Home

Rechtbank Noord-Holland, 06-07-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:5951, AWB - 18 _ 5417

Rechtbank Noord-Holland, 06-07-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:5951, AWB - 18 _ 5417

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
6 juli 2021
Datum publicatie
19 juli 2021
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2021:5951
Zaaknummer
AWB - 18 _ 5417

Inhoudsindicatie

Douanerecht. Bti's automatisch bankloket ten onrechte ingetrokken. Uitleg woord "automatisch". Relevantie tussenkomst bankpersoneel. Producten bezitten in technische en mechanische zin kenmerken en eigenschappen om als automatisch bankloket door te gaan.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 18/5417, HAA 18/5418 en HAA 18/5419

[X1] GmbH, gevestigd te [Z 1] ), eiseres 1 (HAA 18/5417 en HAA 18/5419)

[X2] Ltd, gevestigd te [Z 2] , eiseres 2 (HAA 18/5418),

hierna gezamenlijk: eiseressen,

(gemachtigde: mr. A.P. van Breukelen)

en

Procesverloop

Verweerder heeft bij beschikking met dagtekening 4 mei 2018 twee op 25 september 2017 aan eiseres 1 verstrekte bindende tariefinlichtingen (hierna: bti’s) en een op 25 september 2017 aan eiseres 2 verstrekte bti ingetrokken.

Verweerder heeft bij één uitspraak op bezwaar van 15 oktober 2018 deze intrekkingen gehandhaafd en de bezwaren ongegrond verklaard.

Eiseressen hebben daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 april 2021 te Haarlem.

Namens eiseressen is de gemachtigde verschenen en verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [A] en [B] .

Overwegingen

Feiten

1. Op 25 september 2017 heeft de Nederlandse douane aan eiseres 1 een bti (met nummer [# 1] ) afgegeven waarbij een product met de handelsbenaming ‘ [C] ’ is ingedeeld onder GN-code 8472 90 30 00. De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8472, 8472 90 en 8472 90 30.

Het product is in de bti als volgt omschreven:

“Een bankloket met – volgens opgave – onder andere de volgende uiterlijke en technische kenmerken:

- in een behuizing van staal;

- ontvangt, sorteert, telt, controleert en geeft bankbiljetten uit;

- verwerkt verschillende valuta;

- geïntegreerd met banksystemen;

- voor gebruik in een bank of als stand-alone;

- om zonder direct contact met bankpersoneel geld te storten, af te halen of over te schrijven en de stand van de rekening na te kijken;

- afmetingen van 78,8 x 46,4 x 100,3 cm en een gewicht van 158,8 kg.”

2. Op 25 september 2017 heeft de Nederlandse douane aan eiseres 2 een bti (met nummer [# 2] ) en aan eiseres 1 een bti (met nummer [# 3] ) afgegeven waarbij een product met de handelsbenaming ‘ [D] ’ is ingedeeld onder GN-code 8472 90 30 00. De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8472, 8472 90 en 8472 90 30.

Het product is in de bti als volgt omschreven:

“Een bankloket met – volgens opgave – onder andere de volgende uiterlijke en technische kenmerken:

- in een behuizing van staal met een 7” touchscreen;

- ontvangt, sorteert, telt, controleert en geeft bankbiljetten uit;

- verwerkt verschillende valuta;

- geïntegreerd met banksystemen;

- voor gebruik in een bank of als stand-alone;

- om zonder direct contact met bankpersoneel geld te storten, af te halen of over te schrijven en de stand van de rekening na te kijken;

- afmetingen van 94,8 x 46,5 x 79,6 cm of 98,1 x 51 x 79,6 en een gewicht van 317 tot 522 kg;”

De omschrijving van de bti met nummer [# 3] wijkt iets af van de eerstgenoemde bti. Deze omschrijving begint met: “Een automatisch bankloket”.

3. Verweerder heeft aan de (toenmalige) gemachtigde van eiseressen, [E] B.V, bij brief van 6 april 2018 zijn voornemen medegedeeld om de drie bti’s van 25 september 2017 in te trekken omdat verweerder van mening is dat de apparaten moeten worden ingedeeld onder GN-code 8472 90 90. Eiseressen hebben op dit voornemen gereageerd.

4. Verweerder heeft de beschikking van 4 mei 2018 als volgt gemotiveerd:

“Op het moment van invoer staat op basis van de objectieve kenmerken en eigenschappen niet voor 100% vast dat de apparaten gebruikt zullen gaan worden als een automatisch bankloket. Dat staat ook niet ter discussie tussen ons (…). Voor wat betreft de indeling in de gecombineerde nomenclatuur en de toepassing van de indelingsregels ben ik van mening dat in de onderhavige bti’s indeling abusievelijk enkel op grond van de indelingsregel 1 en 6 heeft plaatsgevonden. Ik ben nu van mening dat op basis van de indelingsregels 1, 3c en 6 de betreffende apparaten moeten worden ingedeeld onder de GN-onderverdeling 8472 90 90. (…)”

Geschil

5. In geschil is of verweerder de bti’s van 25 september 2017 terecht heeft ingetrokken.

6. Eiseressen stellen primair dat de bti’s ten onrechte zijn ingetrokken omdat de onderhavige producten met toepassing van indelingsregels 1 en 6 dienen te worden ingedeeld onder goederencode 8472 90 30. Zij voldoen daarmee aan de omschrijving van automatisch bankloket onder postonderverdeling 8472 90 30 en de Toelichting IDR op post 8472, onderdeel 6. “Automatisch bankloket dat het mogelijk maakt om zonder direct contact met bankpersoneel geld te storten, af te halen of over te schrijven en de stand van de rekening na te kijken”. Beslissend zijn de objectieve kenmerken van de onderhavige producten op het moment van invoer. Op basis van deze kenmerken kunnen de producten op het moment van invoer functioneren als automatisch bankloket. Dat de producten ook wel met tussenkomst door bankpersoneel voor service redenen worden gebruikt, doet niet af aan de functie van automatisch bankloket. Het feitelijk gebruik kan niet de indeling bepalen. Het latere gebruik door bankpersoneel in bepaalde situaties brengt niet met zich mee dat de onderhavige producten naast de functie van automatisch bankloket een tweede functie, te weten die van “geen automatisch bankloket” hebben.

Subsidiair stellen eiseressen dat de indeling onder goederencode 8472 90 90 met toepassing van indelingsregels 1, 3c en 6 niet mogelijk is. In het geval dat de onderhavige producten twee functies zouden hebben (automatisch bankloket en geen automatisch bankloket) en geen van deze functies leidt tot indeling naar de hoofdfunctie op basis van Aantekening 3 op Afdeling XVI, dan dienen de onderhavige producten met inachtneming van indelingsregel 3a onder goederencode 8472 90 30, zijnde de onderverdeling met de meest specifieke omschrijving te worden ingedeeld. Aan indeling met toepassing van indelingsregel 3c wordt niet toegekomen.

Eiseressen concluderen tot gegrondverklaring van de beroepen en vernietiging van de beschikking van 4 mei 2018 en de uitspraak op bezwaar, met het verzoek om verweerder in de proceskosten te veroordelen.

7. Verweerder stelt dat in Europees verband een gezamenlijk standpunt over de indeling is ingenomen waarbij de Britse en Nederlandse douane hun standpunt hebben herzien. De producten dienen te worden ingedeeld onder GN-code 8472 90 90. In het verweerschrift heeft verweerder zich – anders dan in de uitspraak op bezwaar – op het standpunt gesteld dat op het moment van invoer de producten noch als “automatisch bankloket” (zonder bankmedewerker) kunnen functioneren noch met bankmedewerker omdat de geschikte software nog niet is geïnstalleerd en de apparaten nog niet zijn geconfigureerd. De klant beslist zelf na het moment van invoer, hoe hij de producten wil gebruiken. Omdat de apparaten op het moment van invoer niet voldoen aan een van de omschrijvingen, kunnen de apparaten niet met inachtneming van indelingsregel 2a worden ingedeeld als automatisch bankloket. De beide functies zijn even specifiek. Er kan geen hoofdfunctie bepaald worden. Hierdoor kunnen de apparaten niet ingedeeld worden met aantekening 3 op afdeling XVI naar hoofdfunctie. Indelingsregel 3b is ook niet van toepassing omdat beide functies op het moment van invoer van toepassing kunnen zijn. Indelingsregel 3a is ook niet mogelijk omdat de term “automatisch bankloket” door de WDO toelichting zeer nauw wordt uitgelegd in die zin dat er geen contact mag zijn met bankpersoneel. Daarom dienen de apparaten te worden ingedeeld met indelingsregel 3c onder de goederencode die in volgorde in nummering het laatst is geplaatst, namelijk

8472 90 90.

Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

8. Tijdens het onderzoek ter zitting heeft verweerder zijn verweer genuanceerd dan wel aangepast. Verweerder neemt vanaf dan een primair en een subsidiair standpunt in.

Primair stelt hij dat de producten op basis van de indelingsregels 1 en 6 kunnen worden ingedeeld onder GN-code 8472 90 90. De producten moeten na de invoer verder worden geprogrammeerd en kunnen pas dan als automatisch bankloket dienen. De producten voldoen ook niet aan de toelichting IDR op post 8472. Nu verweerder de producten op basis van de indelingsregels 1 en 6 kan indelen in een GN onderverdeling hoeft hij geen rekening meer te houden met wat er zal of kan gebeuren met de apparaten na invoer en hoe ze gebruikt gaan worden.

Subsidiair, voor het geval de rechtbank van mening mocht zijn dat de indeling van de producten moet plaatsvinden met de indelingsregels 1, 3 en 6, handhaaft verweerder zijn standpunt dat de indeling dan moet plaatsvinden met de indelingsregels 1, 3c en 6.

9. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.

Van toepassing zijnde regelgeving.

10. Post 8472 van de GN luidt – voor zover van belang – als volgt:

8472 Andere kantoormachines en –toestellen (bijvoorbeeld hectografen en stencilmachines, adresseermachines, machines voor het automatisch afleveren van bankbiljetten, machines voor het sorteren, het tellen of het verpakken van geld, potloodslijpmachines, perforeermachines en hechtmachines)”

8472 90 - andere

(…)

8472 9010 - - geldsorteer- geldtel- en geldinpakmachines

8472 9030 - - automatisch bankloket

(…)

8472 9090 - andere

11. Toelichting IDR op post 8472, noot 6, luidt als volgt:

“automatisch bankloket, dat het mogelijk maakt om zonder direct contact met bankpersoneel geld te storten, af te halen of over te schrijven en de stand van de rekening na te kijken.”

2. Behoudens het bepaalde in aantekening 1 op deze afdeling en in de aantekeningen 1 op de hoofdstukken 84 en 85, worden delen van machines (andere dan delen van artikelen bedoeld bij post 8484, 8544, 8545, 8546 of 8547) ingedeeld met inachtneming van de volgende regels:

a) delen die als zodanig onder een van de posten van hoofdstuk 84 of 85 (andere dan de posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8487, 8503, 8522, 8529, 8538 en 8548) kunnen worden ingedeeld, blijven onder die posten ingedeeld, ongeacht de machine waarvoor zij bestemd zijn;

b) delen, andere dan die bedoeld onder a) hiervoor, waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor een bepaalde machine of voor verschillende onder eenzelfde post vallende machines (met inbegrip van die bedoeld bij post 8479 of 8543), worden ingedeeld onder de post waaronder die machine valt of die machines vallen of onder een der posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8503, 8522, 8529 of 8538, naargelang van het geval; delen die hoofdzakelijk worden gebruikt zowel voor de goederen bedoeld bij post 8517 als voor die bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528, worden echter ingedeeld onder post 8517;

c) andere delen worden ingedeeld onder post 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8503, 8522, 8529 of 8538, naargelang van het geval, of, indien dit niet mogelijk is, onder post 8487 of 8548.

12. Aantekening 3 van hoofdstuk 84 luidt als volgt:

“Voor zover niet anders is bepaald worden combinaties van machines van verschillende soorten, die bestemd zijn om gezamenlijk te functioneren en die één geheel vormen, alsmede machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies, ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex.”

Indelingsregels

Voor de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur gelden de volgende bepalingen – voor zover van belang –:

1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en - voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen- de navolgende regels.

2a. De vermelding van een goed in een post heeft eveneens betrekking op dat goed in niet-complete of in niet-afgewerkte staat voor zover dit de essentiële kenmerken van het complete of het afgewerkte goed vertoont. Deze vermelding heeft eveneens betrekking op een compleet of een afgewerkt goed of een op grond van de voorgaande volzin als zodanige aan te merken goed, indien het wordt aangeboden in gedemonteerde of in niet-gemonteerde staat.

2b. Onder een in een post vermelde stof wordt niet alleen verstaan die stof in zuivere staat, doch ook vermengd of verbonden met andere stoffen. Evenzo worden onder werken van een genoemde stof niet alleen verstaan die werken, die geheel uit die stof bestaan, doch ook werken die gedeeltelijk uit die stof bestaan. De vorenbedoelde mengsels en samengestelde werken worden ingedeeld met inachtneming van de onder 3 vermelde beginselen.

3. Indien goederen met toepassing van het bepaalde onder 2b, of om enige andere reden vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:

a. de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld of op een gedeelte van de artikelen, in het geval van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels en goederen, aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft;

b. mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3a, worden ingedeeld naar de stof of naar het goed, waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijke karakter ontlenen, indien dat kan worden bepaald;

c. in de gevallen waarin de indeling aan de hand van het bepaalde onder 3a en 3b niet mogelijk is, wordt van de gelijkelijk in aanmerking komende posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.

6. Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede mutatis mutandis de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing."

Beoordeling van het geschil

13. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie recent HvJ 26 april 2017, C-51/16 (Stryker EMEA Supply Chain Services BV), r.o. 39 en 45).

14. Voorts kan, volgens de rechtspraak van het HvJ, de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn wanneer die bestemming inherent is aan het product. Die inherentie moet worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie r.o. 40 van voornoemd arrest).

15. Tussen partijen is niet in geschil:

- dat de producten (er zijn twee typen) op het moment van invoer nog niet operationeel zijn; - dat de producten om te kunnen functioneren moeten worden geconfigureerd;

- dat software nodig is om de producten te laten functioneren;

- dat tijdens de configuratie van de producten wordt bepaald of bij het gebruik van de producten wel of niet direct contact van bankmedewerkers nodig is.

16. Verweerder stelt dat de producten pas als een automatisch bankloket kunnen dienen als deze na de invoer verder zijn geprogrammeerd. Voor de uitleg van het woord “automatisch” baseert verweerder zich op de toelichting IDR op post 8472, noot 6. Volgens hem zijn de producten pas een automatisch bankloket als deze zonder direct contact met bankpersoneel kunnen worden bediend.

17. De toelichting IDR op post 8472, noot 6 is niet wettelijk bepalend en kan de reikwijdte van de post(onderverdeling) niet wijzigen. Bovendien geeft de toelichting geen definitie maar een beschrijving.

18. Naar het oordeel van de rechtbank moet bij de uitleg van het woord “automatisch” - daargelaten de bij invoer niet aanwezige software - gekeken worden naar de functioneringsmogelijkheden van de producten in technische en mechanische zin, los van degene die het product bedient. Uit de omschrijvingen in de bti’s blijkt dat de producten bankbiljetten uitgeven, ontvangen, sorteren, tellen, controleren en verschillende valuta verwerken. Deze functies worden door de producten in die zin automatisch verricht. Of de functies met of zonder tussenkomst van bankpersoneel worden verricht, is daarbij dus niet relevant. Deze uitleg sluit ook aan bij de verschillende taalversies van de GN-postonderverdeling 8472 9030: Engels: ”automatic tellermachine”, Duits: “Bankautomaten” en Frans: “guichets de banque automatigues”. De producten bezitten bij invoer in technische en mechanische zin de kenmerken en eigenschappen om bankbiljetten uit te geven, te ontvangen e.d. en dus om als automatisch bankloket door te gaan.

19. In aanmerking nemende hetgeen hiervoor is overwogen en gelet op het onder 18. weergeven oordeel, moet worden vastgesteld dat de bti’s van 25 september 2017 ten onrechte door verweerder zijn ingetrokken. De beroepen dienen gegrond te worden verklaard. Partijen hebben de rechtbank ter zitting verzocht bij gegrondverklaring te volstaan met vernietiging van de uitspraak op bezwaar. De rechtbank zal dit verzoek honoreren.

Proceskosten

20. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseressen gemaakte proceskosten. Eiseressen hebben een gezamenlijk beroepschrift ingediend en de gemachtigde heeft ter zitting beide eiseressen vertegenwoordig. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatige verleende rechtsbijstand vast op € 1.496 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 748 en een wegingsfactor van 1). Deze kosten dienen voor 2/3 aan eiseres 1 en voor 1/3 aan eiseres 2 te worden vergoed.

21. De rechtbank ziet voorts aanleiding verweerder op te dragen het door eiseres 1 en door eiseres 2 betaalde griffierecht van € 338 te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:

-

verklaart de beroepen gegrond;

-

vernietigt de uitspraak op bezwaar van 15 oktober 2018;

-

veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres1 ten bedrage van € 997 en van eiseres 2 van € 499;

-

draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338 aan eiseres 1 en aan eiseres 2 te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. C.M. van Wechem, voorzitter, en mr. P.H. Lauryssen en mr. T.E. Deurvorst in aanwezigheid van mr. W.G. van Gastelen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2021.

griffier voorzitter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel