Rechtbank Noord-Holland, 23-06-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:5077, AWB - 20 _ 3511
Rechtbank Noord-Holland, 23-06-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:5077, AWB - 20 _ 3511
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 23 juni 2021
- Datum publicatie
- 28 juni 2021
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2021:5077
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 3511
Inhoudsindicatie
artikel 6.33, aanhef en sub a, Wet IB 2001; gift of een lening?; bewijskracht kwitanties; artikel 67d AWR; opzet zonder strafverzwarende omstandigheden.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummers: HAA 20/3511 en HAA 20/3512
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2016 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) en een aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) opgelegd. Daarbij is bij beschikkingen een bedrag van € 195 aan belastingrente in rekening gebracht en een vergrijpboete van € 905 opgelegd.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslagen en de beschikkingen belastingrente en boete gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 mei 2021 te Haarlem.
Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [A] en [B] .
Overwegingen
Feiten
1. Op 26 april 2017 heeft eiser zijn aangifte IB/PVV 2016 ingediend. Het aangegeven verzamelinkomen bedraagt € 41.032. In de aangifte heeft eiser de volgende giften in aftrek gebracht voor een totaalbedrag van € 4.550 (minus het drempelbedrag van € 451): een bedrag van € 480 aan [C] , een bedrag van € 3.970 aan [D] (hierna: [D] ) en een bedrag van € 100 aan [E] (hierna: [E] ).
2. Met dagtekening 23 januari 2018 is aan eiser verzocht de volgende informatie te verschaffen over de in aftrek gebrachte giften:
“U hebt in uw aangiften bij ‘Giften’ € 4.099 afgetrokken. Stuur mij daarom:
- een specificatie van deze giften
- de originele schriftelijke bewijsstukken en betalingsbewijzen, zoals bankafschriften, waaruit blijkt aan wie deze giften zijn gedaan en voor welke bedragen”
3. Op 22 februari 2018 heeft verweerder van eiser een reactie met documenten ontvangen. Eiser heeft onder meer de volgende documenten overgelegd: een grootboekrekening van de onderneming van eiser, afschriften van betaalrekeningen en kwitanties.
4. Vervolgens heeft verweerder bij [F] de bankgegevens van de rekening van eiser opgevraagd. Verweerder heeft de gegevens ontvangen.
5. Bij brief met dagtekening 30 oktober 2019 heeft verweerder aan eiser laten weten dat hij voornemens is om af te wijken van de ingediende aangifte en dat hij verder voornemens is een vergrijpboete van 100% op te leggen. De motivering van de boete luidt als volgt:
“Naar aanleiding van uw ingediende aangifte IB/PH 2016 heeft u van de Belastingdienst een verzoek om informatie ontvangen. U hebt op dit verzoek om informatie gereageerd. Bij uw reactie van 22 februari 2018 zijn meerdere documenten gevoegd die dienden om de door u in de aangifte afgetrokken giften aannemelijk te maken. Eén van de documenten heeft betrekking op een overschrijving van € 2.000 naar [D] . U heeft dit document opgestuurd als ware het een bewijsstuk van een gift van € 2.000. Dit document is door mij vergeleken met de bankgegevens waarover ik beschik, en gebleken is dat het bedrag is overgemaakt als lening en niet als gift. Door de omschrijving onleesbaar te maken, heeft u naar mijn mening vermoedelijk opzettelijk geprobeerd te doen lijken of het uitgeleende bedrag een geschonken bedrag was.
Ik acht bewezen dat u willen en wetens een onjuiste aangifte IB/PH heeft ingediend en dat u met valse informatie de aftrekposten in uw aangifte heeft willen onderbouwen. Dit kwalificeer ik als opzet waarvoor een vergrijpboete van 50% geldt. Daarnaast is er sprake van listigheid, waardoor de vergrijpboete 100% wordt.”
6. Op 21 november 2019 heeft een gesprek tussen eiser en verweerder plaatsgevonden. Van dit gesprek is een verslag gemaakt.
7. Vervolgens zijn de definitieve aanslagen IB/PVV en Zvw 2016 met dagtekening 17 december 2019 opgelegd. In de aanslag IB/PVV is de gift aan [C] overeenkomstig de ingediende aangifte, de gift aan [D] verlaagd naar € 450 en de gift aan [E] verhoogd naar € 200. De boete is gelijktijdig opgelegd.
8. Eiser heeft op 27 december 2019 een nieuwe aangifte IB/PVV 2016 ingediend. Hierin is een gift aan [D] opgenomen van € 1.970.