Rechtbank Noord-Nederland, 02-05-2013, CA0207, AWB LEE 12/2513 en 12/2514
Rechtbank Noord-Nederland, 02-05-2013, CA0207, AWB LEE 12/2513 en 12/2514
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 2 mei 2013
- Datum publicatie
- 15 mei 2013
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2013:CA0207
- Zaaknummer
- AWB LEE 12/2513 en 12/2514
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Scholingsuitgaven. Niet aannemelijk dat eiseres het oogmerk had om de opgedane kennis en vaardigheden in het economische verkeer productief te maken.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling bestuursrecht
locatie Leeuwarden
zaaknummers: AWB LEE 12/2513 en 12/2514
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 2 mei 2013 in de zaak tussen
[eiseres], te [woonplaats], eiseres
(gemachtigde: [gemachtigde]),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/kantoor Emmen, verweerder
(gemachtigde: [gemachtigde]).
Procesverloop
Verweerder heeft voor het jaar 2008 aan eiseres een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) berekend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 35.585. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 363 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Voor het jaar 2009 heeft verweerder aan eiseres een aanslag opgelegd in de IB/PVV berekend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 35.721. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 207 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Bij uitspraken op bezwaar van 11 oktober 2012 heeft verweerder de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft bij één geschrift tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gericht tegen de aanslag voor het jaar 2008 geregistreerd onder het zaaknummer 12/2513. Het beroep gericht tegen de aanslag voor het jaar 2009 heeft de rechtbank geregistreerd onder het zaaknummer 12/2514.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De Wet Herziening Gerechtelijke Kaart is op 1 januari 2013 in werking getreden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 maart 2013. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
Feiten
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
1.1 Eiseres, geboren op [dag/maand] 1952, is in de jaren 2008 en 2009 in dienstverband werkzaam geweest voor de Hanze Hogeschool Groningen (fiscaal loon € 4.019 in 2008 en
€ 3.601 in 2009) en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (fiscaal loon € 3.805 in 2008 en € 3.878 in 2009). Daarnaast genoot zij in de jaren 2008 en 2009 een wachtgelduitkering (fiscaal loon € 27.761 in 2008 en € 27.324 in 2009) van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (het COA). In 2009 ontving eiseres ook nog € 918 van CapitalP.
1.2 Eiseres was tot 2003 als opvangmedewerkster werkzaam bij het COA. Zij heeft als achtergrond sociaal cultureel werk. Nadat eiseres bij het COA werd ontslagen, heeft zij de opleiding tot supervisor gevolgd. Zij heeft vervolgens bij de onder 1.1 bedoelde hogescholen het vak supervisie gegeven. Dit is een vak waarbij beginnende professionals worden gesteund in hun werk. Eiseres heeft daarbij voornamelijk studenten van sociale opleidingen begeleid.
1.3 Eiseres heeft in 2002 of 2003 voor het eerst deelgenomen aan programma's van The Light of Being. Dit is een door Anandajay (spiritueel leraar) opgerichte organisatie, die zich na meer dan twintig jaar in Groningen, vanaf 2002 in de Belgische Eifel heeft gevestigd. Volgens informatie van deze organisatie (bijlage 22 bij het verweerschrift) wenst The Light of Being een zinvolle en levenskwaliteitverhogende bijdrage te leveren aan de maatschappelijke ontwikkeling. Zij ondersteunt daartoe mensen, die op een spiritueel georiënteerde wijze wensen te leven, waarin geweldloosheid en eerbied voor de schepping centraal staan. Binnen The Light of Being zijn door Anandajay eigen vormen ontwikkeld op het gebied van massage, yoga, healing, levensbegeleiding, ademtherapie, gebeden, dans en muziek, levensfilosofie en meditatie. Al deze ingangen tot zelfbewustzijn maken, aldus de informatie van The Light of Being, de essentiële levens- en zijnswaarde die in ieder mens van nature aanwezig is, weer duidelijker ervaarbaar, zodat deze waarde weer meer als innerlijke leidraad in het leven kan gaan dienen. The Light of Being heeft haar eigen, door Anandajay aangereikte, heelheidgeoriënteerde levensbeschouwing, is bij geen enkele specifieke religieuze stroming aangesloten en staat open voor alle soorten van religieuze beleving of spirituele achtergrond. The Light of Being staat onder leiding van Anandajay (naam voor Cor Thelen). Hij geeft sinds 1979 spirituele begeleiding aan mensen die er naar verlangen om de essentie van zichzelf en het leven te ervaren. Ook in de jaren 2008 en 2009 heeft eiseres programma's gevolgd van The Light of Being.
1.4 In het jaar 2011 heeft eiseres een eigen praktijk gestart, gericht op het begeleiden van op de Light of Being gebaseerde bijeenkomsten. Eiseres had haar praktijk niet ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Zij adverteerde bij een yogacentrum en had een folder uitgegeven. Verder had er over haar praktijk een stukje in de plaatselijke krant gestaan. Eiseres is in de loop van 2011 weer gestopt met deze praktijk, omdat deze niet van de grond kwam. De in 2011 genoten inkomsten uit deze praktijk bedroegen € 141. Eiseres is vervolgens begonnen met de opleiding Human Design.
1.5 Eiseres heeft in haar aangifte IB/PVV voor het jaar 2008 een bedrag van € 8.565 (na aftrek drempel) als persoonsgebonden aftrek wegens scholingsuitgaven in aanmerking genomen. In haar aangifte IB/PVV voor het jaar 2009 heeft zij als zodanig een bedrag van
€ 6.478 (na aftrek drempel) in aanmerking genomen. Deze scholingsuitgaven betreffen volgens eiseres de in de jaren 2008 en 2009 gedane uitgaven voor het volgen van de programma's voor The Light of Being.
1.6 Verweerder heeft de door eiseres opgevoerde scholingsuitgaven niet in aftrek toegelaten.
Geschil en beoordeling
2. In geschil is het antwoord op de vraag of de door eiseres in de jaren 2008 en 2009 gedane uitgaven voor het volgen van de programma's van The Light of Being als scholingsuitgaven in aanmerking kunnen worden genomen. Ter zitting hebben partijen het geschil toegespitst op het antwoord op de vraag of eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat zij in de jaren 2008 en 2009 het oogmerk had om de met de in die jaren gevolgde programma's van The Light of Being opgedane kennis en vaardigheden in het economische verkeer productief te maken. Voor het geval de rechtbank deze vraag bevestigend beantwoordt, kan het gehele door eiseres als scholingsuitgaven opgevoerde bedrag in aftrek worden toegelaten. Beantwoordt de rechtbank deze vraag ontkennend, dan komt het bedrag van de door eiseres opgevoerde scholingsuitgaven in het geheel niet voor aftrek in aanmerking.
3. Ingevolge artikel 6.27, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (de Wet), zijn scholingsuitgaven uitgaven voor het door de belastingplichtige volgen van een opleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning.
4. In de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 6.27 van de Wet staat het volgende:
“Met de term 'met het oog op het verwerven van inkomen uit arbeid en woning' wordt beoogd aan te geven dat het doel van de opleiding bepalend is voor de aftrekbaarheid van de scholingsuitgaven. Het geobjectiveerde doel van het volgen van de opleiding of studie moet zijn hetzij het verbeteren van de financieel-economische positie van de belastingplichtige, hetzij het op peil houden of verbeteren van kennis en vaardigheden die de belastingplichtige nodig heeft voor het verwerven of behouden van inkomen uit tegenwoordige arbeid. Uitgaven voor een opleiding of studie die wordt gevolgd als hobby of uit persoonlijke interesse, kunnen dus niet als scholingsuitgaven in aanmerking komen, evenmin als dergelijke uitgaven in een te ver verwijderd verband staan met het verwerven van inkomen uit werk en woning.”
(MvT, Kamerstukken II 1998/99, 26 727, nr. 3, p. 260-261).
5. Eiseres heeft gesteld dat zij de programma's van The Light of Being heeft gevolgd met het oogmerk om een eigen praktijk te beginnen en aldus de met deze programma's opgedane kennis en vaardigheden productief te maken. Zij heeft daartoe gesteld dat zij in het jaar 2011 daadwerkelijk is begonnen met een eigen praktijk. Deze praktijk is in datzelfde jaar beëindigd, omdat volgens eiseres de tijd er nog niet rijp voor was om een eigen onderneming te drijven. Na het volgen van de nieuwe opleiding Human Design, die volgens eiseres beter bij haar specifieke inzicht aansluit, heeft eiseres begin 2013 een nieuw bedrijf opgestart onder de naam "[naam]". Dit bedrijf richt zich op vraagstukken van zingevingsaard. Eiseres heeft, naar zij heeft verklaard, dit bedrijf bij de Kamer van Koophandel laten inschrijven. In elk van de maanden januari en februari van het jaar 2013 heeft zij een omzet van circa € 1.000 behaald. Het opzetten van dit bedrijf was volgens eiseres niet mogelijk zonder het volgen van de programma's van The Light of Being.
6. Verweerder heeft bij gebrek aan wetenschap bestreden dat eiseres met ingang van 2013 een nieuw bedrijf heeft opgestart. Verder heeft verweerder aangevoerd dat het enkele feit dat eiseres in het jaar 2011 € 141 aan inkomsten heeft genoten, niet maakt dat gezegd kan worden dat sprake is van een bron. Van het productief maken van de opgedane kennis en vaardigheden is dan ook geen sprake. Ook al zou vaststaan dat met ingang van 2013 wel sprake is van een nieuw bedrijf, kan volgens verweerder niet zonder meer worden gezegd dat eiseres hierbij de met de in de jaren 2008 en 2009 gevolgde programma's van de Light of Being opgedane kennis en vaardigheden productief heeft gemaakt. Bedacht moet namelijk worden dat eiseres in de tussentijd weer een nieuwe opleiding is gaan volgen. Nu in het jaar 2011 eiseres' praktijk niet van de grond wilde komen, terwijl haar onderneming in het jaar 2013 mogelijk wel goed loopt, zou kunnen worden geconcludeerd dat juist eiseres' nieuwe opleiding hieraan heeft bijgedragen.
7. Uit de onder de punten 3 en 4 weergegeven wettekst en de totstandkomingsgeschiedenis daarvan volgt naar het oordeel van de rechtbank dat eiseres in de jaren 2008 en 2009 het oogmerk moet hebben gehad om de met de in die jaren gevolgde programma's van The Light of Being opgedane kennis en vaardigheden in het economische verkeer productief te maken. Op eiseres rust de last om dit aannemelijk te maken. Hierbij overweegt de rechtbank dat hetgeen zich in latere jaren heeft afgespeeld, een licht zou kunnen werpen op het antwoord op de vraag of bij eiseres in de jaren 2008 en 2009 bedoeld oogmerk aanwezig was. De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet in de op haar rustende bewijslast is geslaagd. Hierbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat eiseres geen feiten en omstandigheden naar voren heeft gebracht die betrekking hebben op de jaren 2008 en 2009. Zij heeft alleen omstandigheden aangevoerd die zich in latere jaren hebben afgespeeld. Deze omstandigheden werpen naar het oordeel van de rechtbank geen licht op het antwoord op de vraag of eiseres in de jaren 2008 en 2009 het oogmerk had om de door opgedane kennis en vaardigheden productief te maken. Hierbij heeft de rechtbank in beschouwing genomen dat eiseres weliswaar in het jaar 2011 een eigen praktijk heeft opgestart, maar dat zij deze niet van de grond kreeg. Het is haar aldus toen niet gelukt om de door haar opgedane kennis en vaardigheden productief te maken. Voor zover er vanuit moet worden gegaan dat eiseres sinds begin 2013 wel met succes een onderneming drijft, moet worden bedacht dat zij in de tussentijd een nieuwe opleiding heeft gevolgd. Zoals verweerder terecht heeft aangevoerd, lijkt het er veeleer op dat eiseres' nieuwe opleiding heeft bijgedragen aan de omstandigheid dat haar onderneming nu wel goed zou lopen. Mede gelet op de aard van de door eiseres' bij The Light of Being gevolgde programma's en de omstandigheid dat eiseres ter zitting zelf heeft verklaard dat de hiermee opgedane kennis en vaardigheden in haar persoonlijk leven goed bruikbaar zijn, houdt de rechtbank het ervoor dat eiseres bedoelde programma's heeft gevolgd uit persoonlijke interesse dan wel ter verbetering van haar persoonlijke uitrusting. Eiseres' beroepsgrond, zoals weergegeven onder punt 5, kan haar dus niet baten.
8. Eiseres heeft nog een aantal voorbeelden van een viertal personen aangehaald, die volgens haar de met de programma's van The Light of Being opgedane kennis en vaardigheden wel gebruiken in hun werk. Naar het oordeel van de rechtbank maakt deze beroepsgrond hetgeen onder punt 7 is overwogen niet anders. Het oogmerk dat deze personen hadden met het volgen van de programma's van The Light of Being, zegt immers niets over het oogmerk van eiseres.
9. Uit het voorgaande volgt dat verweerder de door eiseres opgevoerde scholingsuitgaven terecht niet in aftrek heeft toegelaten. Eiseres' beroep gericht tegen de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2008 en 2009 treft dus geen doel.
10. Het beroep wordt geacht mede betrekking te hebben op de heffingsrente. Eiseres heeft geen zelfstandige gronden tegen de in rekening gebrachte heffingsrente aangevoerd. De rechtbank ziet geen aanleiding af te wijken van de beschikking heffingsrente. Hierbij wijst de rechtbank eiseres erop dat het bedrag van de heffingsrente het bedrag van de aanslag volgt.
11. De beroepen zijn ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.F. Germs-de Goede, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Hiemstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2013.
w.g. griffier w.g. rechter/voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.