Home

Rechtbank Noord-Holland, 13-04-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:8759, AWB - 19 _ 2458

Rechtbank Noord-Holland, 13-04-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:8759, AWB - 19 _ 2458

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
13 april 2021
Datum publicatie
11 oktober 2021
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2021:8759
Zaaknummer
AWB - 19 _ 2458

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. Naar het oordeel van de rechtbank is er ten aanzien van de zogenoemde Park, Sleep en Fly-arrangementen, waarbij de afnemer tegen betaling recht heeft op een nacht logies in het motel en zijn auto vervolgens gedurende zijn afwezigheid in verband met een vliegreis gedurende maximaal 31 dagen geparkeerd kan laten staan op het parkeerterrein van het motel, sprake van verschillende te onderscheiden en zelfstandige prestaties voor de heffing van omzetbelasting. Het beroep van eiseres op het vertrouwensbeginsel faalt. De rechtbank is voorts van oordeel dat de toedeling van het totaalbedrag dat door eiseres is berekend aan PSF-gasten aan de verschillende diensten dient te geschieden met behulp van de marktwaardemethode, en dat verweerder hiervoor zeker geen te hoog bedrag in aanmerking heeft genomen bij het berekenen van de naheffingsaanslagen.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 19/2458 tot en met HAA 19/2461 en HAA 19/2463

(gemachtigden: W. Apoll en J.G.M. van Twisk Msc),

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Grote ondernemingen, kantoor Breda, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft eiseres de volgende naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd en bij daartoe strekkende beschikkingen belastingrente in rekening gebracht:

Zaaknummer tijdvak belasting belastingrente

HAA 19/2458 2012 € 53.629 € 11.390

HAA 19/2459 2013 € 39.705 € 7.241

HAA 19/2460 2014 € 52.366 € 7.587

HAA 19/2461 2015 € 54.229 € 5.688

HAA 19/2463 2016 € 71.895 € 4.665

Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslagen en beschikkingen belastingrente gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen in één geschrift beroep ingesteld. De rechtbank heeft dit beroep gesplitst in vijf verschillende beroepen en daaraan de hiervoor genoemde zaaknummers toegekend.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend dat betrekking heeft op alle beroepen.

Eiseres heeft nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 maart 2021 te Haarlem.

Namens eiseres zijn [naam 1] en [naam 2] verschenen, bijgestaan door de gemachtigden. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. [naam 3] ,

[naam 3] RA MSc en mr. [naam 4] .

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres exploiteert een hotel met [# 1] hotelkamers, diverse zalen, een zwembad en een restaurant. Het hotel is gelegen direct aan de [# 2] nabij Schiphol. Eiseres biedt aan haar gasten onder andere zogenoemde Park, Sleep en Fly-arrangementen (PSF-arrangementen) aan waarbij de hotelgast zijn auto na afloop van het logies 31 dagen mag laten staan op de parkeerplaats van het hotel om deze binnen die termijn op te halen. Hierbij zet eiseres in de PSF-arrangementen inbegrepen busvervoer in tussen het hotel en de luchthaven Schiphol. In het kader van een PSF-arrangement betaalt de hotelgast een all-in-vergoeding voor het logeren, parkeren na afloop van logies en busvervoer. Eiseres berekent aan haar cliënten omzetbelasting naar het lage tarief (ook indien een PSF-arrangement is inbegrepen).

2. Verweerder heeft in 2016 een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de ingediende aangiften vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting over 2014 van eiseres. Uiteindelijk zijn voor de omzetbelasting ook de jaren 2012, 2013, 2015 en 2016 onderzocht. Het boekenonderzoek is afgerond in juli 2018, waarbij een aantal correcties in de compromissoire sfeer zijn opgelost.

3. De bevindingen van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport met dagtekening 6 juli 2018. Hierin staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:

“(…)

7 2.4.2 Correctie Parkeeromzet

De Belastingdienst is van mening dat voor het toerekenen van omzet aan de parkeerdienst en de shuttleservice moet worden aangesloten bij de marktwaarde, met andere woorden: hetgeen een gebruiker in vergelijkbare gevallen bereid zou zijn te betalen voor de dienst. Voor de shuttleservice is de Belastingdienst van mening dat aansluiting gezocht kan worden bij de prijs die Arriva op het traject in rekening brengt. Arriva rijdt op hetzelfde traject voor een ritprijs van € 2,48. [eiseres] B.V. heeft in de controle aangedragen dat in de bus van Arriva minder ruimte is voor koffers. Daarbij rijdt de bus van Arriva ook niet rechtstreeks naar Schiphol, maar stopt onderweg bij verschillende haltes.

De Belastingdienst erkent de verschillen tussen de Arriva-bus en de shuttlebus. De Belastingdienst is derhalve van mening dat een prijs van € 3,75 enkele reis een redelijke vergoeding is voor het gebruik van de shuttlebus. De Belastingdienst is daarbij van mening dat het bedrag van € 3,75 moet worden bezien in verhouding tot de in totaal in rekening gebrachte prijs voor een PSF-arrangement. [eiseres] B.V. stelt namelijk dat de omzet die 'extra' aan de shuttleservice moet worden toegerekend, 'ten koste' gaat van de parkeeromzet. Naar het standpunt van de Belastingdienst moet ook de aan de parkeeromzet toegerekende vergoeding redelijk en in verhouding zijn met hetgeen voor vergelijkbare parkeerdiensten in de regio wordt gefactureerd.

Uit de door [eiseres] B.V. aangeleverde gegevens blijkt dat een PSF-arrangement gemiddeld voor 2,5 personen werd geboekt. Per persoon werd € 6,00 aan de shuttlebus toegerekend. Uitgaande van een correctie per gebruiker per rit van € 0,75 (rit was € 3,00, wordt € 3,75) zal de parkeeromzet per PSF-arrangement worden gecorrigeerd met € 3,75 (2,5 gebruikers * € 0,75 * 2). Dat betekent dat aan een gemiddelde parkeerduur van 10 dagen (volgens [eiseres] B.V. is dat de gemiddelde tijd van parkeren) een omzet wordt toegerekend van € 36,25.

Uitgaande van het door [eiseres] B.V. aangeleverde aantal gebruikers (zie hieronder) en een correctie op de parkeeromzet van € 1,50 per gebruiker, zal de parkeeromzet als volgt worden gecorrigeerd. Aangezien de genoemde parkeeromzet de bruto-omzet betreft (inclusief BTW) waarover derhalve al 6 % BTW is voldaan, dient de verschuldigde omzetbelasting te worden berekend als 11,695 % van de bruto parkeeromzet.

2012 2013 2014 2015 2016 Totaal

PSF gasten 13.393 22.185 30.955 29.774 36.407 132.714

Parkeeromzet bruto (IDPMS) € 230.659 € 372.784 € 494.199 € 508.357 € 651.633 € 2.257.631

Toe te rekenen aan shuttle € -20.090 € -33.278 € -46.433 € -44.661 € -54.611 € -199.071

Te corrigeren parkeeromzet € 210.570 € 339.506 € 447.766 € 463.696 € 597.023 € 2.058.560

Te corrigeren omzetbelasting € 24.626 € 39.705 € 52.366 € 54.229 € 69.822 € 240.749

(…)”

4. Overeenkomstig de berekeningen in het rapport zijn de onderhavige naheffingsaanslagen opgelegd.

Geschil 5. Primair is in geschil of bij de PSF-arrangementen sprake is van één samengestelde prestatie, waarbij het tarief van de hoofdprestatie leidend is, of van verschillende prestaties tegen verschillende tarieven. In het geval sprake is van één prestatie, is in geschil welk tarief van toepassing is. Subsidiair is de toerekening van de omzetten aan de diensten bestaande uit het bieden van de mogelijkheid tot parkeren na afloop van het logies en busvervoer in geschil. Meer in het bijzonder is in geschil of de toerekening dient te geschieden op basis van de marktwaarde dan wel op basis van de kostprijs van de desbetreffende prestaties.

Beslissing

Rechtsmiddel