Home

Rechtbank Noord-Nederland, 22-12-2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:4958, AWB - 16-1659, 16-1660 en 16/1802

Rechtbank Noord-Nederland, 22-12-2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:4958, AWB - 16-1659, 16-1660 en 16/1802

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
22 december 2017
Datum publicatie
6 februari 2018
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2017:4958
Zaaknummer
AWB - 16-1659, 16-1660 en 16/1802

Inhoudsindicatie

Kansspelbelasting. Rechtbank houdt het ervoor dat begunstiging in drie gevallen is gebaseerd op door de Belastingdienst/Zuidwest gevoerd beleid. Beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt daarom.

Uitspraak

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 16/1659, 16/1660, 16/1802

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 22 december 2017 in de zaak tussen

(gemachtigde: [gemachtigde] ),

en

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister.

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser de volgende naheffingsaanslagen kansspelbelasting (KSB) opgelegd:

- voor het jaar 2007 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [nummer1] ) van € 157.746 (zaaknummer 16/1802);

- voor het jaar 2008 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [nummer2] ) van

€ 149.197 (zaaknummer 16/1659);

- voor het jaar 2008 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [nummer3] ) van € 10.150 (zaaknummer 16/1660).

Bij uitspraken op bezwaar van 31 maart 2016 heeft verweerder de bezwaren van eiser gericht tegen de naheffingsaanslagen voor het jaar 2008 ongegrond verklaard. Bij uitspraak op bezwaar van 13 april 2016 heeft verweerder het bezwaar van eiser gericht tegen de naheffingsaanslag voor het jaar 2007 gegrond verklaard en daarbij de naheffingsaanslag verminderd tot € 148.749.

Eiser heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 november 2017. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich eveneens laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [naam] .

Overwegingen

Feiten

1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.

1.1.

Eiser is inwoner van Nederland en heeft vanuit Nederland deelgenomen aan internetpokerspelen bij aanbieders die niet binnen de Europese Unie zijn gevestigd (de buitenlandse internetpokerspelen). Eiser heeft hiermee in 2007 een bedrag van € 512.931 aan prijzen gewonnen, terwijl het door hem berekende resultaat (prijzen minus inzetten) € 5.150 negatief bedroeg. In de periode januari tot en met oktober 2008 heeft eiser met bedoelde internetpokerspelen een bedrag aan prijzen gewonnen van € 388.685. Het door hem over die periode berekende resultaat bedroeg € 114.421.

1.2.

De Belastingdienst/Zuidwest heeft voor het jaar 2007 met dagtekening 5 oktober 2011 ter zake van de buitenlandse internetpokerspelen aan eiser een naheffingsaanslag KSB opgelegd tot een bedrag van € 157.746, uitgaande van gewonnen prijzen van in totaal € 543.952. Na bezwaar heeft verweerder deze naheffingsaanslag verminderd tot een bedrag van € 148.749, uitgaande van gewonnen prijzen van in totaal € 512.931.

1.3.

Voor het jaar 2008 heeft de Belastingdienst/Zuidwest met dagtekening 5 oktober 2011 een naheffingsaanslag KSB (eerste naheffingsaanslag) opgelegd tot een bedrag van € 149.197. Deze naheffingsaanslag heeft tot een bedrag van € 14.752 betrekking op buitenlandse live-pokertoernooien. Tot een bedrag van € 31.877 heeft deze naheffingsaanslag betrekking op internetpokerspelen over de maanden november en december 2008. Deze naheffingsaanslag heeft verder tot een bedrag van 102.568 betrekking op de buitenlandse internetpokerspelen over de periode januari tot en met oktober 2008.

1.4.

Naar aanleiding van door eiser in de bezwaarfase verstrekte informatie is de Belastingdienst/Zuidwest tot de conclusie gekomen dat over de periode januari tot en met oktober 2008 ter zake van de buitenlandse internetpokerspelen een bedrag van € 112.718 (29% van € 388.685) nageheven had moeten worden. De Belastingdienst/Zuidwest heeft eiser daarom voor het jaar 2008 een tweede naheffingsaanslag KSB (tweede naheffingsaanslag) opgelegd tot een bedrag van € 10.150 (€ 112.718 minus € 102.568).

1.5.

Tot de gedingstukken behoort een op 20 april 2011 gedagtekende brief van de Belastingdienst/Zuidwest aan de heer [A] ( [A] ). Hierin staat onder meer het volgende vermeld:

Aangifteplicht

Ik stel u alsnog in de gelegenheid middels bijgevoegde bijlage op de juiste wijze opgave te doen van uw inkomsten uit internetkansspelen en buitenlandse pokertoernooien

Onze gegevens stemmen namen in het geheel niet overeen met uw ingeleverde aangiftes kansspelbelasting Het gaat hierbij met name over gewonnen prijzen tijdens toernooien in 2007, 2008, 2009 en 2010.

Internetspelen

Met betrekking tot (buitenlandse) internetspelen zijn tot 1 november 2008 prijzen boven de € 454 belast voor de kansspelbelasting waarbij buy-ins niet verrekenbaar zijn.

Vanaf 1 november 2008 komen de nettoprijzen per maand (het positief verschil tussen de ontvangen prijzen minus gedane inzetten) in aanmerking voor de heffing van kansspelbelasting.”.

1.6.

Tot de gedingstukken behoort een op 25 mei 2011 door [A] ingevuld formulier van de Belastingdienst. Oningevuld is op dit van de Belastingdienst afkomstige formulier voor wat betreft het jaar 2007 het volgende voorgedrukt:

Bijlage 5 Jaar 2007

Vraag 1

Vraag 2

Vraag 3

2008

Beslissing

Rechtsmiddel