Rechtbank Noord-Holland, 05-10-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7497, AWB - 20 _ 1862
Rechtbank Noord-Holland, 05-10-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7497, AWB - 20 _ 1862
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 5 oktober 2020
- Datum publicatie
- 16 oktober 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:7497
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 1862
Inhoudsindicatie
Beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Zittingsplaats Alkmaar
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/1862
(gestelde gemachtigde: [A] ),
en
Procesverloop
Eiseres heeft bij brief van 13 maart 2020 tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 3 februari 2020 beroep ingesteld.
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Uit het beroepschrift blijkt dat [A] niet de bedoeling heeft voor zichzelf in beroep te komen. Iemand - niet zijnde een advocaat - die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim binnen een haar daartoe gestelde termijn te herstellen.
3. Indien de (gestelde) procespartij een rechtspersoon is, vraagt de rechtbank tevens om een uittreksel uit het handelsregister om te kunnen beoordelen of de opdracht tot het instellen van beroep bevoegd is gegeven.
4. De rechtbank heeft [A] bij aangetekende brief van 8 juni 2020 verzocht om binnen vier weken een machtiging waaruit blijkt dat hij gemachtigd is beroep in te stellen namens Stichting [X] , een uittreksel uit het handelsregister en een kopie van de statuten, over te leggen en daarmee de verzuimen te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien niet aan dit verzoek wordt voldaan, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek bij PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 10 juni 2020 is afgehaald bij een PostNL punt en dat voor ontvangst is getekend. [A] heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd.
5. [A] heeft geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor deze verzuimen.
6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 5 oktober 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: