Home

Rechtbank Noord-Nederland, 17-09-2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:4444, AWB - 14 _ 3469 en 14_3469

Rechtbank Noord-Nederland, 17-09-2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:4444, AWB - 14 _ 3469 en 14_3469

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
17 september 2015
Datum publicatie
29 september 2015
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2015:4444
Zaaknummer
AWB - 14 _ 3469 en 14_3469

Inhoudsindicatie

Beschikkingen VAR WUO terecht herzien in beschikkingen VAR Loon voor verlener AWBZ-zorg in natura.

Uitspraak

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 14/3468 en 14/3469

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 17 september 2015 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde] ),

en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Groningen verweerder

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Procesverloop

Verweerder heeft beschikking van 15 oktober 2013 verklaard dat de aan eiseres voor de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 gegeven Verklaring arbeidsrelatie (VAR-verklaring) wordt herzien. Deze herziening houdt in dat de voordelen die eiseres uit de in haar aanvraagformulier omschreven werkzaamheden geniet of zal gaan genieten, niet meer worden aangemerkt als winst uit onderneming. Deze voordelen worden vanaf 15 oktober 2013 tot en met 31 december 2013 aangemerkt als loon uit dienstbetrekking.

Bij beschikking van 31 oktober 2013 heeft verweerder verklaard dat de aan eiseres voor de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 gegeven VAR-verklaring wordt herzien. Deze herziening houdt in dat de voordelen die eiseres uit de in haar aanvraagformulier omschreven werkzaamheden zal gaan genieten, niet meer worden aanmerkt als winst uit onderneming. Deze voordelen worden vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 aangemerkt als loon uit dienstbetrekking.

Eiseres heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld.

Verweerder heeft verweerschriften ingediend.

Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 april 2015. Eiseres is verschenen, vergezeld van haar echtgenoot en bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [naam] .

Overwegingen

Feiten

1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.

1.1. Eiseres, geboren op [dag/maand] 1951, is verzorgende IG 3 (Individuele Gezondheidszorg, niveau 3) / verpleegkundige. Sinds 1 augustus 2007 staat eiseres bij de Kamer van Koophandel ingeschreven onder de handelsnaam “[handelsnaam] ”. De omschrijving van eiseres’ activiteiten luidt: “Het aanbieden van verzorging door ziekenverzorgster voor particulieren zowel nationaal en internationaal, tevens het verlenen van advies”.

1.2. Eiseres verleende in de jaren 2013 en 2014 onder meer (thuis)zorg in natura als bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Eiseres verrichtte deze werkzaamheden in 2013, zoals zij ter zitting heeft verklaard, via de volgende instellingen:

a. [Instelling A] te [plaats] , handelend onder de naam [Instelling A] ( [Instelling A] ). Dit is een zogenaamde AWBZ-toegelaten zorginstelling als bedoeld in de Wet Toelating zorginstellingen (WTZi).

b. [Instelling B] , ook een AWBZ-toegelaten instelling als bedoeld in de WTZi.

c. [Bemiddelingsinstelling C] ( [Bemiddelingsinstelling C] ). Enig aandeelhouder van [Bemiddelingsinstelling C] is [Instelling D] ( [Instelling D] ). [Instelling D] is een AWBZ-toegelaten instelling als bedoeld in de WTZi, [Bemiddelingsinstelling C] is niet een zodanige instelling. Het innen en uitbetalen van zorggelden heeft [Instelling D] belegd bij [Stichting Derdengelden] .

1.3. In het jaar 2014 verleende eiseres, zoals zij ter zitting heeft verklaard, (thuis)zorg in natura als bedoeld in de AWBZ via [Instelling A] . Daarnaast heeft zij in 2014 zogenoemde PGB-zorgwerkzaamheden verricht bij een tweetal particuliere patiënten en verrichtte zij in 2014 AWBZ-zorg in natura via de zogenaamde ZZP-pilot.

1.4. In de door eiseres met [Instelling A] gesloten “ZZP-overeenkomst”, waarin eiseres is aangeduid als opdrachtnemer en [Instelling A] als opdrachtgever, is – voor zover deze overeenkomst door eiseres is overgelegd – het volgende bepaald:

Artikel 1 Overeenkomst van opdracht

Opdrachtgever is met opdrachtnemer bij overeenkomst van opdracht overeengekomen om met ingang van 11/4/’12 in opdracht van opdrachtgever diensten te verrichten. In verband met bovengenoemde overeenkomst verklaart opdrachtgever te hebben opdragen aan opdrachtnemer, gelijk opdrachtnemer verklaart te hebben aangenomen van opdrachtgever, de uitvoering van de onder artikel 2 genoemde opdracht.

Artikel 2 De opdracht

2.1 Opdrachtnemer zal werkzaamheden verrichten conform de omschrijving van opdrachtnemers KvK-inschrijving en bij cliënten van opdrachtgever.

2.2 Deze overeenkomst is een raamovereenkomst van opdracht ex artikel 7:400 BW.

Partijen beogen uitdrukkelijk géén arbeidsovereenkomst tot stand te laten komen.

Iedere aanspraak op een arbeidsovereenkomst ex artikel 7:610 e.v. BW wordt dan

ook zowel gedurende het bestaan van deze overeenkomst als na beëindiging hiervan

uitgesloten.

2.3 Opdrachtnemer voert de werkzaamheden naar eigen inzicht en vaardigheden en voor

eigen verantwoordelijkheid en volgens de codes die voor de beroepsgroep

gebruikelijk zijn en zonder toezicht of leiding van opdrachtgever uit. Daarbij dient de

opdrachtnemer zich te houden aan de eisen en regels zoals die worden gesteld in de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

2.4 Opdrachtnemer is bereid deze werkzaamheden te verrichten, terwijl Opdrachtnemer

vrij is concrete aanbiedingen tot het uitvoeren van werkzaamheden te weigeren.”.

1.5. In de door eiseres, handelende onder de naam “[handelsnaam]”, met [Instelling A] gesloten “Overeenkomst van Opdracht”, waarin eiseres is aangeduid als opdrachtnemer en [Instelling A] als opdrachtgever, is – voor zover de overeenkomst door eiseres is overgelegd en voor zover hier van belang – het volgende bepaald:

In overweging nemende dat:

- Partijen een opdrachtovereenkomst wensen te sluiten waarbij zij aangeven onder welke condities partijen elkander hebben gecontracteerd, inhoudend dat de opdrachtnemer voorafgaande aan de daadwerkelijke zorgverlening afspreekt met de opdrachtgever tegen welke prijs de opdrachtnemer daadwerkelijk de intentie heeft AWBZ-thuiszorg in natura te verlenen.

- Partijen op basis van voornoemde overeenkomst tussen zorgvrager en opdrachtgever een overeenkomst van opdracht tot stand willen kunnen laten komen voor de daadwerkelijk te verlenen AWBZ thuiszorg in natura waarvan het zorgplan onderdeel uitmaakt.

- Partijen verantwoord zijn voor het leveren van AWBZ thuiszorg aan de zorgvrager: O. van B (…), geboren op [dag/maand] -1945, met burgerservicenummer (…) en gevestigd te (…).

1 Intentie

2 Aard en duur van de overeenkomst

2.1

De zorg, die opdrachtnemer voor opdrachtgever zal verrichten, bestaat uit het volgende:

opgenomen i.v.m. OK 29-10-2013; craniotomie re temp. met 5 ALA. Dhr heeft t.g.v. de ok volledige uitval linker lichaamshelft. Tumor blijkt kwaadaardig (Gliobastoom graad 4) heeft men niet volledig kunnen verwijderen. Dhr wil niet verder behandeld worden.

(…)”.

1.6.

Tot de gedingstukken behoort een inschrijfovereenkomst, die eiseres is aangegaan met [Bemiddelingsinstelling C] . Deze inschrijfovereenkomst is namens [Bemiddelingsinstelling C] ondertekend, terwijl een handtekening van eiseres ontbreekt. In deze inschrijfovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:

Hierbij verklaart [eiseres] , (…) werkzaam als zelfstandig ondernemer in de zorg (Ziekenverzorgende),

dat

wanneer hij /zij met tussenkomst van [Bemiddelingsinstelling C] zelfstandig zorg verleent bij een cliënt van [Bemiddelingsinstelling C] hij/zij bruto tarieven declareert bij [Stichting Derdengelden] en zelfstandig de benodigde sociale premies en belastingen afdraagt over deze inkomsten. [Bemiddelingsinstelling C] is derhalve niet aansprakelijk voor de afdracht aan uitkeringsinstanties en/of belastingdienst over onderstaand genoemde vergoedingen.

Voor het verlenen van deze zorgdiensten ontvangt de zelfstandige ondernemer in de zorg het honorarium hetgeen met de cliënt of diens waarnemer is afgesproken inzake de desbetreffende zorg.

Volgens opgave van de zelfstandige ondernemer in de zorg bestaat dit uit de volgende componenten:

(…)

[Bemiddelingsinstelling C] brengt bemiddelingskosten + btw in rekening bij de zelfstandig ondernemer in de zorg. (…)

Tevens verklaart ondergetekende:

- - een geldige Verklaring Arbeidsrelatie van de Belastingdienst (Winst Uit Onderneming) te hebben overlegd; indien op de 1e werkdag geen geldige VAR/WUO aanwezig is dan zal [Bemiddelingsinstelling C] 50% van de factuurwaarde inhouden en reserveren voor eventuele loonheffing en sociale verzekeringswetten totdat genoemde verklaring is verkregen.

- - een eigen beroepsaansprakelijkheids/rechtsbijstandverzekering te hebben afgesloten;

- - het bewijs van goed gedrag te hebben overlegd;

- - ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel.

Tenslotte is afgesproken dat de zelfstandig ondernemer in de zorg niet zelfstandig cliënten zal werven die op enigerlei wijze aan [Bemiddelingsinstelling C] verbonden zijn. Ook zal met deze cliënten niet onderhandeld worden over het tarief.”.

Nadat verweerder de aan eiseres gegeven VAR-verklaringen had herzien zoals bij het procesverloop vermeld, is eiseres per 1 november 2013 met [Bemiddelingsinstelling C] een arbeidsovereenkomst aangegaan.

1.7.

De zorginstelling [Instelling B] sluit met de zorgbehoevenden (aangeduid als cliënt) inzake het verlenen van zorg in natura een “Zorgovereenkomst thuiszorg [Instelling B] Zorg” af. Hierin is onder meer bepaald:

1. Zorgafspraken

De cliënt ontvangt zorg van [Instelling B] op het adres, zoals hierboven vermeld, conform de in deze overeenkomst opgenomen afspraken.

(…)

3.Financiering

(…)

c) Indien de zorg voor de cliënt geherindiceerd moet worden, gaat cliënt akkoord dat [Instelling B] deze herindicatie bij het CIZ indient.

4 Zorgdossier

8 Aanvullende bepalingen