Home

Rechtbank Noord-Nederland, 03-04-2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:1781, AWB LEE 11-465

Rechtbank Noord-Nederland, 03-04-2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:1781, AWB LEE 11-465

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
3 april 2014
Datum publicatie
20 mei 2014
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2014:1781
Zaaknummer
AWB LEE 11-465

Inhoudsindicatie

belastbaarheid aanbrengcommissie inwoner van Spanje - schadevergoeding

Uitspraak

Afdeling bestuursrecht

locatie Leeuwarden

zaaknummers: AWB LEE 11/465 en 10/2658

(gemachtigde: [gemachtigde eiser]),

en

(gemachtigde: [gemachtigde verweerder]).

Procesverloop

Verweerder heeft voor het jaar 2003 aan eiser een navorderingsaanslag opgelegd in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 394.278 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 20.000. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 44.796 aan heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 151.024.

Verweerder heeft voor het jaar 2004 aan eiser een navorderingsaanslag opgelegd in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 159.218 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 20.000. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 14.869 aan heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 59.154.

Bij, in één geschrift vervatte, uitspraken op bezwaar van 15 januari 2011 heeft verweerder de navorderingsaanslag over 2003 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 385.860 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 20.000, de boetebeschikking verminderd tot € 147.741 en de beschikking heffingsrente tot € 43.793.

Bij, in één geschrift vervatte, uitspraken op bezwaar van 17 november 2010 heeft verweerder de navorderingsaanslag en de beschikkingen over 2004 gehandhaafd.

Eiser heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld.

Verweerder heeft verweerschriften ingediend.

Eiser heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna verweerder schriftelijk heeft gedupliceerd. Eiser heeft bij brief van 29 mei 2012 nadere stukken ingestuurd. Verweerder heeft bij brief van 31 mei 2012 nadere stukken ingestuurd. Deze stukken zijn door de rechtbank telkens in afschrift naar de tegenpartij gestuurd.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 juni 2012 te Leeuwarden. Eiser is daar verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn bovengenoemde gemachtigde, bijgestaan door [bijstand].

Ter zitting zijn de beroepen gelijktijdig behandeld met de zaken met de kenmerken AWB LEE 10/2659, 10/2660 en 11/466.

De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om partijen in de gelegenheid te stellen om met elkaar in gesprek te gaan, en heeft bepaald dat het vooronderzoek zal worden hervat. Van het ter zitting verhandelde is een verkort proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan partijen is gezonden.

Eiser heeft bij brieven van 15 november 2012 en 1 februari 2013 een reactie gegeven en nadere stukken overgelegd. Verweerder heeft bij brief van 2 januari 2013 een reactie gegeven en nadere stukken overgelegd. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de tegenpartij.

De Wet Herziening Gerechtelijke Kaart is op 1 januari 2013 in werking getreden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaken worden daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland.

Het onderzoek ter zitting is hervat ter nadere zitting van 4 april 2013 te Leeuwarden. Aldaar is verschenen eiser bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn eerdergenoemde gemachtigde, bijgestaan door [bijstand]. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om eiser de gelegenheid te geven nadere stukken te overleggen aan verweerder en met een reconstructie te komen ten aanzien van gepleegde boekingen, en heeft bepaald dat het vooronderzoek zal worden hervat. Van het ter zitting verhandelde is een verkort proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan partijen is gezonden.

Eiser heeft bij brieven van 13 april 2013, 28 mei 2013 en 11 september 2013 een reactie gegeven en nadere stukken overgelegd. Verweerder heeft bij brieven van 6 mei 2013 en 20 augustus 2013 een reactie gegeven en nadere stukken overgelegd. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de tegenpartij.

Met toestemming van partijen is een nader onderzoek ter zitting achterwege gebleven.

Van het verhandelde ter zittingen zijn processen-verbaal opgemaakt, waarvan afschriften aan deze uitspraak zijn gehecht.

Overwegingen

Feiten

1.

De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.

1.1

Eiser, geboren op [geboortedag] 1946, heeft de Nederlandse nationaliteit en is gehuwd met [echtgenote]. Eiser heeft een pilotenopleiding genoten en was werkzaam als piloot.

1.2

Eiser is eigenaar van de woning [adres Nederland] en heeft sinds 1997 ook een woning op [Spaans eiland]. De zoon van eiser woonde in de onderhavige jaren in de woning aan [adres Nederland]. Eiser en zijn echtgenote verbleven in deze woning tijdens hun periodieke verblijf in Nederland.

1.3

Eiser bezit 50% van de aandelen in [X] BV, gevestigd te [vestigingsplaats]. De andere aandeelhouder is [aandeelhouder]. Eiser stond in de onderhavige jaren in het handelsregister vermeld als bestuurder van deze BV. [X] BV is beherend vennoot in de commanditaire vennootschappen [Y] CV en [Z] CV. In deze commanditaire vennootschappen worden de gelijknamige motorschepen [Y] respectievelijk [Z] geëxploiteerd. [X] BV heeft deze schepen laten bouwen bij [scheepswerf] te [vestigingsplaats]. Scheepvaartonderneming [Z] BV is een dochteronderneming van [X] BV.

1.4

Op 9 mei 2003 is een overeenkomst, met nummer [nummer], gesloten tussen eiser en [scheepswerf]. In deze overeenkomst is onder meer het volgende bepaald:

Ondergetekenden,

[eiser], (…), Intermediair in scheepsnieuwbouwprojecten, hierna te noemen intermediair

en

[scheepswerf], (…), hierna te noemen werf,

in aanmerking nemende dat,

Beslissing

Rechtsmiddel