Home

Rechtbank Noord-Holland, 22-02-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:2021, HAA 2178

Rechtbank Noord-Holland, 22-02-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:2021, HAA 2178

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
22 februari 2022
Datum publicatie
11 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2022:2021
Zaaknummer
HAA 2178

Inhoudsindicatie

Beschikking verzekeringsplicht werknemersverzekeringen. De vraag of sprake is van een dienstbetrekking, meer specifiek of sprake is van een gezagsverhouding tussen de echtgenote die administratieve werkzaamheden verricht voor de vennootschap onder firma van haar man en neef. Geen gezagsverhouding. Gegrond.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 21/78

(gemachtigden: S. Slootweg AA en mr. E.P.M. Compier RB),

en

Procesverloop

Verweerder heeft bij beschikking van 9 april 2020 beslist dat mevrouw [naam 1] (mevrouw) met ingang van 1 januari 2013 verzekerd is voor de werknemersverzekeringen van de Werkloosheidswet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Ziektewet (beschikking).

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de beschikking gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft een nader stuk ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 januari 2022 te Haarlem. Namens eiseres zijn verschenen haar gemachtigden, vergezeld door [naam 1] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 2] MSc. en mr. [naam 3] .

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres is een vennootschap onder firma en is aangegaan op 22 februari 2001. De vennoten zijn [vennoot 1] en zijn neef [vennoot 2] . Onder de naam [eiseres] houdt eiseres zich bezig met de verkoop van watersportartikelen, dienstverlening voor vervoer over water en land, handel in en reparatie van voertuigen en detailhandel in en reparatie van (motor) fietsen en onderdelen daarvan en de wortelteelt.

2. Mevrouw is gehuwd met [vennoot 1] . Aanvankelijk was mevrouw werkzaam in verschillende administratieve banen, zij beschikte niet over een speciaal diploma daarvoor, maar is door zelfstudie en haar ervaring kundig geworden. Mevrouw had op een gegeven moment een klein administratiekantoor [bedrijf] en deed werkzaamheden voor verschillende ondernemers waaronder het bedrijf van haar echtgenoot. Zij stuurde voor haar werkzaamheden facturen aan eiseres. Toen haar kinderen groter waren geworden, kreeg mevrouw de mogelijkheid om zich te laten omscholen en in de kraamzorg te gaan werken. Toen zij fulltime in de kraamzorg ging werken per 2013 is zij voor de andere ondernemers gestopt met het administratieve werk en is zij dit alleen nog voor het bedrijf van haar echtgenoot blijven doen.

3. Het werk in de kraamzorg is in principe steeds 8 opeenvolgende dagen, beginnend met een groter aantal uren per dag en daarna wat minder uren per dag. Na die 8 dagen is mevrouw normaal gesproken een aantal dagen vrij. De vennoten zijn niet administratief onderlegd. Mevrouw verricht allerlei administratieve werkzaamheden voor eiseres. Ze doet enige facturering (facturering gaat in principe geautomatiseerd), vroeger onderhield zij de website en ze zorgt in elk geval dat de boekhouding zo gedaan wordt dat zij de gegevens tijdig aan de boekhouder van eiseres aanlevert zodat deze de benodigde aangiften kan indienen. Aanvankelijk verzorgde mevrouw ook de btw-aangiften, maar later is de boekhouder dit gaan doen. Er zijn geen vaste werktijden, mevrouw werkt als ze tijd over heeft. Dat kan zij op kantoor van eiseres doen, maar dat hoeft niet en het is ook niet zo warm in de hal. Het bedrijf is naast het woonhuis en mevrouw kan daar mappen pakken als ze die nodig heeft. Zij werkt met boekhoudkundig computerprogramma Exact. Mevrouw heeft een eigen e-mailadres, haar mail gaat niet “langs de mannen”. De administratieve werkzaamheden zijn niet door iemand anders dan door mevrouw (en de boekhouder) gedaan.

4. Een overeenkomst met betrekking tot de werkzaamheden van mevrouw is aanvankelijk niet opgesteld. In overleg met de vennoten is wel besloten dat zij een vergoeding voor de werkzaamheden verdiende. Een assistent heeft mevrouw in 2013 op de loonlijst gezet voor 8 uren per week en zo wordt mevrouw ook uitbetaald.

5. Naar aanleiding van een controle van de pensioenuitvoerder van eiseres heeft eiseres op 6 september 2019 een verzoek ingediend voor een beschikking dat mevrouw niet verzekeringsplichtig is voor de werknemersverzekeringen. In het kader van het verzoek hebben mevrouw en eiseres in september 2019 een document met de titel “arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd” ondertekend. Hierin staat, voor zover van belang, het volgende:

“Artikel 1: ingangsdatumDe werknemer is bij de werkgever in dienst getreden per 1 januari 2013.

Artikel 2: functie

Artikel 6: salaris

Artikel 7: arbeidsongeschiktheid

Artikel 8: heffingskortingWerknemer verklaard door ondertekening van deze arbeidsovereenkomst de heffingskorting bij werkgever niet te willen toepassen.

Artikel 9: vakantietoeslag

Artikel 10: pensioenWerknemer zal niet deelnemen aan een pensioenregeling.”

“Overwegende dat:

Artikel 1: ingangsdatumDe opdrachtnemer is bij de opdrachtgever in dienst getreden per 1 januari 2013.

Artikel 2: functie

Artikel 3: duur

Artikel 4: arbeidstijd

Artikel 5: bruto vergoeding

Artikel 6: heffingskortingOpdrachtnemer verklaard door ondertekening van deze arbeidsovereenkomst de heffingskorting bij opdrachtgever niet te willen toepassen.

Artikel 7: vakantietoeslag

Artikel 8: pensioenOpdrachtnemer zal niet deelnemen aan een pensioenregeling.”

Beslissing

Rechtsmiddel