Rechtbank Noord-Holland, 05-02-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:875, C/15/359989 / KG ZA 24-720
Rechtbank Noord-Holland, 05-02-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:875, C/15/359989 / KG ZA 24-720
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 5 februari 2025
- Datum publicatie
- 12 februari 2025
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2025:875
- Zaaknummer
- C/15/359989 / KG ZA 24-720
Inhoudsindicatie
Aangezien gedaagden niet hebben betwist dat op hen een wettelijke verplichting tot het verstrekken van informatie rust en zij ook niet hebben weersproken dat zij tot op heden nog niet (volledig) hebben voldaan aan veroordelingen tot verstrekken van gegevens en inlichtingen als bedoeld in eerder kortgedingvonnis van voorzieningenrechter rechtbank Gelderland, liggen de vorderingen van de Belastingdienst voor toewijzing gereed. Voor zover het verkrijgen van de door de Belastingdienst gevraagde informatie daadwerkelijk onmogelijk is, zal dit in een eventueel aanhangig te maken executiegeschil aan de orde kunnen komen. Volgt toewijzing vordering.
Uitspraak
vonnis
Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/359989 / KG ZA 24-720
Vonnis in kort geding van 5 februari 2025
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDEN (MINISTERIE VAN FINANCIËN, DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGDIENST),
zetelend te Den Haag,
eiseres,
advocaten mr. E.V. Koppe en mr. M.M.C.M. Verhoeven te Den Haag,
tegen
1 [gedaagde 1],
wonende te [plaats],
2. [gedaagde 2],
wonende te [plaats],
gedaagden,
advocaat mr. J. Berns te Nijmegen.
Partijen zullen hierna enerzijds de Belastingdienst en anderzijds respectievelijk [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dan wel gezamenlijk [gedaagden] genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de uitgebrachte dagvaarding van 19 december 2024 met 26 producties
- -
-
de akte houdende overlegging productie 27 van de Belastingdienst
- -
-
de mondelinge behandeling van 22 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- -
-
de pleitnota van de Belastingdienst
- -
-
de ter zitting door mr. Berns overgelegde bijlagen namens [gedaagden].
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
De Belastingdienst heeft [gedaagden] sinds 10 november 2017 herhaaldelijk gevraagd informatie te verstrekken over de bankrekening van [gedaagden] bij CBP Quilvest in Luxemburg en opgaaf te doen van andere buitenlandse vermogensbestanddelen, aan welke verzoeken [gedaagden] tot op heden nog niet (volledig) hebben voldaan.
In een door de Belastingdienst tegen [gedaagden] aanhangig gemaakte procedure heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland bij vonnis in kort geding van 1 december 20221 [gedaagden] veroordeeld om – kort gezegd – binnen twee weken na betekening van dat vonnis de daarin opgenomen gegevens en inlichtingen te verstrekken en daarop een mondelinge toelichting te geven, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 15.000,- per dag met een maximum van € 350.000,-.
Op 25 april 2023 heeft de Belastingdienst aan [gedaagden] bericht dat aan het bevel van de voorzieningenrechter geen uitvoering is gegeven en dat de maximum dwangsom inmiddels was verbeurd. De Belastingdienst heeft haar vordering op [gedaagden] nadien gestuit en heeft een aantal gesprekken gehad met [gedaagden]
Op 24 april 2024 heeft de Belastingdienst executoriaal beslag doen leggen op een aantal onroerende zaken van [gedaagden] maar heeft deze nog niet uitgewonnen.
Bij e-mail van 21 oktober 2024 heeft de Belastingdienst aan [gedaagden] bericht dat de door [gedaagden] gestuurde documenten ontoereikend waren.