holland, 24-09-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7272, AWB - 20 _ 1908
Rechtbank Noord-Holland, 24-09-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7272, AWB - 20 _ 1908
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 24 september 2020
- Datum publicatie
- 28 september 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:7272
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 1908
Inhoudsindicatie
Beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/1908
(gemachtigde: mr. A.J. Engelsma),
en
Procesverloop
Eiser heeft bij brief van 18 maart 2020, ter griffie ontvangen op 19 maart 2020, beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 6 februari 2020.
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiser heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiser bij aangetekende brief van 8 juni 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Nader onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 9 juni 2020 is afgehaald en dat voor ontvangst is getekend. Eiser heeft niet gereageerd.
4. Eiser heeft binnen de gestelde termijn geen gronden ingediend. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 24 september 2020.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: