Rechtbank Noord-Holland, 05-10-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7500, AWB - 20 _ 2330
Rechtbank Noord-Holland, 05-10-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7500, AWB - 20 _ 2330
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 5 oktober 2020
- Datum publicatie
- 16 oktober 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:7500
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 2330
Inhoudsindicatie
Beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/2330
(gemachtigde: A. Oosters),
en
Procesverloop
Eiseres heeft bij brief van 14 april 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 3 maart 2020 gericht tegen de aanslag/beschikking Wet waardering onroerende zaken inzake de objecten gelegen aan de [adres] .
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet bij zijn beroepschrift zo mogelijk een uittreksel uit het handelsregister indienen waaruit blijkt wie als bevoegd bestuurder gerechtigd is beroep in te stellen. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstel mogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiseres heeft bij haar beroepschrift geen uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel overgelegd. Eiseres heeft evenmin een kopie van de statuten overgelegd. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 17 juni 2020 verzocht om binnen 4 weken deze verzuimen te herstellen. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat deze brief op 18 juni 2020 is bezorgd op het kantooradres van gemachtigde. Eiseres heeft niet gereageerd. Eiseres heeft de verzuimen niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn hersteld.
4. Eiseres heeft geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor deze verzuimen.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 5 oktober 2020.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: