Rechtbank Noord-Nederland, 02-02-2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:297, AWB - 14 _ 2173
Rechtbank Noord-Nederland, 02-02-2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:297, AWB - 14 _ 2173
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 2 februari 2016
- Datum publicatie
- 19 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2016:297
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2017:2859, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- AWB - 14 _ 2173
Inhoudsindicatie
Vpb. Eiseres heeft tegenover de door verweerder opgeworpen twijfels over de authenticiteit en de betaling van de facturen op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt, laat staan doen blijken dat de door haar gestelde kosten daadwerkelijk door haar zijn gemaakt. Onderbouwing boetes betreft enkel een opsomming van conclusies van de controlerend ambtenaar. Opzet niet aannemelijk. Vernietiging vergrijpboetes.
Uitspraak
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: LEE 14/2173, 14/2174 en 14/2175
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 2 februari 2016 in de zaak tussen
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
(gemachtigde: [gemachtigde] ).
Procesverloop
Verweerder heeft voor het jaar 2006 aan eiseres met dagtekening 3 december 2011 een navorderingsaanslag opgelegd in de vennootschapsbelasting berekend naar een belastbaar bedrag van € 274.646. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 16.625 aan heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van € 80.359.
Met dagtekening 10 december 2011 heeft verweerder aan eiseres voor het jaar 2007 een navorderingsaanslag opgelegd in de vennootschapsbelasting berekend naar een belastbaar bedrag van € 414.831. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 16.817 aan heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van
€ 103.366.
Voor het jaar 2008 heeft verweerder aan eiseres met dagtekening 17 december 2011 een navorderingsaanslag opgelegd in de vennootschapsbelasting berekend naar een belastbaar bedrag van € 405.901. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 9.715 aan heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete opgelegd van
€ 88.379.
Bij uitspraken op bezwaar van 10 april 2014 heeft verweerder de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft dit beroep gesplitst in drie zaken en geregistreerd onder de zaaknummers:
- 14/2173 ( de navorderingsaanslag, heffingsrente- en boetebeschikking voor het jaar 2006),
- 14/2174 ( de navorderingsaanslag, heffingsrente- en boetebeschikking voor het jaar 2007)
- 14/2175 ( de navorderingsaanslag, heffingsrente- en boetebeschikking voor het jaar 2008).
Verweerder heeft verweerschriften ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 maart 2015. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en haar directeur-grootaandeelhouder [X] , vergezeld van zijn zoon [Y] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [naam] , [naam] en [naam] . Ter zitting heeft de rechtbank het onderzoek geschorst. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan partijen is verzonden.
Verweerder heeft bij brief van 20 april 2015 nadere stukken ingediend. Namens eiseres zijn bij brieven binnengekomen op 6 mei 2015 en 29 mei 2015 nadere stukken ingediend.
Het onderzoek is hervat ter zitting van 17 september 2015. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en haar directeur-grootaandeelhouder [X] , vergezeld van zijn zoon [Y] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [naam] en [naam] . Ter zitting heeft de rechtbank het onderzoek geschorst. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Eiseres’ gemachtigde heeft bij brief van 7 oktober 2015 gereageerd. Verweerders gemachtigde heeft hierop bij brief van 26 oktober 2015 gereageerd. Vervolgens heeft eiseres’ gemachtigde bij brief van 12 november 2015 een reactie ingezonden.
Met toestemming van partijen heeft de rechtbank zonder nadere zitting het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Feiten
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
Eiseres is opgericht op 9 juni 2000. Sinds haar oprichting is de heer [X] ( [X] ) directeur en enig aandeelhouder van eiseres.
Eiseres is door verweerder aangemaand om uiterlijk op 5 september 2008 haar aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2006 in te dienen. Wegens het uitblijven van deze aangifte heeft de aanslagregelend ambtenaar op 22 december 2008 ambtshalve de gegevens voor de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2006 vastgesteld. Hierbij is het belastbaar bedrag vastgesteld op € 10.000. De aanslag is gedagtekend op 24 januari 2009 en is op of rond 10 januari 2009 verzonden naar eiseres.
Eiseres’ adviseur heeft op 15 januari 2009 op elektronische wijze de aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2006 bij verweerder ingediend. Volgens deze aangifte bedraagt het belastbaar bedrag € 922 negatief. De in de aangifte opgenomen winst- en verliesrekening luidt als volgt:
Netto-omzet |
€ |
286.495 |
||
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten |
€ |
257.859 |
-/- |
|
Auto- en transportkosten |
€ |
22.887 |
-/- |
|
Verkoopkosten |
€ |
254 |
-/- |
|
Kosten schulden andere rentelasten en soortgelijke kosten |
€ |
1.588 |
-/- |
|
Andere kosten |
€ |
4.829 |
-/- |
|
Saldo fiscale winstberekening |
922 |
-/- |
Verweerder heeft de bij 1.2 bedoelde aangifte aangemerkt als een bezwaarschrift gericht tegen de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2006. Bij uitspraak op dit bezwaar heeft verweerder deze aanslag verminderd tot nihil en tot een bedrag van € 922 een verliesbeschikking genomen.
Eiseres’ adviseur heeft op 14 april 2009 de aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2007 ingediend bij verweerder. Volgens de in deze aangifte opgenomen vermogensvergelijking bedraagt de belastbare winst € 351, terwijl de winst- en verliesrekening leidt tot een belastbare winst van € 1.336. Deze winst- en verliesrekening luidt als volgt:
Netto-omzet |
€ |
436.596 |
||
Kosten van grond- en hulpstoffen Inkoopprijs van de verkopen |
€ |
396.724 |
-/- |
|
Auto- en transportkosten |
€ |
21.536 |
-/- |
|
Huisvestingskosten |
€ |
1.800 |
-/- |
|
Verkoopkosten |
€ |
1.340 |
-/- |
|
Kosten schulden andere rentelasten en soortgelijke kosten |
€ |
4.855 |
-/- |
|
Andere kosten |
€ |
9.005 |
-/- |
|
Saldo fiscale winstberekening |
1.336 |
In overleg met eiseres’ adviseur heeft verweerder de aanslag vennootschapsbelasting vastgesteld naar een belastbaar bedrag van € 1.336.
Eiseres’ adviseur heeft op 27 mei 2010 de aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2008 bij verweerder ingediend. Volgens deze aangifte bedraagt de belastbare winst
€ 5.883. Verweerder heeft de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2008 overeenkomstig deze aangifte vastgesteld. De in de aangifte opgenomen winst- en verliesrekening luidt als volgt:
Netto-omzet |
€ |
438.439 |
||
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten |
€ |
389.391 |
-/- |
|
Afschrijving inventaris |
€ |
612 |
||
Auto- en transportkosten |
€ |
17.626 |
-/- |
|
Huisvestingskosten |
€ |
1.978 |
-/- |
|
Verkoopkosten |
€ |
2.596 |
-/- |
|
Kosten schulden andere rentelasten en soortgelijke kosten |
€ |
5.642 |
-/- |
|
Andere kosten |
€ |
14.711 |
-/- |
|
Saldo fiscale winstberekening |
5.883 |
Tegen [X] loopt in Duitsland een gerechtelijke strafprocedure wegens verdenking van (het geven van ondersteuning bij) het ontduiken van Duitse belasting. De Duitse Belastingdienst heeft informatie die zij in het kader van het ter zake uitgevoerde strafrechtelijk onderzoek heeft verkregen, verstrekt aan verweerder. Naar aanleiding van deze informatie heeft verweerder op 27 april 2010 een boekenonderzoek ingesteld bij eiseres naar onder meer de aanvaardbaarheid van de aangiften vennootschapsbelasting voor de jaren 2005 tot en met 2008. In het op 8 juni 2011 van dit boekenonderzoek opgemaakte rapport staat onder meer het volgende vermeld:
“Niet voldoen aan de administratieplicht
De kasadministratie van 2005 tot en met 2008 is zodanig gevoerd dat niet te allen tijde de rechten en verplichtingen van belastingplichtige en andere voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens duidelijk blijken. De contante opnamen van de bank en contante betalingen aan [E] , [K] GmbH, [L] GmbH u. Co KG en [M] GmbH en de contante betalingen in verband met bijvoorbeeld autokosten zijn niet juist in een kasboek zijn verwerkt. In 2005 bestaat de kasadministratie uit twee grootboekregels, namelijk een beginsaldo en een verdichte uitgaveregel. In 2006 bestaat de grootboekrekening kas uit zes boekingen, waarvan vier verdicht. In 2007 lijkt het op een kasadministratie, maar op 23 januari 2007 loopt de kas negatief. Daarnaast vinden er verdichte boekingen plaats. Pas op 31 december 2007 is het saldo in de kasadministratie weer positief om op nihil te eindigen na de laatste memoriaalboeking. In 2008 is de kasadministratie te vergelijken met 2007. Zowel negatieve saldi als verdichte boekingen. Deze werkwijze is, gelet op de hoogte van de contante opnamen en uitgaven niet aanvaardbaar. Belastingplichtige voldoet hiermee, gelet op de grote sommen contant geld, niet aan zijn administratieplicht.” (pagina 4 van het rapport).