Rechtbank Noord-Holland, 30-09-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7364, AWB - 20 _ 1555
Rechtbank Noord-Holland, 30-09-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7364, AWB - 20 _ 1555
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 30 september 2020
- Datum publicatie
- 6 oktober 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:7364
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 1555
Inhoudsindicatie
Beroepen kennelijk niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 20/1555 en 20/1556
(gestelde gemachtigde: B. Schoenmaker),
en
Procesverloop
Eiser heeft bij brief van 20 februari 2020 beroep ingesteld tegen de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering van de naheffingsaanslagen omzetbelasting 2013 en 2014.
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) uitspraak zonder zitting.
2 Uit het beroepschrift blijkt dat B. Schoenmaker niet de bedoeling heeft voor zichzelf in beroep te komen. Iemand - niet zijnde een advocaat - die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim binnen een haar daartoe gestelde termijn te herstellen.
3. De rechtbank heeft B. Schoenmaker bij aangetekende brief van 12 juni 2020 verzocht om binnen vier weken een machtiging waaruit blijkt dat hij gemachtigd is beroep in te stellen namens [X] . Tevens is B. Schoenmaker verzocht het beroepschrift persoonlijk te ondertekenen. Hierbij is vermeld dat, indien niet aan dit verzoek wordt voldaan, de beroepen niet-ontvankelijk kunnen worden verklaard. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek in Track & Trace van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 15 juni 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend. B. Schoenmaker heeft niet gereageerd.
4. B. Schoenmaker heeft geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor deze verzuimen.
5. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 30 september 2020.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: