Rechtbank Noord-Holland, 08-11-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:10363, HAA 21/2484
Rechtbank Noord-Holland, 08-11-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:10363, HAA 21/2484
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 8 november 2021
- Datum publicatie
- 19 november 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2021:10363
- Zaaknummer
- HAA 21/2484
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond, machtiging niet binnen de gestelde termijn overgelegd en geen verzetgronden tegen het oordeel van de rechtbank.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 21/2484 V
Procesverloop
Opposant heeft bij brief van 26 mei 2021 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Zaanstad van 17 mei 2021.
Bij uitspraak van 13 september 2021 heeft de rechtbank dat beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Opposant heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld.
Overwegingen
1. De rechtbank heeft in de beroepszaak uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat opposant niet binnen de gestelde termijn het verschuldigde griffierecht zou hebben voldaan.
2. In deze verzetzaak beoordeelt de rechtbank uitsluitend of zij in de buiten-zittinguitspraak terecht heeft geoordeeld dat buiten redelijke twijfel is dat het beroep niet-ontvankelijk is.
3. Opposant voert tegen de uitspraak van de rechtbank aan dat de rechtbank een onjuist huisnummer heeft gebruikt, nummer [# 1] in plaats van nummer [# 2] . Het kan niet waar zijn dat hij volgens de Basisregistratie personen op dat adres stond ingeschreven want dat adres bestaat niet. Opposant heeft nooit enige correspondentie van de rechtbank ontvangen.
4. De rechtbank overweegt dat zij in haar eerdere correspondentie, zoals opposant in verzet heeft gesteld, een onjuist adres van opposant heeft gebruikt. Het beroep had dan ook niet vereenvoudigd afgedaan mogen worden. De rechtbank zal het verzet daarom gegrond verklaren. Dit betekent dat de buiten-zittinguitspraak vervalt en de rechtbank het onderzoek hervat in de stand waarin dat zich bevond voordat die buiten-zittinguitspraak werd gedaan. Opposant zal in de gelegenheid worden gesteld alsnog het verschuldigde griffierecht te betalen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.K.A. Efstratiades, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 november 2021.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: