Home

Rechtbank Noord-Holland, 30-09-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7363, AWB - 20 _ 2303

Rechtbank Noord-Holland, 30-09-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7363, AWB - 20 _ 2303

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
30 september 2020
Datum publicatie
6 oktober 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:7363
Zaaknummer
AWB - 20 _ 2303

Inhoudsindicatie

Beroepen kennelijk niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 20/2303 en 20/2304

en

Procesverloop

Eiseres heeft bij brief van 17 maart 2020, ontvangen door de rechtbank op 20 maart 2020, beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 12 februari 2020 inzake de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2017 en de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 2017.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.

3. Eiseres heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 1 juli 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Nader onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 2 juli 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend. Eiseres heeft niet gereageerd.

4. Eiseres heeft binnen de gestelde termijn geen gronden ingediend. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.

5. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 30 september 2020.

Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel