Rechtbank Noord-Nederland, 06-03-2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:2368, AWB - 17 _ 2469
Rechtbank Noord-Nederland, 06-03-2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:2368, AWB - 17 _ 2469
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 6 maart 2018
- Datum publicatie
- 26 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2018:2368
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2019:733, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- AWB - 17 _ 2469
Inhoudsindicatie
Giftenaftrek
Voldoening?
Eiseres heeft vier kwitanties van elk € 500 overgelegd als bewijs van een gift van € 2.000 aan ISN. De rechtbank acht het niet onaannemelijk dat de kwitanties die door eiseres zijn overgelegd vier opeenvolgende kwitanties van € 500 zijn, gelet op het door eiseres gestelde bedrag van in totaal € 2.000. De rechtbank acht het niet onaannemelijk dat eiseres over een bedrag van € 2.000 aan gespaarde contante gelden beschikte, gelet op hetgeen zij daarover heeft verklaard. Verweerder heeft het realiteitsgehalte van de kwitanties niet verder betwist. Eiseres heeft daarmee naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk gemaakt dat zij de giften heeft gedaan.
ANBI?
Tussen partijen is niet in geschil dat ISN een ANBI-status heeft. Eiseres heeft aannemelijk gemaakt dat zij giften heeft gedaan aan ISN.
Uitspraak
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 17/2469
en
(gemachtigde: [verweerder] ).
Procesverloop
Verweerder heeft voor het jaar 2015 met dagtekening 23 september 2016 aan eiseres een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) berekend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.897. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 11 aan belastingrente in rekening gebracht.
Bij uitspraak op bezwaar van 21 februari 2017 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres’ schriftelijke reactie van 22 maart 2017 op de uitspraak op bezwaar heeft verweerder – ingevolge artikel 6: 15 van de Algemene wet bestuursrecht – doorgestuurd naar de rechtbank om als beroepschrift in behandeling te nemen. De rechtbank heeft de ontvangst van eiseres’ beroepschrift bevestigd.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 januari 2018. Eiseres is - hoewel daartoe op de voorgeschreven wijze uitgenodigd - zonder bericht van verhindering niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
Feiten
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
Eiseres heeft voor het jaar 2015 aangifte IB/PVV gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 8.642, bestaande uit inkomsten uit vroegere arbeid van € 14.534 en inkomsten uit eigen woning van negatief € 3.637. Voorts heeft eiseres in de aangifte een bedrag van € 2.255 aan giften in aftrek gebracht met de omschrijving “[organisatie] ”. Het in aanmerking genomen bedrag aan giften is als volgt opgebouwd:
Andere giften culturele instellingen |
2.000 |
Totaal |
2.000 |
Verhoging aftrek andere giften culturele instellingen |
500 |
Totaalbedrag andere giften |
2.500 |
Drempel ander giften |
245 |
Maximale aftrek andere giften |
2.255 |
Verweerder heeft bij brief van 25 juni 2016 vragen gesteld over de door eiseres in de aangifte in aanmerking genomen giften.
Eiseres heeft bij brief, door verweerder ontvangen op 12 juli 2016, een viertal kopieën van kwitanties overgelegd met de opeenvolgende serienummers 024114, 024115, 024116 en 024117. Op de kwitanties is de tekst “500 euro” voorgedrukt. Op de kwitanties staat voorts afgedrukt: “Tarih ….../……./200….”. Op de kwitanties is dat laatste getal handmatig veranderd in 2015. De kwitanties vermelden verder onder meer de voorgedrukte de tekst:
“Hollanda
DIYANET VAFKI
Islamitische Stichting Nederland
Gift voor de moskee
BAGIS
MAKBUZU”.
Verder heeft eiseres een rekeningafschrift van de ABNAMRO-bank overgelegd waarop een afboeking is af te lezen ten bedrage van € 58 onder vermelding van “jaarlijkse donatie ISN” aan “Islamitische Stichting”.
Met dagtekening 23 september 2016 heeft verweerder de onderhavige aanslag opgelegd. Verweerder heeft de giftenaftrek niet geaccepteerd.
Geschil en beoordeling
2. In geschil is het antwoord op de vraag of verweerder de door eiseres bij haar aangifte in aanmerking genomen giftenaftrek, terecht heeft gecorrigeerd.
3. Eiseres beantwoordt deze vraag ontkennend en verweerder bevestigend. Eiseres heeft hiertoe kwitanties overgelegd en heeft schriftelijk verklaard dat de giften zijn gedaan voor de bouw van een nieuwe moskee in [vestigingsplaats] , waarvan [organisatie] eigenaar zal zijn. Verweerder heeft primair gesteld dat de gift geen gift aan een ANBI is, omdat de moskee in [vestigingsplaats] niet onder [organisatie] valt, maar in een aparte stichting zonder ANBI-status is ondergebracht. Verweerder heeft voorts - kort gezegd - de bewijskracht van de kwitanties in twijfel getrokken.
Op grond van artikel 6.32, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) zijn aftrekbare giften: (a) periodieke giften en (b) andere giften. Onder giften wordt conform artikel 6.33, onderdeel a, van de Wet IB 2001 verstaan: bevoordelingen uit vrijgevigheid en verplichte bijdragen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat. Andere giften zijn ingevolge artikel 6.35 van de Wet IB 2001 de giften aan instellingen of aan steunstichtingen SBBI. Onder instellingen wordt ingevolge artikel 6.33, onderdeel b, van de Wet IB 2001 verstaan: algemeen nut beogende instellingen (ANBI).
Op grond van artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) dient een ANBI door de inspecteur als zodanig te zijn aangemerkt. Daartoe dient de betreffende instelling een verzoek te doen waarop wordt beslist bij voor bezwaar vatbare beschikking (de ANBI-beschikking).
Tussen partijen is niet in geschil dat Islamitische Stichting Nederland (ISN) voldoet aan de bij 4.2 vermelde vereisten en daardoor een zogenaamde ANBI status heeft.
Voldoening giften
5. Op eiseres rust de bewijslast voor de geclaimde giftenaftrek. Eiseres heeft gesteld dat ze het bedrag van € 2.000 in de loop ter jaren heeft gespaard en haar spaargeld vanwege haar geloofsovertuiging thuis bewaarde.
6. Verweerder heeft betwist dat eiseres de gift daadwerkelijk heeft gedaan. Verweerder heeft het onder meer niet logisch gevonden dat de vier kwitanties van € 500 doorlopend zijn genummerd in het licht van de hoogte van het inkomen, het bewaren van kleine bedragen thuis en het negatieve saldo op eiseres’ bankrekening.
7. De rechtbank acht gelet op het door eiseres gestelde bedrag van de totale gift (€ 2.000) en de voorgedrukte bedragen van “500 euro” op de kwitanties, niet onaannemelijk dat de kwitanties opeenvolgende genummerd zijn. De rechtbank acht het voorts niet onaannemelijk dat eiseres in verband met haar moslim geloof, waarbij het niet toegestaan is rente te ontvangen, contante bedragen aan spaargeld in huis bewaart. Dat eiseres een debetstand heeft, maakt niet dat het onmogelijk is dat zij over contante spaargelden beschikt. Gezien deze feiten en omstandigheden, daarbij mede in aanmerking nemend dat het realiteitsgehalte van de overgelegde kwitanties door verweerder niet op andere punten is bestreden, acht de rechtbank aannemelijk dat door eiseres een bedrag van € 2.000 als gift is voldaan.
ANBI
8. Uit het bezwaarschrift, alsmede uit de als beroepschrift aangemerkte brief van eiseres van 22 maart 2017 is op te maken dat eiseres zich op het standpunt stelt dat zij een gift aan een ANBI, namelijk ISN, heeft gedaan. De rechtbank overweegt ten aanzien van deze stelling dat eiseres in de aangifte weliswaar de tekst “[organisatie]” aan de omschrijving van de gift heeft meegegeven (zie 1.1), maar dat op de overgelegde kwitanties (zie 1.3) als ontvanger ISN staat vermeld. De rechtbank hecht in dit kader bovendien belang aan de door eiseres gestelde, en door verweerder niet weersproken, omstandigheid dat ISN eigenaar van de nieuw te bouwen moskee zal zijn. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres daarmee voldoende aannemelijk gemaakt dat de gift aan een ANBI is gedaan.
9. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het voorgaande dat eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat zij giften ten bedrage van € 2.000 + € 58 (zie 1.3) aan een ANBI heeft verricht. Er is naar het oordeel van de rechtbank echter geen sprake van een verhoging van de giftenaftrek in verband met een gift aan een culturele instelling (als bedoeld in artikel 6.39a van de Wet IB), zodat eiseres een giftenaftrek na aftrek van de drempel toekomt van € 1.813 (€ 2.058 - € 245).
10. Het beroep wordt geacht mede betrekking te hebben op de belastingrente. Eiseres heeft geen zelfstandige gronden tegen de in rekening gebrachte belastingrente aangevoerd. Nu de met de beschikking belastingrente samenhangende aanslag zal worden verminderd, verstaat de rechtbank dat verweerder het bedrag van de belastingrente dienovereenkomstig zal verminderen.
11. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar. De rechtbank vermindert de aanslag tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.084, te weten € 14.534 (loon uit vroegere dienstbetrekking) -/- € 3.637 (inkomsten uit eigen woning) -/- € 1.813 (giftenaftrek). De rechtbank vermindert de belastingrente dienovereenkomstig.
12. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
13. Er zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag tot een aanslag berekend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.084;
- vermindert de belastingrente dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46 aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van den Bosch, rechter, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2018.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: