Home

Rechtbank Noord-Holland, 22-11-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:10376, HAA 21/2608ev

Rechtbank Noord-Holland, 22-11-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:10376, HAA 21/2608ev

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
22 november 2021
Datum publicatie
25 november 2021
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2021:10376
Zaaknummer
HAA 21/2608ev

Inhoudsindicatie

verzet ongegrond. Geen bewijs van verzending volmacht ontvangen.

Uitspraak

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 21/2608 en 21/2609 V

(gemachtigde: [A]).

Procesverloop

Opposante heeft tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst van 21 mei 2021, inzake de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2015 en 2016, beroep ingesteld.

Bij uitspraak van 18 augustus 2021 heeft de rechtbank die beroepen niet-ontvankelijk verklaard.

Opposante heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld.

Opposante heeft niet verzocht om op een zitting te worden gehoord.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de beroepszaken uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat de rechtbank tot de conclusie is gekomen dat opposante onder meer geen schriftelijke machtiging heeft overgelegd.

2. In deze verzetzaak beoordeelt de rechtbank uitsluitend of zij in de buiten-zittinguitspraak terecht heeft geoordeeld dat buiten redelijke twijfel is dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn. Aan de inhoud van de beroepsgronden komt de rechtbank in deze zaken pas toe als het verzet gegrond is.

3. Opposante stelt in het verzetschrift dat zij de schriftelijke machtiging had opgestuurd. Ze ging ervan uit dat de machtiging was aangekomen, omdat ze daarover niets meer van de rechtbank had vernomen. Opposante heeft bij het verzetschrift een kopie van een getekende volmacht met dagtekening 1 maart 2021 overgelegd.

4. Bij aangetekend verzonden brief van 23 augustus 2021 heeft de rechtbank opposante verzocht een kopie van het bewijs van verzending van de brief waarmee zij de machtiging aan de rechtbank zou hebben toegestuurd, over te leggen. Onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 24 augustus 2021 is bezorgd. Opposante heeft niet gereageerd.

5. Gesteld noch gebleken is dat het niet indienen van een schriftelijke machtiging opposante niet kan worden aangerekend. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de beroepen terecht (kennelijk) niet-ontvankelijk zijn verklaard. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak in stand blijft.

6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.K.A. Efstratiades, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 november 2021.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel