Home

Rechtbank Noord-Holland, 27-01-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:529, 8859175

Rechtbank Noord-Holland, 27-01-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:529, 8859175

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
27 januari 2021
Datum publicatie
29 januari 2021
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2021:529
Formele relaties
Zaaknummer
8859175

Inhoudsindicatie

Geneeskundige behandelingsovereenkomst. Een onverzekerde dakloze patiënt wordt in 2016 geopereerd en de kosten daarvan bedragen ruim € 20.000,00. Het ziekenhuis vordert dat de patiënt wordt veroordeeld tot betaling van die kosten. De kantonrechter wijst de vordering af, vanwege een schending door het ziekenhuis van de verplichting van artikel 38 lid 1 van de Wet marktordening gezondheidszorg om een patiënt tijdig en zorgvuldig te informeren over de kosten. De vordering wordt ook afgewezen vanwege een gerechtvaardigd vertrouwen van de patiënt dat zij de kosten niet hoefde te betalen en omdat een veroordeling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

Uitspraak

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 8859175 \ CV EXPL 20-5977

Uitspraakdatum: 20 januari 2021 (bij vervroeging)

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

de stichting Stichting Noordwest Ziekenhuisgroep

gevestigd te Alkmaar

eiseres

verder te noemen: Noordwest Ziekenhuisgroep

gemachtigde: Huting & van der Mije Gerechtsdeurwaarders

tegen

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]

gedaagde

verder te noemen: [gedaagde]

gemachtigde: geen

1 Het procesverloop

1.1.

Noordwest Ziekenhuisgroep heeft bij dagvaarding van 23 oktober 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.

1.2.

Op 12 januari 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Noordwest Ziekenhuisgroep heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde] is op 12 maart 2016 opgenomen in een ziekenhuis van (inmiddels) Noordwest Ziekenhuisgroep.

2.2.

Op 13 maart 2016 heeft [gedaagde] een dotterbehandeling gehad en op 26 maart 2016 is zij geopereerd. [gedaagde] is ontslagen uit het ziekenhuis op 31 maart 2016.

2.3.

Noordwest Ziekenhuisgroep heeft bij [gedaagde] voor de behandeling en de operatie in 2016 drie facturen gestuurd, waarbij een bedrag in rekening is gebracht van in totaal € 20.934,64. Dat bedrag is niet betaald.

2.4.

[gedaagde] was in 2016 dakloos en niet verzekerd voor ziektekosten. Sinds 2019 heeft [gedaagde] weer woonruimte, een uitkering en een ziektekostenverzekering.

3 De vordering en het verweer

3.1.

Noordwest Ziekenhuisgroep vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 23.882,73. Noordwest Ziekenhuisgroep legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat in opdracht en voor rekening van [gedaagde] medische behandelingen zijn uitgevoerd door Noordwest Ziekenhuisgroep en dat [gedaagde] daarvoor nog moet betalen. Noordwest Ziekenhuisgroep wijst erop dat zij verplicht was om de noodzakelijke medische behandeling uit te voeren.

3.2.

[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat zij destijds vóór de behandeling en de operatie in het ziekenhuis heeft gezegd dat zij niet verzekerd was voor ziektekosten, maar dat haar is verteld dat zij zich over geld geen zorgen hoefde te maken en dat er “een potje” voor was. Volgens [gedaagde] was zij “het ziekenhuis uitgerend” als zij had geweten dat ze alles zelf moest betalen.

4 De beoordeling

5 De beslissing