Rechtbank Noord-Nederland, 27-11-2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:6386, LEE AWB 12 _ 2044, 12_2339 en 12_2340
Rechtbank Noord-Nederland, 27-11-2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:6386, LEE AWB 12 _ 2044, 12_2339 en 12_2340
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 27 november 2014
- Datum publicatie
- 7 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2014:6386
- Zaaknummer
- LEE AWB 12 _ 2044, 12_2339 en 12_2340
Inhoudsindicatie
Aan eisers zijn informatiebeschikkingen opgelegd. Nu er voor de Vpb en OB sprake is van verschillende tot een fiscale eenheid behorende rechtspersonen die allen van elkaar verschillende activiteiten verrichten (namelijk verhuur van onroerend goed en exploitatie van speelautomaten, is er geen sprake van één administratie, maar van twee. De rechtbank oordeelt t.a.v. de speelautomatenadministratie over 2006 en 2007 dat deze zodanige gebreken bevat waardoor de administratieplicht is geschonden en dat deze gebreken zo ernstig zijn dat omkering van de bewijslast is gerechtvaardigd. T.a.v. de speelautomatenadministratie over 2005 heeft verweerder geen onderzoek gedaan en geen stukken overgelegd. De rechtbank oordeelt dat verweerder de resultaten van het onderzoek naar de speelautomatenadministratie over andere jaren niet mag doortrekken naar 2005. T.a.v. de verhuuradministratie oordeelt de rechtbank dat de administratie weliswaar gebreken bevat, maar dat deze van onvoldoende gewicht zijn om te concluderen dat de administratieplicht is geschonden.
Uitspraak
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: LEE AWB 12/2044, 12/2339 en 12/2340
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 27 november 2014 in de zaak tussen
Fiscale Eenheid [X] B.V., [Y] B.V., C.S.
beiden gevestigd te [vestigingsplaats], tezamen te noemen: eisers
(gemachtigde: [gemachtigde eisers]),
en
(gemachtigde: [gemachtigde verweerder]).
Procesverloop
Verweerder heeft met dagtekening 22 november 2011 aan [X] B.V. een informatiebeschikking vennootschapsbelasting over 2005, 2006 en 2007 en een informatiebeschikking dividendbelasting over 2005, 2006 en 2007 uitgereikt. Met dezelfde dagtekening heeft verweerder aan de Fiscale Eenheid (omzetbelasting) [X] B.V., [Y] B.V., C.S. een informatiebeschikking omzetbelasting over 2006 en 2007 uitgereikt.
Bij uitspraken op bezwaar van 13 juli 2012 heeft verweerder de bezwaren van eisers ongegrond verklaard.
Eisers hebben tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 juni 2013. Namens eisers is verschenen hun gemachtigde, bijgestaan door [bijstand]. Tevens is verschenen de directeur van [X] B.V., [Z]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [bijstand].
Het onderzoek ter zitting is geschorst. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan partijen is toegezonden.
Partijen hebben nadere stukken ingediend, waarvan een afschrift over en weer, door tussenkomst van de griffier, aan partijen is toegezonden.
Het onderzoek ter zitting is op 12 juni 2014 hervat. Namens eisers is hun gemachtigde verschenen en de directeur van [X] B.V., [Z]. Verweerder is daar vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, bijgestaan door [bijstand].
Partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan elkaar en aan de rechtbank.
Overwegingen
Feiten
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
[X] B.V. houdt in de onderhavige jaren alle aandelen in de vennootschappen [A] B.V. en [Y] B.V. en vormt in die jaren met deze vennootschappen een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Voorgenoemde vennootschappen vormen met [B] B.V. een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting met als moedermaatschappij [X] B.V.
De ondernemingsactiviteiten van [A] B.V. bestaan uit de exploitatie van speelautomaten (kansspelen). De ondernemingsactiviteiten van [Y] B.V. bestaan uit de exploitatie en handel in onroerende zaken.
Verweerder is in november 2008 bij eisers een boekenonderzoek gestart met als doel onder andere de vaststelling van de aanvaardbaarheid van de aangiften vennootschapsbelasting en omzetbelasting over de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2007. In februari 2009 is dit onderzoek stopgezet en is aangegeven dat het onderzoek voorlopig zou worden beperkt tot [A] B.V. en tot de jaren 2005 tot en met 2007. In november 2009 heeft verweerder het onderzoek opgepakt vanuit de landelijke aanpak in de vastgoedbranche. Het onderzoek richtte zich op het onroerend goed ([Y] B.V.) en de omzet speelautomaten ([A] B.V.) voor de jaren 2005, 2006 en 2007.
In het verslag van het onderzoek, gedagtekend, 10 december 2010, (hierna: het controlerapport) is onder meer opgenomen:
“4.1 Verhuuropbrengsten onroerend goed
De verhuuropbrengsten zijn niet volledig aangegeven. Van het pand, genoemd “[pand]” is geen enkele (huur)opbrengst waargenomen en van diverse bovenwoningen ontbreken over langere perioden opbrengsten. Van deze bovenwoningen is geconstateerd dat ontvangsten op de privébankrekening zijn bijgeschreven. Omdat de administratie is bijgehouden als een geldadministratie, omzet bepaald aan de hand van bijschrijvingen, worden deze ontvangsten niet geboekt. Daar komt bij dat van de bovenwoningen de ontvangsten ook regelmatig per kas worden ontvangen. [Y] BV heeft geen eigen kasadministratie. Een enkele keer verloopt deze ontvangst via de kas van [A] BV. De administratie wordt op dit punt verworpen.
(…)
Resultaat Speelautomaten
Vrijwel alle ontvangsten uit de speelautomaten worden in contanten afgerekend. Medewerkers van belastingplichtige bezoeken de diverse locaties (ongeveer 90) regelmatig (wekelijks of om de twee weken) om de kasten te legen. Dit zijn niet verder genoemde medewerkers (“lopers”) waarbij dhr. [Z] aangeeft dat hij de “probleemgevallen” zelf bezoekt. Doorgaans is de verdeling 50/50 maar afwijkende verdelingen komen ook voor. Namens belastingplichtige worden afrekenbriefjes opgemaakt. Bij de beoordeling hiervan komen veelvuldig overnamefouten en tellingfouten naar voren. In meer dan 50 % van de gevallen blijken de tellerstanden op nul te zijn gesteld. Door de tellerstanden op nul te stellen is er geen enkele controle mogelijk op de geboekte ontvangsten. Op de locaties staan doorgaans twee automaten waarbij op het afrekenbriefje 1 van de 2 automaten de teller op nul is gesteld. Ook na wisseling van locatie van de speelautomaten doet dit fenomeen zich voor.
Er is bij belastingplichtige een lijst opgevraagd van de locaties en de geplaatste kasten. Bij vergelijking met gegevens van derden ontbreken in de lijst van belastingplichtige enkele locaties maar vooral veel geplaatste kasten. Ondanks eerdere op- en aanmerkingen op de administratie bij een vorig boekenonderzoek is het besluit tellerstanden (opnieuw) niet toegepast. De gebreken in de administratie zijn zodanig dat de administratie niet kan dienen als grondslag voor de winstberekening. Met name de nulstellingen van de tellerstanden komen dusdanig veelvuldig voor en zijn zo essentieel dat de administratie moet worden verworpen.”
Met dagtekening 22 november 2011 heeft verweerder de drie bij het procesverloop vermelde informatiebeschikkingen genomen. In de informatiebeschikking vennootschapsbelasting (de twee andere informatiebeschikkingen bevatten dezelfde passages) is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:
“Het boekenonderzoek is afgerond met het controlerapport van 10 december 2010. Op 8 februari 2011 heb ik van uw adviseur(s) een inhoudelijke reactie op het rapport ontvangen. In mijn brief van 18 maart 2011 heb ik antwoord gegeven op de in deze reactie gestelde vragen, standpunten ingenomen en nieuwe vragen gesteld. Uw adviseur heeft naar aanleiding hiervan op 23 juni 2011 aanvullende informatie verstrekt. Ook na de uitwisseling van deze gegevens blijft de Belastingdienst van mening dat de administratie van zowel [A] BV als [Y] BV niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen
De activiteiten van [A] B.V. bestaan onder andere uit het exploiteren van speelautomaten en behendigheidsautomaten, hierna de speelautomaten. De administratie dient te voldoen aan de eisen als bedoeld in artikel 52 van de Algemene Wet Rijksbelastingen (AWR). Bij Besluit van 12 april 1996 heeft de Staatssecretaris van Financiën beleidsregels gegeven voor de registratie van tellerstanden in speelautomaten, nader te noemen het Besluit.
De Belastingdienst heeft de brancheorganisatie en de belastingplichtigen bij de invoering van bedoeld Besluit schriftelijk bericht dat tellerstanden overeenkomstig dat Besluit dienden te worden bijgehouden. In dit kader heeft een controlemedewerker de onderneming bezocht. Deze medewerker heeft voorlichting en uitleg over dit Besluit gegeven en er op gewezen dat de registratie- en bewaarplicht van tellerstanden en de overige in het Besluit genoemde gegevens voor zowel de exploitant als de mede-exploitant gelden. Destijds is afgesproken dat eventuele tekortkomingen in de registratieverplichting zo spoedig mogelijk tot het verleden zullen behoren.
Tijdens het boekenonderzoek is vastgesteld dat de administratie niet voldoet aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden gezien de aard en omvang van de onderneming en de aanvullende eisen van het Besluit. Er zijn ernstige formele- en materiele gebreken bij de registratie van de tellerstanden in de administratie vastgesteld. Daar komt bij dat vanuit belastingplichtige sterk wisselende informatie is verstrekt over het aantal opgestelde speelautomaten. Naast het niet juist en onvolledig invullen van het formulier dat dient voor de registratie tellerstanden van de speelautomaten worden er onvolledige en onjuiste tellerstanden verantwoord. Verder is vastgesteld dat in een groot aantal gevallen een of meerdere tellerstanden van de speelautomaten volgens de registratie tellerstanden op nul zijn gesteld of geregistreerd. Daardoor is controle op de tellerstanden, de administratie en uiteindelijk de opbrengstverantwoording niet meer mogelijk. Verder sluiten tellerstanden van speelautomaten op afrekenmomenten niet op elkaar aan. Dit betekent dat niet alle tellerstanden van de speelautomaten juist verantwoord zijn in de administratie. Ook zijn niet alle verantwoorde bedragen van de formulieren gebruikt voor de registratie van tellerstanden verantwoord in de overige administratie. Naast voorstaande gebreken komen er op de formulieren voor de registratie tellerstanden speelautomaten veel rekenkundige fouten voor bij de tellerstanden en de berekende bedragen.
(…)
De activiteiten van [Y] BV bestaan onder meer uit de verhuur van bedrijfspanden en (boven)woningen. Met name bij de verhuur van de (boven)woningen zijn huren contant ontvangen. In de administratie van [Y] BV is geen kasadministratie aangetroffen. Er zijn huurontvangsten bijgeschreven op de privé-bankrekening van de heer [Z]. De administratie is bijgehouden als een geldadministratie, dat wil zeggen dat de ontvangen zijn geboekt aan de hand van de bank/girobijschrijvingen van de vennootschap. Hierdoor zijn contante en de op privébankrekening ontvangen huren niet in de omzet opgenomen.