Rechtbank Noord-Holland, 13-11-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:9213, HAA 20/2242 en HAA 20/2243
Rechtbank Noord-Holland, 13-11-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:9213, HAA 20/2242 en HAA 20/2243
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 13 november 2020
- Datum publicatie
- 24 november 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:9213
- Zaaknummer
- HAA 20/2242 en HAA 20/2243
Inhoudsindicatie
beroepen kennelijk niet-ontvankelijk
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 20/2242 en HAA 20/2243
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 november 2020 in de zaken tussen
de erven van [X] , te [Z] , eisers
(gemachtigde: J.A. Klaver),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.
Procesverloop
Eisers hebben bij brief van 7 april 2020 tegen de uitspraken op bezwaar van verweerder van 2 maart 2020. inzake de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2013 en 2014, beroep ingesteld .
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren. Eisers hebben geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. Verder merkt de rechtbank op dat eisers, gelet op het bepaalde in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb in samenhang met artikel 6:6 van de Awb, hebben verzuimd bij het instellen van beroep een verklaring van erfrecht en een schriftelijke machtiging over te leggen.
3. De rechtbank heeft eisers bij aangetekende brief van 1 juli 2020 verzocht om binnen vier weken deze verzuimen te herstellen. Uit nader door de rechtbank ingesteld onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL is gebleken dat deze brief op 2 juli 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend. Eisers hebben niet gereageerd.
4. Eisers hebben geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor deze verzuimen.
5. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. De uitspraak is gedaan op
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.