Rechtbank Noord-Holland, 06-11-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:8883, AWB - 20 _ 3236
Rechtbank Noord-Holland, 06-11-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:8883, AWB - 20 _ 3236
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 6 november 2020
- Datum publicatie
- 16 november 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:8883
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 3236
Inhoudsindicatie
Beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/3236
[X 1] h.o.d.n. [X 2] ., eiseres
(gemachtigde: mr. J.L.M. Arets),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, Douane Eindhoven, verweerder.
Procesverloop
Eiseres heeft bij brief van 5 juni 2020 tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 28 april 2020 inzake de afwijzende beschikking op haar verzoek om teruggaaf met vorderingsnummer [#] , beroep ingesteld.
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren. Eiseres heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift.
3. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 2 juli 2020 verzocht om binnen vier weken deze verzuimen te herstellen. Deze brief is onbestelbaar aan de rechtbank geretourneerd met de mededeling “postbus opgeheven”. Vervolgens heeft de rechtbank deze brief naar het door eiseres opgegeven postadres toegezonden.
4. Bij brief van 10 juli 2020 heeft eiseres verzocht uitstel te verlenen voor het indienen van de verzuimen. Dit verzoek is toegewezen. Eiseres diende binnen vier weken na 14 juli 2020 de verzuimen te hebben hersteld. Eiseres heeft binnen die termijn niet gereageerd.
5. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 november 2020.
Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: