Rechtbank Noord-Holland, 06-05-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:3887, 21/2034 en 21/3220
Rechtbank Noord-Holland, 06-05-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:3887, 21/2034 en 21/3220
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 6 mei 2022
- Datum publicatie
- 31 mei 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2022:3887
- Zaaknummer
- 21/2034 en 21/3220
Inhoudsindicatie
omzetbelasting, naheffingstermijn, doorlopende post of uitschot van belasting, diensten verricht voor buitenlandse afnemers, vrijstelling artikel 11, eerste lid, onderdeel k, van de Wet OB.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 21/2034 en HAA 21/3220
(gemachtigde: K. de Jong MSc),
en
Procesverloop
HAA 21/2034
Verweerder heeft aan eiser over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd (hierna: de naheffingsaanslag 2012). Tevens heeft verweerder bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag 2012 en de beschikking belastingrente verminderd.
HAA 21/3220
Verweerder heeft aan eiser over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 december 2016 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd (hierna: de naheffingsaanslag 2013-2016). Tevens heeft verweerder bij beschikkingen een vergrijpboete aan eiser opgelegd en belastingrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag en de beschikkingen van de boete en belastingrente verminderd.
Beide zaken
Eiser heeft beroepen ingesteld.
Verweerder heeft verweerschriften ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 december 2021 te Haarlem.
Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde K. de Jong MSc. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam] .
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst teneinde partijen in de gelegenheid te stellen overeenstemming te bereiken over het geschil.
Eiser heeft de rechtbank op 10 januari 2022 bericht dat geen overeenstemming met verweerder is bereikt. De rechtbank heeft vervolgens verweerder in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. Verweerder heeft hiervan gebruikgemaakt.
Nadat partijen zijn gewezen op hun recht ter nadere zitting te worden gehoord, heeft geen van de partijen verklaard dat zij gebruik wil maken van dit recht. De rechtbank heeft daarop het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Feiten
1. Eiser zijn ondernemingsactiviteiten bestaan uit de handel in gebruikte motorvoertuigen en het verzorgen van exportdocumenten voor de uitvoer van motorvoertuigen (hierna: de onderneming). De onderneming wordt gedreven in de vorm van een eenmanszaak onder de naam Autobedrijf [bedrijf 1] .
2. De diensten met betrekking tot het verzorgen van de exportdocumenten voor de uitvoer van motorvoertuigen bestaan uit de volgende werkzaamheden: het beëindigen van de registratie van het voertuig bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (hierna: RDW), het verzorgen van een tijdelijke aansprakelijkheidsverzekering (groene kaart) (hierna: WA-verzekering) en het voertuig voorzien van een witte kentekenplaat. De diensten met betrekking tot het verzorgen van de exportdocumenten worden zowel verricht aan klanten die bij eiser een motorvoertuig hebben gekocht en aan klanten die elders een motorvoertuig hebben gekocht.
3. Op 7 december 2016 is een boekenonderzoek aangekondigd bij eiser. Onderzocht is de aanvaardbaarheid van de aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen van eiser over het jaar 2014 alsmede de juistheid van de aangiften omzetbelasting over de tijdvakken in de jaren 2012 tot en met 2016.
4. Verweerder heeft aan eiser met dagtekening 27 december 2017 voor het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 een naheffingsaanslag omzetbelasting ter behoud van rechten opgelegd voor een bedrag van € 10.318. Tevens heeft verweerder bij beschikking € 1.946 aan belastingrente in rekening gebracht.
5. De bevindingen van het boekenonderzoek zijn vastgelegd in een controlerapport, met dagtekening 12 april 2018. In het rapport zijn, voor zover van belang, de volgende passages opgenomen:
‘‘5.3.3. Diensten belast met het algemene tarief
(…)
Voor het verzorgen van de exportpapieren brengt belastingplichtige een vast tarief in
rekening. Het tarief is € 100. Alleen op dinsdag tijdens de automarkt in [plaats] wordt
het tarief verlaagd tot € 90. Over de totale vergoeding wordt door belastingplichtige geen
omzetbelasting in rekening gebracht omdat belastingplichtige van mening is dat de dienst
volledig is vrijgesteld van omzetbelasting. Over de jaren 2012 tot en met 2016 heeft belastingplichtige de volgende opbrengsten volgens het kasboek gerealiseerd met het verzorgen van exportdocumenten:
jaar |
verkoop afmelding RDW |
verkoop verzekeringen |
verkoop kentekenplaten |
verkoop totaal |
2012 |
€ 41.325 |
€ 96.750 |
€ 18.130 |
€ 156.205 |
2013 |
€ 40.740 |
€ 94.625 |
€ 17.650 |
€ 153.015 |
2014 |
€ 64.395 |
€ 96.854 |
€ 8.222 |
€ 169.501 |
2015 |
€ 89.135 |
€ 118.205 |
€ 10.591 |
€ 217.931 |
2016 |
€ 51.435 |
€ 97.345 |
€ 10.255 |
€ 159.035 |
€ 287.030 |
€ 503.779 |
€ 64.848 |
€ 855.687 |
Over de diensten voor het afmelden van de voertuigen bij de RDW en de leveringen van de witte kentekenplaat is omzetbelasting verschuldigd. De omzetbelasting wordt berekend over de vergoeding. De vergoeding is het bedrag dat in rekening is gebracht voor het beëindigen van de registratie van de voertuigen bij de RDW en leveren van de tijdelijke witte kentekenplaten. De totale vergoeding hierover bedraagt € 290.808 over de jaren 2012 tot en met 2016.
(…)
Belastingplichtige sluit in opdracht van de opdrachtgever een verzekering af bij [bedrijf 2] verzekeringen. Het betreft een aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen voor de duur van 14 dagen. De vergoeding voor het afsluiten van de WA-verzekering is vrijgesteld van omzetbelasting op grond van artikel 11, lid 1, letter k van de Wet Omzetbelasting. Belastingplichtige is geen omzetbelasting verschuldigd over de ontvangen vergoedingen voor het verzekeringen van de tweedehandse auto’s.
De verschuldigde omzet over de ontvangen vergoedingen wordt dan als volgt:
jaar |
verkoop afmelding RDW |
verkoop kentekenplaten |
totaal verschuldigde btw |
2012 |
€ 7.172 |
€ 3.147 |
€ 10.318 |
2013 |
€ 7.071 |
€ 3.063 |
€ 10.134 |
2014 |
€ 11.176 |
€ 1.427 |
€ 12.603 |
2015 |
€ 15.470 |
€ 1.838 |
€ 17.308 |
2016 |
€ 8.927 |
€ 1.780 |
€ 10.707 |
€ 49.815 |
€ 11.255 |
€ 61.070 |
(…)’’
6. Verweerder heeft aan eiser met dagtekening 29 mei 2018 over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 december 2016 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd voor een bedrag van € 55.907. Tevens heeft verweerder aan eiser bij beschikkingen een vergrijpboete van € 10.065 opgelegd en € 6.441 aan belastingrente in rekening gebracht.
7. Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar met dagtekening 19 mei 2021 de naheffingsaanslag 2012 verminderd tot een bedrag van € 9.697 en de daarbij in rekening gebrachte belastingrente verminderd tot € 1.828 en de naheffingsaanslag 2013-2016 verminderd tot een bedrag van € 51.601 en de beschikkingen vergrijpboete en belastingrente verminderd tot € 500 respectievelijk € 5.847.